Antwoorden oefeningen Spelling voor repetitie hfdst 1

advertisement
Antwoorden oefeningen Spelling voor repetitie hfdst 1-6 h/v
Hoofdstuk 3
Opdracht 1 (blz 51)
meervoud op
laatste letter
-ee of -ie
verdubbelen
melodieën
ballenbakken
a, e, o of u
weghalen
hooischuren
s wordt z
f wordt v
enkellaarzen
geluidsgolven
moskeeën
lasbrillen
pikhouwelen
spoorbielzen
houtduiven
parodieën
logeerbedden
vioolsnaren
stekelbaarzen
koningsgraven
pygmeeën
zwaardvissen
zeevloten
verzen
visdieven
Opdracht 3 (blz 51)
1 gezamenlijk
2 guerrilla
3 subsidie
4 carrière
5 theater
6 origine
Opdracht 4 (blz 52)
1 schudt
2 beweegt
3 suist
4 begeeft
5 beeft
6 bevind
Opdracht 5 (blz 52)
1 avondrood
2 bankroet
3 beschaamd
4 honingraat
5 koevoet
6 mousserend
7 onwetend
8 tafelrand
9 collectant
10 gesmaakt
11 gewaagd
12 hersendood
13 rariteit
14 smeert
15 tentoongesteld
16 westfront
1
Hoofdstuk 4
Opdracht 1(blz 67)
1 gehaktmachines
2 eekhoorns
3 etalages
4 abonnees
5 kassa's
6 tipi's
7 royalty's
8 menu's
9 ecg's
10 dvd's
Opdracht 3 (blz 68)
1 gebokst
2 gegoocheld
3 genikst
4 verkocht
5 gebrand
6 gekookt
7 gepocht
8 gecoacht
11 A4's
12 cd's
13 emoes
14 notities
15 medleys
16 plateaus
17 farao's
18 dahlia's
19 azalea's
20 dia's
9 gedoken
10 gejuicht
11 gegraaid
12 gelaveerd
13 ontglipt
14 gerapt
15 gecomputerd
16 geschrobd
Opdracht 4 (blz 69)
1 besteed
2 besteedt
3 verlengt
4 verlengd
5 onterfd
6 onterft
7 verzilvert
8 verzilverd
Opdracht 5 (blz 69)
1 agressief
2 signalement
3 pictogram
4 district
5 universiteit
6 obstakels
2
Hoofdstuk 5
Opdracht 3 (blz 85)
hele werkwoord
suizen
verven
bevrijden
zemen
groeien
praten
lachen
enkelvoud
suisde
verfde
bevrijdde
zeemde
groeide
praatte
lachte
meervoud
suisden
verfden
bevrijdden
zeemden
groeiden
praatten
lachten
Opdracht 4 (blz 85)
1 hoorde, antwoordde
2 badmintonde, voetbalde
3 droogde
4 regende, stormde
5 dansten, fietsten
6 hoopte, bloeide
7 beleefden
Opdracht 5 (blz 85)
1 symptomen
2 interviews, journalisten
3 interesse, extreme
4 nieuwsgierig, product
5 legitimatiebewijs
6 enigszins, diskwalificatie
3
Hoofdstuk 6
Opdracht 1 (blz 104)
1 Wat zullen we doen: voetballen, volleyballen of basketballen?
2 Hee allemaal: mag ik even jullie aandacht?
3 Sarah houdt van fietsen, maar ik zwem liever.
4 Als jij afwast, kook ik.
5 Dit is de conclusie: het werkstuk moet worden herzien.
6 Zou jij nu liever koekjes, chips of chocola eten?
Opdracht 4 (blz 105)
hele werkwoord
brengen
enkelvoud
bracht
meervoud (wij)
brachten
lijden
leed
leden
lopen
liep
liepen
vinden
vond
vonden
verslaan
versloeg
versloegen
rijden
reed
reden
vriezen
vroor
vroren
komen
kwam
kwamen
Opdracht 5 (blz 105)
1 landde
2 dacht
3 reed
4 raasde
5 hing
6 vond
4
Download