FEURIO Heinrich Glumpfer (Edition Erlkönig) vertaling: Johan Francois -------------------------------------------------------------------------------------------------*** regels voor 4 personen *** Materiaal - 48 spelfiguren in 4 kleuren (12x4) - 36 woudtegels - handleiding Op de woudtegels vind je een getal tussen 1 en 6. (Elk getal komt 6x voor) Een hoog getal staat voor een heftig vuur – Een klein getal voor veel water. Elke woudtegel heeft ook 1 tot 3 plaatsen waarop spelfiguren geplaatst kunnen worden.. Alle woudtegels hebben een gelijke achterkant met een ‘0’. Voorbereiding van het spel Elke speler neemt de spelfiguren van één kleur. De woudtegels worden met de rugzijde naar boven gemengd. De oudste speler draait zoveel woudtegels om als er spelers zijn (4) en legt ze willekeurig open in een aaneengesloten raster (zie voorbeeld met nummers 3,6,5 en 4) De speler links van de oudste speler komt dan aan de beurt en dan verder in uurwijzerzin. Een spelbeurt In zijn spelbeurt dekt een speler een woudtegel open en legt dit aan de woudtegels die reeds uitliggen aan … het vuur breidt zich uit … Aansluitend mag hij op een willekeurige woudtegel 0 tot 3 spelfiguren plaatsen. Het vuur breidt zich uit Zolang er nog verdekte woudtegels liggen moet de speler aan beurt er één van trekken en aanleggen daar waar het vuur het ‘heetst’ is.. het ‘heetst’ is het altijd dáár waar de som van de aan elkaar grenzende getallen het hoogst is. In het voorbeeld is dat 6+4 =10. Zijn er meerdere plaatsen waar de som het hoogst is, dan kan de speler kiezen tussen deze. Het speelt darbij geen enkele rol in welke richting het getal op de aangelegde woudtegel afgebeeld staat. Spelfiguren plaatsen Aansluitend daarop mag de speler op één woudtegel naar keuze, tot 3 spelfiguren afzetten. Het speelt geen rol op welke velden ze van de woudtegel staan. Spelfiguren van verschillende spelers mogen op de zelfde tegel staan. Men mag enkel spelfiguren op een woudtegel blijven plaatsen, zolang het aantal van de spelfiguren die er staan het aantal ‘vrije zijden’ van deze woudtegel niet overschrijdt. Spelfiguren die reeds op een woudtegel staan blijven er, ook wanneer die volledig door het vuur omgeven zijn. Voorbeeld: Rood kan op tegel ‘6’ maar 2 spelfiguren plaatsen daar die tegel maar 2 vrije zijden heeft. Speleinde Eens dat alle woudtegels aangelegd werden kan een speler aan beurt enkel nog spelfiguren plaatsen of passen. Wie past kan in de volgende ronde weer aan beurt komen, maar van zodra alle woudtegels er liggen en alle spelers in een ronde passen, wordt er afgerekend. Afrekening Alle samenhangende woudtegels, waarop spelfiguren van één kleur staan, staan voor een woudgebied dat die speler punten oplevert. Om de punten van een woudgebied te kennen telt men de getallen van de woudtegels ervan samen. Deze som wordt dan gedeeld door het kleinste getal op de woudtegels die er deel van uitmaakt én nog een vrije kant heeft. Heeft een woudgebied geen enkele woudtegel met een vrije kant … dan is het ‘0’ punten. De spelers tellen alle punten van al hun woudgebieden dan elk samen en wie de hoogste som heeft wint! Bij gelijkspel wint de speler met de waardevolste woudtegels. Voorbeeld van een spel met 4 Rood is de oudste en ont-dekt een woudtegel van 3, een van 4 en twee van 6 en legt ze zó op tafel. Reeds staat het woud in brand! Groen zit links van rood en is aan de beurt… Eerste spelbeurt, wat doet groen? Het vuur breidt zich uit -groen neemt een woudtegel en legt die dáár aan waar de som van alle aangrenzende getallen het hoogst is. Groen trekt een stuk met een 2. De hoogste som = 6+4=10 en hij kan zowel rechts als onder aanleggen. Groen laat het vuur zich rechts uitbreiden. Aansluitend hierop mág groen op één ‘willekeurig’ woudstuk tot 3 spelfiguren plaatsen. Het moet niet op de net aangelegde woudtegel zijn, en indien hij niet wil kan hij ook géén spelfiguren plaatsen. De spelfiguren worden op de woudtegels geplaatst, een man per veld. Maar het hevige vuur beperkt de ruimte zo, dat er onmiddellijk na het plaatsen niet meer spelfiguren op deze tegel mogen staan als deze vrije zijden heeft. Op woudtegels die géén vrije zijden meer hebben kan men geen spelfiguren plaatsen. Groen zet een spelfiguur op de woudtegel 6 onderaan. Deze woudtegel heeft 3 plaatsen en 3 vrije zijden. Dus, groen kon indien gewenst er 3 spelfiguren plaatsen. Het geeft niet op welke plaats van de woudtegel je een spelfiguur plaatst, het geeft enkel aan hoeveel man daar maximaal het vuur kunnen bestrijden. Hoe groter de waterplas, hoe minder plaats voor de figuren. Tweede spelbeurt …Wat doet blauw? Blauw draait een woudtegel om met een ‘1’. De hoogste som =10 (6+4). Blauw moet die nieuwe woudtegel onderaan aanleggen. Hij plaats een eigen spelfiguur bij de groene op de woudtegel 6. Daar was maar plaats meer voor ‘1’ spelfiguur, daar er maar zoveel mogen staan als de tegel vrije zijden heeft. In dit geval 2 dus. Derde spelbeurt .. .Wat doet geel? De hoogste som =9, bovenaan en links. Geel legt de getrokken woudtegel(2) links en plaats 2 spelfiguren op de bovenste woudtegel6 . Hiermee blokkeert geel deze tegel (slechts 2 vrije zijden). Vierde spelbeurt … Wat doet rood ? De hoogste som = 9. Rood kan de getrokken tegel (5) boven (3+6) of onder (2+6+1) aanleggen. Hij plaatst die boven en zet er direct een spelfiguur op. Zoals je ziet kan de hoogste som ook door 3 of meer woudstukken gevormd worden. Waar plaatst men het best zijn spelfiguren? Men plaatst die het best op vele woudtegels, die hevig branden (hoge getallen). Gelijktijdig staan ze best op een ‘samenhangend’ woudgebied, waar ook een woudtegel met water toe behoort (klein getal) die maar één vrije zijde meer heeft. Welke waarde heeft een woudgebied? De waarde van elk woudgebied wordt apart berekend. Hiervoor telt men de waarde van alle woudtegels samen waaruit het woudgebied bestaat en deelt men dat door het ‘laagste’ getal van de woudtegel die deel uitmaakt van dit woudgebied en dat nog minstens één vrije zijde heeft –optimaal is dit natuurlijk 1. Er wordt altijd afgerond. Is een woudgebied volledig ingesloten (vb het gele gebied zie onder) dan telt dit 0 punten. Wanneer is het over? Wanneer alle woudstukken aangelegd zijn, kan men enkel nog spelfiguren inzetten of passen. Wie past mag in de volgende ronde weer meedoen. Wanneer er een ronde lang geen woudstukken of mannen meer ingezet, dan wordt er afgerekend. Wie de hoogste som heeft wint! Bij gelijke stand wint de speler die de hoogste enkelvoudige woudstukken heeft. Voorbeeld Het spel is twee volledige ronden ver. Geel heeft 2 woudgebieden. Eén ervan ‘6’ in het midden is volledig ingesloten en dus “0” punten waard. Het tweede gele vlak is 4 punten waard. (2+5=7) … 7:2= 3,5 …afgerond 4! Groen: Groen heeft één woudgebied, 12 punten waard (5+6+1) : 1 = 12 . De andere spelers hebben die in ieder geval goed geïsoleerd. Rood: Rood heeft 2 woudgebieden. Het eerste gebied links met een woudstuk 1 : 1 = 1 punt. Het vlak5 en 2 rechts met 4 punten (5+2):2 = 3,5 afgerond dus 4. Rood heeft dus nu reeds 5 punten. Lukt het rood om het vlak 4 tussen beide Woudgebieden ook te bezetten dan komt het op 12 punten (2+5+4+1):1 = 12. Blauw: Blauw heeft slechts één woudgebied met 6 punten (6+4+2) : 2 = 6. Door de blokkade van de 4-tegel heeft blauw de opgang van groen naar boven verhinderd. Geel: Feurio met 3 spelers Elke speler krijgt 12 spelfiguren in zijn kleur en 4 spelfiguren in de overgebleven ‘neutrale’ kleur. De oudste speler legt 3 woudtegels in een driehoeksvorm op tafel en de speler aan zijn linkerkant begint. Een speler mag tijdens zijn beurt ofwel eigen krachten ófwel neutrale krachten inzetten. Neutrale krachten kunnen gebruikt worden tijdens het spel om woudstukken te blokkeren, maar worden toch voor de afrekening verwijderd. Neutrale krachten mogen niet voor de ‘brandgangen’ gebruikt worden (zie ‘brandgangen). Feurio met 2 spelers Elke speler krijgt de spelfiguren van 2 kleuren. De oudste speler legt twee tegels open naast elkaar, voordat zijn tegenstrever zijn eerste beurt begint. Ook bij een spel met 2 mag een speler tijdens zijn beurt enkel spelfiguren van één kleur inzetten. De punten worden dan eerst apart toegekend en op het einde pas samengeteld. Feurio als solitair spel De speler krijgt alle 48 spelfiguren en dekt één woudtegel open. Tijden geen beurt mag de speler enkel spelfiguren van één kleur inzetten. Hij mag géén ‘brandgangen’leggen. Daar het om een solitair spel gaat moet de speler alle 48 spelfiguren inzetten voordat het spel eindigt. Alle spelfiguren van één kleur moeten zich op één woudgebied bevinden (samenhang van woudtegels waarop die kleur zich bevindt). Bij elk woudgebied moét zich ook een woudtegel met nummer’1’ bevinden, die nog 1 vrije zijde heeft. Lukt dat voor alle kleuren , dan heeft die ‘solitair’ gewonnen. Belangrijk! Het solitairspel eindigt direct nadat de laatste woudtegel aangelegd werd. De speler mag echter in die beurt nog spelfiguren inzetten. Tip ! : Hoe langer een speler de beurten afwacht om spelfiguren te plaatsen hoe moeilijker het wordt om het tot een goed einde te brengen. Feurio als coöperatief spel Voor het coöperatieve spel gelden de regels voor 2 tot 4 spelers, maar moet het speldoel van solitair spel door elke speler bereikt worden. Het spel eindigt na de spelbeurt waarin de laatste woudtegel aangelegd wordt. In het spel met 3 worden de neutrale krachten echter niet verwijderd en met ook één woudtegel met een ‘1’ aan de rand bezet gehouden worden. Er mogen geen brandgangen gelegd worden. Het coöperatieve spel is moeilijker dan het solitair spel, daar de spelfiguren in de speelvolgorde van de spelers ingezet moeten worden. Daar voor het begin voor elke speler reeds en woudstuk opengelegd werd, liggen er reeds meerdere woudtegels open voor de eerste spelfiguur ingezet kan worden. Bijkomende regel ‘Brandgangen’ Met brandgangen regelt men de uitbreiding van het vuur. Hiervoor legt de speler die aan de beurt is , de getrokken woudtegel verdekt aan (die speler alleen weet welk getal zich op die woudtegel bevindt) Wanneer een speler aan de beurt is , mag hij het getal bekijken van de door hem getrokken woudtegel en die dan ‘verdekt’ aan de heetste plaats aanleggen. Hij moet daarvoor een spelfiguur in de doos leggen en mag tijdens zijn beurt geen spelfiguren in het spel brengen. Heeft een speler geen spelfiguren meer dan kan hij van deze optie ook geen gebruik maken. Een brandgang toont het getal ‘0’ dat wil zeggen dat het vuur zich in diens nabijheid minder waarschijnlijk uitbreidt. Een brandgang sluit kanten net zo af als bij open aangelegde stukken, maar hier mogen geen spelfiguren op geplaatst worden. Bijkomende regel ‘Heet spel’ Bij het gebruik van deze regel wordt bij de afrekening naar beneden afgerond. Hierdoor loont het om ook eens meerdere mannen op een woudtegel te plaatsen, om die te blokkeren. Enkel zo kan men de blustroepen van de tegenstander opdelen, zodat die samen minder punten scoren. Feurio Design : Heinrich Glumpler Illustraties: Franz Vohwinkel ©2003 Edition Erlkönig – Glumpler & Truant Frauenlobstrasse 95, 55118 Mainz Erlkönig © TM& ® 2003 Glumper & Truant. Info omtrent het online-spel: www.edition-erlkoenig.de