Inleiding Incidentie: Serotiniteit:5% > 41 wkn: 14% Risicofactoren: eerdere graviditeit > 41 wkn (RR 2.7) twee eerdere zwangerschappen > 41 wkn (risico 39%) Nullipariteit Foetale afwijkingen (sulfatasedeficientie, anencefalie) Definities / Diagnose Zwangerschap van 42 0/7 weken of langer. A terme datum vastgesteld op basis van 1e trimester echo (zie protocol termijnecho). Indien deze niet beschikbaar is, dan op ELM. Beleid Adviesgesprek Priming/inleiding 500 inleidingen bij 41 0/7 weken voorkomt 1 perinatale sterfte (OR 0.2).1 Priming of inleiding vanaf 41 0/7 weken veroorzaakt niet meer kunstverlossingen of secundaire sectio’s (zie tabel 1).4 Afwachten Kans op spontane contracties (9%). Perinatale mortaliteit bij 42 weken stijgt tov 41 weken; 4-7 vs 3-4 per 1.000 bevallingen.3 zie figuur 1. Grotere kans op foetale complicaties: meconium, meconiumaspiratie, neonatale acidemie, macrosomie en geboorte trauma. Maternale risico’s bij afwachtend beleid zijn: grotere kans op kunstverlossing of secundaire sectio, 3e en 4e graads rupturen en fluxus post partum. Deze zijn met name ten gevolge van macrosomie. - polikliniek Consult bij AD 40/5 wkn. Bij dit consult CTG en echo (AFI). Grootte kind schatten met de hand, bij twijfel dan echo biometrie. Hierna counseling expectatief beleid versus priming/inleiding. Routine beleid zal bestaan uit priming/inleiding bij AD 41 weken. Indien patiënte na counseling afziet van priming/inleiding bij AD 41+0 wkn, dan expectatief tot maximaal AD 42+0 wkn. In dit geval consult bij AD 41+5 waarbij priming/inleiding wordt afgesproken bij AD 42+0. Bij een oligohydramnion (AFI <5) primen/inleiden afspreken gezien grotere kans op CTG-afwijkingen.1 Het strippen (het met de vingers losmaken van de vliezen van de cervix) valt te overwegen in overleg met patiënte. NNT = 6, vanaf AD 41 0/7 weken en bishop score >4.7 - kliniek De partus vindt plaats onder continue CTG bewaking, vanwege hoger risico op afwijkend CTG durante partu en meconium houdend vruchtwater.3 - post partum Geen extra aanvulling nodig post partum. Cave: verhoogde kans op endometritis. Diversen Figuren en tabellen Figuur 1. Toename IUVD’s en perinatale sterfte Tabel 1. Maternale uitkomst bij inleiding bij 41 0/7 weken tov expectatief beleid Inleidings groep 661/3292 143/2295 Sectio Sectio ivm CTG afwijkingen Mec.houdend vw 655/2923 Afwachtende groep 709/3216 183/2301 Odds ratio Significantie 0.88 0.77 0.11 0.22 785/2835 0.75 0.02 Referenties 1. NVOG standaard Serotiniteit, versie 2.0 2. Caughey et al. Postterm pregnancy: How can we improve outcomes?Obstet Gynecol Survey 2008;63(11):715-724 3. Doherty et al. Prolonged pregnancy: when should we intervere?Curr Opin Obstet Gynecol 2008;20:519-527 4. Sanchez-Ramos et al. Labor induction versus expectant management for postterm pregnancies: a systemic review with meta-analysis.Obstet Gynecol 2003;101:1312-18 5. Briscoe et al. Management of pregnancy beyond 40 weeks’ gestation. Am Fam Physician 2005;71:1935-41 6. Wennerholm et al. Induction of labor vs expectant management for post-date pregnancy: is there sufficient evidence for a change in clinical practice?Acta Obstet Gynecol Scand 2009;88:6-17 7. De Miranda et al. Membrane sweeping and prevention of post-term pregnancy in a low risk pregnancies: a randomised controlled trail. BJOG 2006;113:402-8 Auteur(s) S.W.A. Nij Bijvank