Reken maar ! Blok 1: Handig met formules Op onze school kun je rekenen ! A) Hoofdstuk 2 Formules : rekenen met letters Bij veel vakken (natuurkunde, scheikunde, economie, wiskunde) wordt met letterformules gewerkt. In dit hoofdstuk ga je met letters rekenen. Som 1. Som met getallen 4+3=7 Dan is 4 = 7 – 3 en 6–2=4 2=6–4 Of Dan is Som met letters a+b=c a=c–b en p–q=r q=p–r Som 2. Som met getallen 2x3=6 Dan is 3 = 6 : 2 en Of Dan volgt 6:2=3 6=2x3 Som met letters vxt=s t=s:v en P:T=c P=Txc Som 3. Zie sommen 1 en 2. Bij som 3 wordt gebruik gemaakt van echte formules . Voorbeeld : I=Gxh h = …………… Bedenk 6=2x3 Op dezelfde manier I = G x h 3=6:2 h=I:G Som 4 en 5. Zie uitleg sommen 1, 2 en 3. A) Hoofdstuk 2 Formules : rekenen met letters Want Som 1. p+q=r 2+3=5 p=r–q 2=5–3 d+e=f R1 + R2 = Rt k–l=m e = ………… R1 = ……… k = ……… want Som 2. axb=c 2 x 3 = 6 dan is e xf = g hxk=m p:i=e b=c:a 3=6:2 e = ……… k = ……… p = ……… k–l=m a–s=g v+z=w s+j= t–u=v d–a=q l = ……… s = ……… v = ……… j = ……… u = ……… d = ……… s:u=v txy=j q:d=a rxi=h f:u=s g:y=d u = ……… t = ……… q = ……… i = ……… f = ……… y = ……… Som 3. PxV=C s:t=v O1 + O2 = Otot F=mxa P=F:A W=Fxs O=pxq P:T=C FA + FB = Ftot V=IxR V = ……… t = ……… O2 = ……… m = ……… A = ……… s = ……… p = ……… T = ……… FB = ……… I = ……… Som 4. w–s=x F:C=q s=vxt b+n=m G=mxg d=t–i z=d+a p:o=e A=B:D kxl=w s = ……… C = ……… t = ……… b = ……… g = ……… i = ……… a = ……… p = ……… D = ……… l = ……… Som 5. W=pxF I=V:R Gxh=I A:i=t X–Y=Z F = ……… R = ……… G = ……… i = ……… X = ……… m+n=c a=F:m mxv=p p=O;q p=O:q n = ……… F = ……… m = ……… O = ……… q = ……… B) Hoofdstuk 2 Formules : rekenen met letters Bij veel vakken (natuurkunde, scheikunde, economie, wiskunde) wordt met letterformules gewerkt. In dit hoofdstuk ga je met letters rekenen. Som 1. Som met getallen 4+3=7 Som met letters a+b=c Dan is 4 = 7 – 3 en 6–2=4 2=6–4 Of Dan is a=c–b en 14 – q = r q = 14 – r Som 2. Som met getallen 2x3=6 Dan is 3 = 6 : 2 en Of Dan volgt 6:2=3 6=2x3 Som met letters vxt=s t=s:v en P : 0,5 = c P = 0,5 x c Som 3. Zie sommen 1 en 2. Bij som 3 wordt gebruik gemaakt van echte formules . Voorbeeld : Inhoud = Grondvlak x hoogte h= …………… Bedenk 6=2x3 Op dezelfde manier I = G x h 3=6:2 h=I:G Som 4 en 5. Zie uitleg sommen 1, 2 en 3. B) Hoofdstuk 2 Formules : rekenen met letters Want Som 1. p+q=r 2+3=5 p=r–q 2=5–3 d+e=f R1 + R2 = Rt k–l=m k–l=m e = ………… R1 = ……… k = ……… l = ……… e xf = g hxk=m p:i=e s:u=v e = ……… k = ……… p = ……… u = ……… a–s=g v+4=w s + j = 38 12 – u = v d – 56 = q s = ……… v = ……… j = ……… u = ……… d = ……… txy=j q : 13 = a 100 x i = h f : u = 11 3:y=d t = ……… q = ……… i = ……… f = ……… y = ……… V = ……… t = ……… O2 = ……… Som 4. w–s=x F:C=q s=vxt s = ……… C = ……… t = ……… Som 3. PxV=C s:t=v O1 + O2 = Otot want Som 2. axb=c 2 x 3 = 6 dan is b=c:a 3=6:2 F=mxa P=F:A 30 = F x s O = p x 2,5 P : T = 31 3,2 + FB = Ftot V = I x 0,8 m = ……… A = ……… s = ……… p = ……… T = ……… FB = ……… I = ……… b+n=m G=mxg d = 12 – i 2,2 = d + a p : 10,1 = e 0,09 = B : D 8xl=w b = ……… g = ……… i = ……… a = ……… p = ……… D = ……… l = ……… Som 5. W=pxF I=V:R Gxh=I A:i=t X–Y=Z F = ……… R = ……… G = ……… i = ……… X = ……… m+n=¾ 18 = F : m m x v = 7,5 p = 68 : q p = 68 : q n = ……… F = ……… m = ……… 68 = ……… q = ……… C) Hoofdstuk 2 Formules : rekenen met letters Bij veel vakken (natuurkunde, scheikunde, economie, wiskunde) wordt met letterformules gewerkt. In dit hoofdstuk ga je met letters rekenen. Som 1. Som met getallen 4+3=7 Dan is 4 = 7 – 3 en Of Dan is 6–2=4 2=6–4 Som met letters a+b=c a=c–b en 14 – q = r q = 14 – r Som 2. Som met getallen 2x3=6 Dan is 3 = 6 : 2 en Som met letters xt=s t=s: Of Dan volgt en 6:2=3 6=2x3 P : 0,5 = c P = 0,5 x c Som 3. Zie sommen 1 en 2. Bij som 3 wordt gebruik gemaakt van echte formules . Voorbeeld : Inhoud = Grondvlak x hoogte h= …………… Bedenk 6=2x3 Op dezelfde manier I = G x h 3=6:2 h=I:G Som 4 en 5. Zie uitleg sommen 1, 2 en 3. C) Hoofdstuk 2 Formules : rekenen met letters Som 1. d+e=f R1 + R2 = Rt k–l=m k–l=m e = ………… R1 = ……… k = ……… l = ……… Som 2. e xf = g hxk=m p:i=e s:u=v e = ……… k = ……… p = ……… u = ……… a–s=g v+4=w s + j = 38 12 – = v – 56 = s = ……… v = ……… j = ……… = ……… = ……… txy= j q : 13 = a r x 100 = h : = 11 3:= t = ……… q = ……… i = ……… = ……… = ……… Som 3. PxV=C s:t=v O1 + O2 = Otot F=mxa W=Fxs O=pxq P:T=C FA + FB = Ftot V=IxR V = ……… t = ……… O2 = ……… m = ……… s = ……… p = ……… T = ……… FB = ……… I = ……… Som 4. w–s=x F:C=q s=vxt G=mxg d=t–i z=d+a p:o=e A=B:D kxl=w s = ……… C = ……… t = ……… g = ……… i = ……… a = ……… p = ……… D = ……… l = ……… Som 5. W=pxF I=V:R Gxh=I A : i = t F = ……… R = ……… G = ……… i = ……… PxV:T=C a x b + c = 10 dxexf=g W = 12 x f x g T = ……… c = ……… d x f = …… 12 x f = …… Supersom Van de cijfers 2, 5 en 8 kun je verschillende getallen maken, bijvoorbeeld 258 en 825. Maak alle mogelijke getallen met de cijfers 2, 5 en 8 en tel deze op. Wat is dan het antwoord ?