Eline Neerinckx nr.10 6EcMtA Opvoeringsanalyse van een toneelstuk: ‘De Golf’ 1.1 Tekst De titel van het toneelstuk is ‘De Golf’ van Ron Jones. De personages die een belangrijke rol hebben zijn de leraar, Frank Boeykens, en de leerlingen. Vooral Xander heeft een belangrijke rol tussen de leerlingen. Het verhaal gaat over een leerkracht geschiedenis die een experiment wil uitvoeren op z’n leerlingen. Hij wil aantonen hoe een dictatuur ontstaat en zo vormt de klas een groep ‘De Golf’. Het experiment begint uit de hand te lopen, de leden sluiten alle leerlingen die niet bij de groep horen uit en onderscheiden zich van anderen. Uiteindelijk vertelt de leerkracht dat het gewoon een experiment was, hierbij loopt het uit de hand en ontstaat er een schietpartij. Het thema is dictatuur, de leerlingen geloven niet dat er ooit nog zoiets als het nazisme kan opkomen. Meneer Boeykens bewijst hun het tegendeel en zorgt ervoor dat ze zelf in een dictatuur terechtkomen. 1.2 Gezelschap/crew Het toneelgezelschap van het VTI heeft het toneelstuk opgevoerd. De regisseur is Carlo Moens, een ex-leraar. De belangrijkste acteurs zijn Pieter Bauwens, die Frank Boeykens speelt, en Quinten Deleersnyder, die Xander speelt. Sommigen speelden hun rol zeer realistisch, zoals Pieter Bauwens zelf. Dan was er ook een meisje die een leerling vertolkte, Lisa. Lisa was de braafste van de klas, die rol werd zeer overdreven gespeeld. De acteurs hebben zeker luid genoeg gepraat, alles was duidelijk. Ik heb nooit problemen gehad om ze te verstaan. De acteurs speelden wel in op het publiek. Als het publiek bijvoorbeeld moest lachen stelden ze het moment waarbij ze verder moesten acteren even uit. 1.3 Visuele elementen De kleding van de personages was eerst zeer sober, ze werden gekleed als normale leerlingen. Je kon er wel bepaalde typetjes uithalen. Vanaf ‘De Golf’ als groep wat meer begon te vorderen droegen alle leerlingen een zwarte broek/rok en een wit hemd. Dit werd erom gedaan zodat iedereen van de groep gelijk stond aan mekaar, de groep kreeg dus eigenlijk een uniform. Het was vooral realistische kledij, de leerkracht droeg bijvoorbeeld eerst een gewone broek met een hemd erop. Maar dan was er ook Lisa, die opvallend brave kledij droeg. Ook Xander droeg in het begin donkere kleren met een kap die zijn gezicht verborg, dit was omdat hij als een verlegen persoon moest overkomen. Deze twee zijn voorbeelden van symbolische kledij. Er werden niet veel rekwisieten gebruikt tijdens het toneel. Er stonden op het podium enkel een paar stoelen en aan de muren hingen posters met het logo van ‘De Golf’. De basketballen vond ik wel goede rekwisieten. Ze werden gebruikt om op de beat van de muziek te botsen en zo die sfeer te versterken. Dat vond ik toch geslaagd, het leek alsof de groep zijn macht aan het publiek wou tonen. Het decor gaf geen extra informatie over de tijd of de plaats waarin het toneelstuk zich afspeelde. Je zag enkel stoelen, hiermee wist je eigenlijk niets meer over de plaats waar het zich afspeelt maar later wordt wel duidelijk dat het een klas voorstelt. Het weerspiegelt ook geen gevoelens van acteurs. De belichting was niet speciaal, de scène werd in het algemeen goed verlicht. Er werd op een bepaald ogenblik black light gebruikt, zodat de witte hemden zeer goed opvielen. Ook werd de graffiti, die op het decor was aangebracht, benadrukt. Dit gaf een zeer mooi effect, het versterkte weer het gevoel van macht bij ‘De Golf’. 1.4 Auditieve elementen De muziek die werd gebruikt was vooral zeer opzwepend en had snelle beats. De muziek gaf de kracht van ‘De Golf’ weer, het paste zeer goed en het nam het publiek echt mee in het verhaal. Dankzij de botsingen van de basketballen op de grond werd de muziek versterkt waardoor dit effect nog meer van toepassing was. Ik vond dat er zeer goed werd omgegaan met het geluid, het maakte het toneel ook gevarieerder.