5 protozoën

advertisement
5 PROTOZOAN GROUPS
___________________________________________________________________________
EMERGENCE OF EUKARYOTES AND A NEW LIFE PATTERN (84)
Endosymbiosetheorie: eukaryote cellen ontstaan door endosymbiose van
aerobe bacteriën in anaeroben
Aeroben werden mitochondriën
Fotosynthetiserende bacteriën werden chloroplasten
Eéncelligen – Protozoa zijn niet monofyletisch (geen Rijk)
Classificatie onzeker (meerdere fyla en zelfs rijken)
FORM AND FUNCTION (86)
Eén cel met complexe en unieke eigenschappen
LOCOMOTOR ORGANELLES (86)
cilia, flagella, pseudopodia
CILIA AND FLAGELLA (86)
Voortbeweging en genereren van stroming (bouwplan niet kennen)
PSEUDOPODIA (88)
- Pseudopodia: cytoplasmauitvloeisels (endo- en ectoplasma) genereren
amoeboïde beweging (schijnvoetjes)
- Filipodia: ectoplasmatische dunne uitsteeksels
- Reticulopodia: vertakte, netwerkvormende, dunne uitsteeksels
- Axopodia: dunne uitsteeksels met microtubuli
Hoe pseudopodia werken: niet kennen
NUTRITION AND DIGESTION (89)
o auto- en heterotrofen
o fagotrofen (holozoïsch): eten partikels door fagocytose, die ingesloten
worden in een voedselvacuole of fagosoom, waarop vertering volgt door
versmelting met lysosomen
EXCRETION AND OSMOREGULATION (89)
Osmoregulatie bij zoetwatervormen, geactiveeerd door contractiele vacuole
(hypothese van protonpomp niet kennen)
REPRODUCTION (91)
Asexueel en sexueel (=uitwisseling genetisch materiaal door reductiedeling)
ASEXUAL REPRODUCTION: FISSION (91)
SEXUAL PROCESSES (91)
ENCYSTMENT AND EXCYSTMENT (92)
Cyste: duur- of ruststadium dat (langdurige) ongunstige omstandigheden
ametabool overleeft
PHYLUM CHLOROPHYTA (92)
Bezitten chloroplasten: eencellig (algen), meercellig (wieren)
PHYLUM DINOFLAGELLATA (98)
Foto-autroof (bruine of gele chromatoforen)
- Noctiluca (bioluminescentie)
- Zooxantellae : symbiose met (o.a.) koraalpoliepen
- Rode getijden: waterbloei in zeeën (toxines in water: probleem voor
schelpdierhandel (mosselen, oesters)
AMEBAS (99)
- Pseudopodia
- Geschaalde en naakte amoeben in zoet- en zeewater
- Foraminifera: marien, Ca-schaaltjes met kamers, gidsfossielen (fig 5.20)
- Radiolaria: marien, Si-schaaltjes, gidsfossielen (fig 5.21)
___________________________________________________________________________
Plaats in het Dierenrijk
- veel fyla
- informeel: “Protozoa”
Biologische bijdragen
1 intracllulaire specialisatie: organellen
2 taakverdeling van cellen bij koloniale eencelligen: somatisch- reproductief (zoïden)
3 asexuele vermenigvuldiging (mitose)
4 sexuele vermenigvuldiging via zygote
5 eenvoudige reflexen en instincten
6 exoskelet mogelijk
7 alle vormen van voeding (enzymatische vertering)
8 locomotie
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
eigenschappen van Protozoa
1 ééncellig (unicellulair), soms koloniaal
2 microscopisch klein
3 alle symmetrievormen mogelijk
4 geen kiemlaag
5 organellen (geen weefsels of organen)
6 alle levensvormen: vrijlevend, commensaal, parasitair
7 beweging: pseudopodiën, flagellen, ciliën
8 naakt of exo- of endoskelet
9 alle vormen van voeding: auto-, heterotroof, saprozoïsch
10 aquatisch, terrestrisch of symbiont
11 asexuele en sexuele voortplanting
__________________________________________________________________________
Download