1 Nederlandse Orchideeën Vereniging – Orchitheek Uitgave

advertisement
Nederlandse Orchideeën Vereniging – Orchitheek
1
Uitgave: Nederlandse Orchideeën Vereniging. Auteursrechten voorbehouden
Oncidium cebolleta Sw.
Cebolleta is de vergrotende trap van het Spaanse woord
'cebolla' (= ui); in het nederlands vertaald:
'grote ui'. Kennelijk wordt geduid op de bladeren die erg veel
op die van een ui lijken, maar wel veel dikker zijn! O. cebolleta
behoort tot de z.g. 'rattestaartorchideeën'.
Naamgeving
Een andere naam voor deze orchidee is Oncidium longifolium;
longifolium betekent 'met lang blad'.
Oncidium cebolleta werd door N.J. Jacquin in de bossen van
Cartagena, een havenstad aan de Caraïbische Zee, in
Colombia gevonden. Hij beschreef deze orchidee als
Epidendrum cebolleta in 1760. O. Swartz bracht deze orchidee
in 1800 over naar het geslacht Oncidium. Pas in 1837 bloeide
de eerste Oncidium cebolleta in Europa.
Jacquin (1727 -1817) was één van de weinige zoekers naar
orchideeën die in Nederland is geboren; in Leiden. Hij heeft
verschillende orchideeën uit het Caraïbische gebied
beschreven.
Verspreiding
O. cebolleta groeit in warme gebieden tot een hoogte van 1700
m boven de zeespiegel op bomen in gebieden waar een
tamelijk lange droge periode voorkomt; bij uitzondering wordt de orchidee ook in wat vochtiger
bossen gevonden.
O. cebolleta heeft van alle orchideeën van het geslacht Oncidium de grootste verspreiding.
Deze orchidee wordt gevonden in Mexico, geheel Midden-Amerika (inclusief de Caraïbische
Eilanden), Venezuela, Suriname, practisch geheel Brazilië (uitgezonderd het gebied ten zuiden
van S. Paulo), Paraguay en Noord-Argentinië.
Het geslacht Oncidium komt, behalve in de hierboven genoemde gebieden, ook voor in Florida, op
de Caraïbische Eilanden en in de Andesstaten zoals Colombia, Ecuador en Peru. Ook op grotere
hoogtes.
Van het geslacht Oncidium bestaat geen recente beschrijving. De laatste volledige dateert van
1922.
Daarom is ook niet bekend hoeveel verschillende soorten tot dit geslacht behoren; geschat wordt
dat er zeker 700 verschillende soorten zijn.
Deze orchidee wordt in de literatuur beschreven als een epifiet.
Beschrijving
Bij O. cebolleta is zwak iets waarneembaar van pseudobulben. Er bevindt zich onder het blad een
1 á 1 ½ cm lange verdikking. De pseudobulbe is beter zichtbaar als het blad is afgevallen. De
pseudobulben zijn olijfgroen van kleur.
De bladeren hebben een zeer variabele lengte: van 7 tot 40 cm. De bladeren die dezelfde kleur
hebben als de pseudobulben, zijn tot 2 cm dik, afhankelijk van de lengte. De scherp toegespitste
bladeren zijn rond, maar er is wel een duidelijke nerf te onderscheiden.
De bladeren zijn voorzien van roodachtige spikkels. De wat rood aangelopen bloemstengel ontspruit uit een schede, die de bladeren omsluit.
De bloemstengel kan 1 ½ m lang worden, maar is meestal korter. Lange bloemstengels zijn
vertakt en hebben, afhankelijk van de lengte van de stengel, een variabel aantal bloemen. De
bloemen zijn niet zo groot: 2 bij 2 ½ cm. De sepalen en petalen zijn groengeel met een roodbruine
tekening. De lip is heldergeel van kleur; alleen de middenlob is lichtbruin gespikkeld. Ook de
helmknop (anthere) is voorzien van roodbruine spikkels. De bloem ruikt niet. De bloeitijd valt in het
voorjaar.
De bloei duurt ca. 3 weken. Niet bekend is of een afgesneden bloemstengel houdbaar is.
Nederlandse Orchideeën Vereniging – Orchitheek
2
Uitgave: Nederlandse Orchideeën Vereniging. Auteursrechten voorbehouden
Deze epifiet heeft vrij veel tamelijk lange, maar wel dunne, luchtwortels.
Van deze orchidee worden in de literatuur geen variëteiten genoemd.
Plagen
O. cebolleta is niet gevoelig voor allerlei ziektes en plagen waardoor andere orchideeën worden
geplaagd.
Kultuur
Het uiterlijk van O. cebolleta geeft aan dat deze plant voorkomt in gebieden met veel zon. Hang
daarom deze orchidee hoog in de kas; hij krijgt hier in een gematigd-warme kas de hoeveelheid
licht en warmte die nodig is.
Omdat O. cebolleta zowel groeit in gebieden waar het verschil tussen dag- en nachttemperatuur
groot is, als ook in gebieden waar dit niet het geval is, hoeven we daar in de kas cultuur ook geen
rekening mee te houden.
Probeer de vochtigheidsgraad (bijv. een relatieve lucht vochtigheids-graad van 70%) in de kas
hoog te houden; een flinke daling daarvan overdag voor enkele uren verdraagt de plant bijzonder
goed. Overigens: veel orchideeën uit de tropische gebieden stellen een hoge luchtvochtigheid op
prijs.
Kweek O. cebolleta in een niet te groot mandje.
Vul dit met een bijzonder goed water doorlatend medium. De orchidee die als voorbeeld staat voor
deze aflevering van de Orchitheek, staat al jaren in een mengsel van wat schors, mexifern, plastic
korrels en dunne takjes (ja, u leest het goed !). Bevestiging op een mexifern blokje is heel goed
mogelijk. Bij ons in de kas zal de bloei in het voorjaar plaats vinden.
Als de bloei voorbij is, moet regelmatig worden gegoten tot de pseubdobulbe volgroeid is. In de
dan volgende lange rusttijd droog laten staan. Zo nu en dan wat nevelen.
Enige bemesting in de groeitijd is aan te bevelen; de pseudobulben zullen ongetwijfeld groter
worden. Zorg ervoor dat de plant niet te weelderig groeit: hij zou de bloei wel eens kunnen
overslaan. O. cebolleta is aangepast aan groei in gebieden waar de klimatologische omstandigheden hard zijn.
Of dit nu de uitgesproken orchidee voor vensterbank kweek is, moet worden betwijfeld.
Bijzonderheden
In het boek "Home Orchid Growing" van Rebecca Tyson Northen, ed. 1970, wordt cebolleta te
onrechte vertaald door 'small onion' (=kleine ui); spaans voor 'kleine ui' is: 'cebollita'. O. cebolleta
kan gemakkelijk worden verward met O. ascendens, maar deze orchidee heeft een lip met een
duidelijk andere structuur.
Y. D. Feikema
Download