- Scholieren.com

advertisement
Biologie
Het hormonaal stelsel
1) Verschillen tussen informatieoverdracht door zenuw stelsel en hormonaal stelsel
zenuwstelsel
hormoonstelsel
Informatie overdracht met electrische signalen
Informatieoverdracht via het bloed
en neurotransmitter
Snel effect
Minder snel effect
Korte duur
Langere duur
Altijd impuls wanneer prikkeldrempel wordt
Impuls afhankelijk van de concentratie v/h
overschreden
hormoon in het bloed
Informatie alleen aan cellen waarmee neuron in Via bloed alle cellen berijken die gevoelig zijn
contact staat
voor hormoon
2) Gevoeligheid van cellen voor hormoon
Doelwitcellen= hormonen die slechts bij cellen een reactie uitlokken als deze cellen voor die
hormoon gevoelig zijn.
Als een cel gevoelig is voor een bepaald hormoon ,de cel herkent het hormoon. De herkenning door
de binding van het hormoon aan een specifiek membraanreceptor.
3) Beknopt overzicht van hormonale klieren en hun hormonen.
Hormoon= Stof gevormd door een endocriene klier en in het bloed vervoerd naar organen of
doelwitcellen waarop een specifieke uitwerking heeft.
Endocriene klier= Hormoonklier, klier waarvan het klierproduct wordt afgescheiden in het bloed.
Exocriene klier= klier die het klierproduct rechtstreeks afgeeft aan het uitwendig milieu.
Hypofyse -groeihormoon = Stimuleert de groei van het lichaam.
-prolactine = Stimuleert de melksecretie.
-TSH(schildklier stimulerend hormoon) = Stimuleert de werking van de schildklier.
FSH(follikel stimulerend hormoon) = stimuleert bij de vrouw de groei van de follikels en de rijping van
de eicellen/stimuleert bij de man de vorming van de zaadcellen.
LH(luteïniserend hormoon) = stimuleert bij de vrouw de eisprong en de omzetting van de gebarsten
follikel in een geel lichaam/bevordert de secretie van geslachtshormonen door de eierstokken en de
teelballen.
Schildklier -TH(thyroxine) = regelt de intensiteit van de stofwisseling en de groei
Eilandjes van langerhans in de alvleesklier - Insuline = stimuleert de lever, de spieren en de vetcellen
tot opnemen van glucose uit het bloed bij een te hoge bloedsuikerwaarde.
-Glucagon = stimuleert de lever en de spieren de
omzetting van glycogeen tot glucose bij een te lage bloedsuikerwaarde.
Bijniermerg - Adrenaline = stelt het lichaam in staat zich aan te passen bij een stresssituatie.
Verhoging van hart- en ademhalingsfrequentie, stijging van het glucose gehalte in het bloed en meer
bloedtoevoer naar de spieren, hart en hersenen.
Eierstokken - Oestrogeen = stimuleert de ontwikkeling en instandhouding van de vrouwelijke
geslachtskenmerken, de secundaire geslachtskenmerken en het gedrag. Bevordert de aangroei van
baarmoederslijmvlies bij de menstruatiecyclus .
-Progesteron = bereidt het baarmoederslijmvlies voor op de mogelijke innesteling van
een embryo en de zwangerschap onderhouden.
Teelballen - testosteron = stimuleert de werking van de mannelijke geslachtsorganen, de secundaire
geslachtsorganen en het gedrag. Bevordert de aanmaak van zaadcellen.
4) Regelende werking van hormonen.
Negatieve terugkoppeling = het systeem waarbij de toename van een stof de productie gaat
afremmen, en de afname van die stof de productie de productie ervan gaat stimuleren.
Voorbeeld : bij de normale schildklierwerking :wanneer de hoeveelheid thyroxine in het bloed
afneemt, zet de hypothalamus de hypofyse aan tot het afscheiden van een schildklier stimulerend
hormoon TSH.TSH stimuleert de schildklier tot het produceren van thyroxine .Thyroxine verhoogt de
stofuitwisseling intensiteit in de lichaamscellen. Negatieve terugkoppeling zorgt er voor dat het
systeem uit de hand loopt: bij een stijging van de thyroxine boven de drempelwaarde valt de
stimulus van de hypothalamus weg, waardoor de hypofyse minder TSH zal produceren.
Bij een jodium tekort: sommige mensen hebben een jodium tekort, jodium is een bestanddeel van
het schildklierhormoon. De drempelwaarde van Thyroxine wordt niet meer bereikt. de negatieve
terugkoppeling van de hypothalamus valt weg. De stimulerende signalen blijven aanhouden. Het
continu doorsturen van schildklier stimulerend hormoon veroorzaakt een opgezete schildklier.
Glucose is de belangrijkste energieleverancier voor je lichaam.
Diabetes = ziekte door het aanhoudende hoge glucoseconcentratie in je bloed.
Bloedsuikerspiegel moet constant blijven, constant = 1 gram per liter.
De bloedsuikerspiegel is ook afhankelijk van van je voeding en energie gebruik.
Insuline doet de bloedsuikerspiegel dalen.
Als je bloedsuikerspiegel de drempel overschrijd dan nemen de eilandjes van Langerhans in de
alvleesklier dit waar. Het scheid insuline in het bloed af. Insuline werkt als een soort sleutel die
poortjes voor glucose opent. Glucose wordt nu opgenomen in de cellen. Lever en spierencellen
zetten glucose om in glycogeen, een reservesuiker. Vetcellen zetten insuline om in vet. De insuline
waarde neemt af naargelang de bloedsuikerspiegel weer constant word.
Glucagon doet de bloedsuikerspiegel stijgen
als de bloedsuikerspiegel onder de drempel komt te komen nemen de eilandjes van langerhans in de
alvleesklier dit waar. De alfacellen beantwoorden het signaal door het afscheiden van glucagon. Dit
hormoon stimuleert het omzetten van glycogeen in glucose, dat komt in het bloed terecht en de
suikerspiegel stijgt.
Groeihormoon
Groeihormoon stimuleert de celdeling in de weefsels.
Zolang je groei bevinden er zich nabij de uiteinde van de lange beenderen een groeischijf, een kleine
zone van kraakbeencellen. Zo kunnen de cellen langer worden.
Thyroxine
Thyroxine bevorderd de cel activiteit van bijna alle lichaamsdelen, het ondersteund de werking van
het groeihormoon.
Hormonen die de ontwikkeling tot man en vrouw stimuleren
LH en TSH worden ook gonadotrope genoemd
Testosteron bij de jongen
Door testosteron ontwikkelen zich secundaire geslachtskenmerken:
-beenderen spieren worden zwaarder
-borsthaar en schaamhaar
-borst en schouders verbreden
-geslachtsorganen worden langer
-stembanden worden langer, daardoor zwaardere stem
Oestrogeen bij de meisjes
Door oestrogeen ontwikkelen zich secundaire geslachtskenmerken:
-borsten ontwikkelen zich
-heupen verbreden
-haargroei in oksels en schaamstreek.
Download