Proteobacteria GRAM NEGATIEF * Facultatief anaërobe Gr – • Familie Enterobacteriaceae Gram – Cultuur +++++ Genus Escherichia Escherichia coli * Morfologie Gram kapsel flagellen fimbriae E. coli * Cultuur +++ E. coli: heterogeen * (biotypes) * serotypes * pathogeniteit E. coli: heterogeen pathogeniteit * Occasioneel pathogene E. coli * E. coli met specifieke virulentiefactoren • diarree: ETEC, EPEC, EHEC, EIEC • slingerziekte • septicemie • vogels Genus Salmonella * Morfologie * Cultuur • +++ • selectieve milieus • aanrijkingsmilieus Salmonella: verdere indeling * 2 species • Salmonella enterica • Salmonella bongori Verdere indeling Salmonella * S. enterica: 6 subspecies • enterica • salamae, arizonae, diarizonae, houtenae, indica ° allen: koudbloeddieren ° ook warmbloeddieren Serotypes van S. enterica Serotypes S. enterica * Oppervlakte antigenen: cijfers + letters * Subspecies I: ook naam • S. enterica subsp. I serotype Typhimurium 1, 4, 5, 12 : i - 1,2 Proteus * Cultuur • ++++ • uitzwermen Kalf, ademhalingsstoornissen * Mannheimia haemolytica ? Proteus: kiem-gastheer interacties * Facultatief symbiotisch * Facultatief pathogeen * Pathogene betekenis • otitis hond Otitis hond S. intermedius M. pachydermatis Proteus Pseudomonas aeruginosa Genus Yersinia * Y. pseudotuberculosis • obligaat symbiotisch • facultatief intracellulair Y. pseudotuberculosis * Pathogene betekenis • ziekte bij knaagdieren (andere zoogdieren) en vogels • zoönose • reservoirs: vogels & knaagdieren Patogenese: mens opname: per os lymfoïd weefsel darm Pathogenese: vogels, knaagdieren opname: per os lymfoïd weefsel darm Bloed Yersinia enterocolitica * Heterogeen • serotypes • pathogene serotypes: zoönose Zoönose Belang van Y. enterocolitica voor het varken * reservoir * kruisreactie met Brucella suis Proteobacteria GRAM NEGATIEF * Facultatief anaërobe Gr – • Familie Enterobacteriaceae • Vibrio en verwante bacteriën Genus Aeromonas Niet beweeglijk: A. salmonicida Furunculose, vissen septicemie Genus Aeromonas Niet beweeglijk: A. salmonicida Beweeglijk A. hydrophila Listonella anguillarum Proteobacteria GRAM NEGATIEF * Facultatief anaërobe Gr – • Familie Enterobacteriaceae • Vibrio en verwante bacteriën • Pasteurella, Mannheimia, Haemophilus, Actinobacillus Genus Pasteurella P. multocida Gram obligaat symbiotisch resistentie: laag P. multocida: pathogene betekenis Hoog virulente serotypes obligaat pathogeen septicemie vogels konijnen rund P. multocida: pathogene betekenis Hoog virulente serotypes Minder virulente serotypes Minder virulente serotypes * Varken, rund, konijn • facultatief pathogeen: neus, tonsillen rhinitis pneumonie Atrofische rhinitis, varken ° Bordetella bronchiseptica ° P. multocida, dermonecrotisch toxine + * DNT: dermonecrotisch toxine Minder virulente serotypes * Varken, rund, konijn • facultatief pathogeen: neus, tonsillen rhinitis pneumonie Minder virulente serotypes * Varken, rund, konijn • facultatief pathogeen: neus, tonsillen mens Minder virulente serotypes * Varken, rund, konijn * Hond, kat • facultatief pathogeen: muil Pasteurella’s hond, kat * Hond: 5-15%, kat: 20% * Lokale symptomen, regionale lnn * Bacteremie, orgaanaantasting Bijtwonden kat vogels Pasteurella !!!! P. aerogenes * Pigs • abortion * Rabbits • abortion P. caballi * Horses • endocarditis • pneumonia P. pneumotropica * Rodents • pneumonia P. trehalosi * Sheep • septicaemia (P. haemolytica biotypeT) Genus Mannheimia M. haemolytica Gram - M. haemolytica * Herkauwers * Facultatief pathogeen • rund: tonsillen • schaap: neus, tonsillen * Pneumonie (1air, 2air) (septicemie) Virulentiefactoren * Leucotoxine * Transferrine bindende proteïnes * ... Leucotoxine * Exotoxine Transferrine bindende proteïnes transferrin Fe 1) Tbps 2) stafylokok H. paragallinarum Kip: rhinitis, sinusitis Haemophilus parasuis Facultatief pathogeen Septicemie Meningitis Polyserositis H. felis * Cats • pneumonia Genus Histophilus Histophilus somni Rund, schaap * Lokale infecties: AHS, (genitaal stelsel, mastitis, conjunctivitis, otitis * Septicemie --> centraal zenustoornissen (“sleeper disease”) Genus Actinobacillus A. pleuropneumoniae • Gram negatief • 2 biotypes • biotype 1: NAD-afhankelijk • biotype 2: NAD-onafhankelijk A. pleuropneumoniae * Gram * 2 biotypes * serotypes A. pleuropneumoniae * Obligaat symbiotisch Resistentie + * Gastheer specifiek Pathogenesis A. pleuropneumoniae Bronchiolen Alveolen Pathogenesis A. pleuropneumoniae Adhesion Adhesie van A. plpn aan alveolaire epitheelcellen en terminale bronchiolen Celvernietiging door lokale productie van Apx toxines Apx Kiemvermeerdering - ijzer noodzakelijk voor groei kiemen - ijzer in gastheer in gebonden toestand - Tfbp: in buitenste membraan van A. plpn transferrine Tfbp Fe Pathogenesis A. pleuropneumoniae Adhesion Apx toxines xxxxx Verdere productie Apx toxines Apx toxines * endotheel * alveolaire epitheelcellen * macrofagen en neutrofielen * rode bloedcellen Fibrineuze pleuritis Hemorrhagischnecrotizerende pneumonie Proteobacteria GRAM NEGATIEF * Facultatief anaërobe Gr – * Aërobe en microaërofiele Gr• Genus Pseudomonas Pseudomonas aeruginosa P. aeruginosa kiem-gastheer interacties * Facultatief symbiotisch * Facultatief pathogeen * Predisponerende factoren ziekte Predisponerende factoren * Hoge infectiedruk * Verminderde afweer • lokaal • algemeen Pathogene betekenis - Otitis hond S. intermedius M. pachydermatis Proteus Pseudomonas aeruginosa Hamster, nerts, cavia, chinchilla, (vogels) * pneumonie, septicemie Mastitis rund, schaap, geit * acute mastitis (na partus) * subklinische mastitis Genus Moraxella Moraxella bovis Genus Taylorella T. equigenitalis * Gram ° Cultuur: 3-5 d, CO2 ° Obligaat symbiotisch, niet resistent ° Gastheerspecifiek Pathogene betekenis * CEM: contagieuze equine metritis CEM * Hengst • oppervlakkige infectie symptomen: 0 immuniteit: 0 preputium preputium fossa glandis sinus urethralis distale urethra CEM * Merrie • endometritis CEM * Merrie • endometritis immuniteit clitoris: persisteert Brucella * Gram – * cultuur: + * obligaat symbiotisch, resistent * obligaat pathogeen * facultatief intracellulair Brucella: pathogene betekenis * Vruchtbaarheidsstoornissen * Zoönosen * Wettelijk bestreden Bordetella B. bronchiseptica * Obligaat symbiotisch * Trilhaarepitheel hond, varken, cavia, konijn kat, paard Atrofische rhinitis (varken) Genus Campylobacter Gram - Cultuur: + C. fetus subspecies venerealis C. fetus subspecies fetus * Abortus • schaap (rund) • niet venerisch (per os) Campylobacter jejuni, C. coli, C. upsaliensis * Spijsverteringsstelsel ~ dieren • C. jejuni • C. coli • C. upsaliensis Zoönose Genus Helicobacter Gram - Cultuur: + Helicobacter pathogene betekenis * Mens: maagulcera, maagkanker • H. pylori (> 95%) Maagulcera, maagkanker mens * Helicobacter pylori: >95% * “Niet pylori Helicobacters”: < 5% • type 1 • type 2 “Niet pylori Helicobacters” * type 1 = Helicobacter suis “Niet pylori Helicobacters” * type 2 = • H. bizzozeronii • H. felis • H. salomonis • H. heilmannii Helicobacter pathogene betekenis * Mens: maagulcera, maagkanker * Hond, kat: ? * Varken: maagulcera ? Genus Bartonella B. henselae * Gram negatief * Aëroob * Cultuur 1-5 weken B. henselae infecties kat Voorkomen * < 1 jaar - vlooien * oudere dieren: zieke dieren * Duitsland: 13% huiskatten Nederland: 22% katten asiel B. henselae infecties kat Pathogenese * Opname: ? * bacteremie B. henselae infecties kat Immuniteit Na infectie: immuniteit B. henselae infecties kat Symptomen *0 * Atypische symptomen • chronisch: o.a. lnn • acuut: koorts * ... B. henselae infecties Mens * - kattenkrabziekte - aandoeningen verzwakte personen B. henselae infecties Mens * Bron van infectie: kat • wonde • vlooien • oogmucosa B. henselae infecties bij mensen met onderdrukte immuniteit * algemene aandoeningen Preventie B. henselae infecties mens * Vlooien bestrijding * Hygiënische maatregelen * immunodeficiënte personen zieke kinderen * Streptobacillus moniliformis * Spirillum minus Rattenbeetkoorts * Infectie mens • (bijt)wonde • contact Proteobacteria GRAM NEGATIEF * Facultatief anaërobe Gr* Aërobe en microaërofiele Gr- * Obligaat intracellulaire Gr• celculturen • geëmbryoneerde eieren • (proefdieren) 1.3.1. Genus Rickettsia 1.3.2.Coxiella burnetii * Q koorts Q koorts RUND, Schaap, Geit * Subklinisch * Abortus * Persisterende infectie Q koorts MENS * Cfr griep * orgaanlokalisaties • long • ... 1.3.3. Genus Ehrlichia * E. canis * E. ruminantium 1.3.4. Genus Neorickettsia * N. risticii • paard N. risticii • macrofagen, monocyten • darmepitheel 1.3.5. Genus Anaplasma * A. marginale • herkauwers, erythrocyten • teken * A. phagocytophilum • • herkauwers, paard, mens, granulocyten teken Lawsonia intracellularis * Varken * Paard, cavia, hamster, hond, … Pathogenese