DANS Dermatologie/Praktijkmanagement Help, mijn hond heeft jeuk: oorzaken en adviezen Jeuk is een van de lastigste en meest vervelende problemen voor zowel de hond als zijn baasje. Slapeloze nachten kunnen hierdoor worden veroorzaakt! Om definitief van de jeuk af te komen, zal een goede diagnose moeten worden gesteld. Hierdoor kan de jeuk beter gecontroleerd worden en de gezondheid van de hond op de langere termijn bewaakt worden. Annette Jassies-van der Lee Dierenarts-Specialist Dermatologie, DipECVD, PhD Specialistische kliniek Dermatologie voor Dieren te Rhenen en Veterinair Specialistisch Centrum de Wagenrenk Nederland info@ dermatologievoordieren.nl Oorzaken Parasieten Ectoparasieten zoals vlooien, luizen en mijten kunnen jeuk veroorzaken. Vlooien en luizen zijn meestal met het blote oog wel te vinden op de huid of in de vacht. Ook de oogstmijt, of welTrombicula autumnalis, kan soms met het blote oog als kleine oranje speldenknopjes gezien worden op vooral de voeten in de herfst. Voor alle andere mijten is microscopisch onderzoek nodig om de diagnose te stellen. De meest voorkomende mijt bij de hond die jeuk veroorzaakt in NL is Cheyletiella yasguri, oftewel de vachtmijt. Deze veroorzaakt voornamelijk een overmatige schilfering over de rugzijde, welke gepaard gaat met matige tot heftige jeuk. Het wordt vooral vaak gezien bij de jonge hond. Bij demodicose veroorzaakt door Demodex canis mijten, is er in eerste instantie sprake van roodheid (erytheem) en kale (alopecia) huid aan vooral de kop en de poten. De jeuk is in het algemeen minimaal tot matig. De echte schurftmijt, Sarcoptes scabei, geeft juist zeer heftige jeukklachten. Echter, deze laatste mijt komt niet heel vaak voor in NL. Allergie Bij voedselovergevoeligheid worden vaak huidontstekingen gepaard met jeuk gezien met of zonder maagdarmproblemen als veelvuldig braken en diarree. De aanvankelijk rode huid wordt vaak gezien aan de kop, poten, oksels, liezen en/of rond de anus. Een eiwitdeeltje binnen de voeding is meestal oorzakelijk. Om tot een goede diagnose Abstracts | European Veterinary Conference Voorjaarsdagen 2015 van deze aandoening te komen en later het dier goed te kunnen behandelen, zal een eliminatiedieet gegeven moeten worden. Atopische dermatitis, of atopie, komt bij de hond veel voor. Een overgevoeligheidsreactie op normale omgevingsstoffen zoals huisstofmijten en pollen van grassen, planten of bomen is meestal de oorzaak. Deze aandoening kan klinisch heel erg lijken op de voedselovergevoeligheid. De diagnose wordt gesteld aan de hand van een passende anamnese, specifieke klinische criteria, het uitsluiten van andere oorzaken van jeuk en allergietesten. Honden met een vlooienallergie vertonen na een vlooienbeet extreme jeuk. Dit kan leiden tot een rode huid, kaalheid, hotspots en korsten die vooral te zien zullen zijn op de rug, de flanken, de staart, de liezen en de achterpoten. Er hoeft lang niet altijd een vlo gevonden te worden. De diagnose wordt voornamelijk gesteld door middel van een langdurige en hele strikte vlooienbestrijding met goed resultaat. Secundaire huidinfecties Als de hondenhuid niet in balans is, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van een andere huidaandoening zoals hierboven beschreven, kan een secundaire huidinfectie ontstaan. Deze infectie kan op zichzelf de jeuk intenser maken. Bacteriële infecties van de huid (pyodermie) komen bij de hond dan ook vaak voor. Het gaat dan meestal om een Stafylococcus pseudintermedius. Papels, pustels en collarettes zijn dan te zien. Ook kan secundair een Malassezia pachydermatis infectie ontstaan. Deze laatste behoort tot de groep van huidgisten en geeft aanvankelijk vaak een sterk ruikende en vettige vacht. Andere oorzaken Natuurlijk bestaan er nog andere aandoeningen welke leiden tot jeukklachten. Om deze reden is het belangrijk altijd een uitgebreide anamnese af te nemen en goed te kijken naar het klinische beeld. Mede door uitsluiting van veel voorkomende oorzaken van jeuk kan dan de juiste diagnose gesteld worden. Adviezen Het is erg belangrijk dat bij iedere hond met jeuk een ectoparasitaire infectie wordt aangetoond of uitgesloten. In het geval van afwezigheid van ectoparasieten, moet ten minste wel een adequate vlooienbestrijding ingezet gaan worden gedurende de www.voorjaarsdagen.eu DANS Dermatologie/Praktijkmanagement volgende periode waarin de vervolg-diagnostiek zal moeten worden uitgevoerd. Bij aanwezigheid van secundaire huidinfecties zullen ook deze als eerste moeten worden aangepakt. De dierenarts kan beoordelen of dit door middel van het gebruik van een shampoo kan, of dat er ook een systemische therapie (antibioticum kuur, antifungale kuur) moet worden ingezet. Het gebruik van hypoallergene voeding Binnen de gezelschapsdierensector zijn vele verschillende diëten op de markt gebracht. Vele diëten worden verkocht via de dierenartspraktijk. Waarom krijgt nu het ene dier hypoallergeen dieet “A” en het andere hypoallergeen dieet “B” voorgeschreven? Uitleg over en het gebruik van diëten op basis van gehydrolyseerde en geselecteerde eiwitten zal gegeven worden. Ook zal ingegaan worden op het gebruik van het zelfbereide eliminatiedieet. Dit dieet is uitermate geschikt om tot de diagnose voedselovergevoeligheid te komen, maar is veel minder geschikt als onderhoudsvoeding aangezien het niet alle voedingstoffen bevat welke de hond of kat op de lange termijn (>10 weken) nodig heeft. De samenstelling van het zelfbereide eliminatiedieet is: • gekookt struisvogelvlees, paardenvlees of geitenvlees in de hoeveelheid van 150 g/10 kg LG/dag • gekookte aardappels of evt. witte rijst in de hoeveelheid van 150 g/10 kg LG/dag • gekookte sperziebonen mogen erbij gegeven worden (onbeperkt) Om uiteindelijk een goed advies aan de eigenaar te kunnen geven voor de keuze van het onderhoudsdieet, moet goed gekeken worden naar de dieetgeschiedenis van de patiënt en naar het effect van het dieet op deze individuele patiënt. Tot slot is ‘de mening’ van de betreffende hond of kat niet onbelangrijk; de smakelijkheid telt ook mee! Indien de diagnose Atopische dermatitis gesteld is, zal voor een levenslange onderhoudstherapie gekozen moeten gaan worden. Hierbij zal de dierenarts moeten kijken wat het beste bij zowel de individuele hond als zijn baasje past. De keuze zal bestaan uit het gebruik van allergeen-specifieke-immuuntherapie, Apoquel®, Atopica® of glucocorticosteroïden. Hiernaast zal meestal ook gebruik moeten worden gemaakt van shampoo’s en supplementen. Abstracts | European Veterinary Conference Voorjaarsdagen 2015 www.voorjaarsdagen.eu