Nanotoets Spijsverteringsstelsel CM 1. In de maag wordt de zetmeelvertering stopgezet. 2. Amylase emulgeert zetmeel tot maltose. 3. Pepsinogeen is een enzym dat eiwit verteert. 4. Tussen de dunne en de dikke darm zit de twaalfvingerige darm. 5. De portier zorgt dat de inhoud van de dunne darm niet te zuur wordt. 6. Stoffen gaan van darm naar bloed door diffusie via de microvilli. 7. Resorptie van alcohol vindt alleen plaats in de dunne darm. 8. Een blindedarmontsteking is meestal geen ontsteking van de blinde darm. 9. De binnenkant van de dunne darm heeft een groter oppervlak dan de buitenkant. 10. Vetvertering heeft als producten vetzuren en aminozuren. 1. + Want amylase werkt niet bij die lage pH. 2. 0 Amylase emulgeert niet, maar verteert=breekt af. Gal emulgeert vetten. 3. + Pepsinogeen is een pro-enzym, een inactief voorstadium dat door HCl of pepsine tot pepsine wordt omgevormd. 4. 0 Die zit tussen maag en dunne darm. 5. + Als die er niet zou zijn zou de dunne darm teveel maagzuur krijgen. 6. 0 Het gaat door actief transport (moleculen te groot voor diffusie door membanen!) 7. 0 Ook in mond en maag. 8. + Van de appendix/wormvormig aanhangsel. 9. + Door plooien, vlokken en VOORAL microvilli. 10. 0 Vetzuren en glycerol.