Wondzorg Ook de taak van de huisarts? Dr. Tom Poelman Huisarts Universiteit Gent Matthijs Samyn Skillslab Universiteit Gent Vaardigheidsdocent Veerle Verleyen Inhoud • • • • Inleiding Acute wondzorg Chronische wondzorg Specifieke aanpak van chronische wonden: – Veneus ulcus Student – Diabetische voetwonden – Decubituswonden Wondmateriaal • Primair verband: bedekt de wonde. • Secundair verband: fixeert het primaire verband. Student Primaire verbanden • Steriele gaascompressen • Niet klevende adsorberende steriele compressen • Vetverband • Isobetadine tulle Student Secundaire verbanden Windsels • Gaas of elastisch Student Secundaire verbanden Pleisters Cave: allergie huid Student Secundaire verbanden Polyurethaanfilm Voordeel: Waterbestendig Student Indeling van wonden -naar de oorzaak van de wonde, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen: 1. traumatische wonden 2. iatrogene wonden 3. chronische wonden: ulcera, decubitus -naar het uiterlijk van de wonde: 1. open wonden 2. gesloten wonden 3. degloving letsels 4. amputaties Student Indeling van wonden naar oorzaak Traumatische wonden Hier onderscheiden we vijf grote groepen: 1. mechanische wonden (beet, schotwonde, blaar door wrijving) 2. thermale wonden (brand- of vrieswonde) 3. wonden veroorzaakt door elektrische stroom 4. chemische wonden (bv. door contact met sterk zuur) 5. stralingswonden Student Indeling van wonden naar oorzaak Iatrogene wonden ontstaan door het beschadigen van de huid en andere structuren bij bepaalde diagnostische of therapeutische procedures. 1. incisiewonden bij heelkundige ingrepen 2. biopsiewonde 3. wonden door laserstralen (vb. vernietigen van wratten) 4. wonden ontstaan door corrosieve producten 5. radiatiewonden bij radiotherapie 6. donorplaats (voor huident) 7. therapeutische amputaties (bij diabetes, bij Student Indeling van wonden naar uiterlijk Op basis van het uiterlijk van een wonde wordt een onderscheid gemaakt in: 1. open wonden (oppervlakkig of diep) 2. gesloten wonden (hematoom) 3. degloving letsel (wonde waarbij de huid distaal van een extremiteit, in zijn geheel afgerukt wordt, zoals een handschoen) 4. amputatie van een lidmaat Opmerking Amputatie: wat te doen bij een afgerukte vinger? • Concreet: in ijs leggen (om alle enzymatische processen zo veel mogelijk stil te leggen) • Vinger eerst in plastiek zakje steken (hygiëne) • Vinger NIET in de mond steken Student Acute wondzorg De behandeling van acute wonden start altijd met het reinigen en/of het ontsmetten (Polyvidon-Iodium 10%; Chloorhexidine 0,05% in water; Chloramine T 0,5% in water; Natriumhypochloriet 0,5% in water) van wonden. De verdere behandeling van acute wonden is altijd in functie van het type wondheling: per primam, per secundam, regeneratief. Student Aanpak acute wonden snijwonden Student Aanpak acute wonden bijtwonden Student Bijtwonden: wanneer antibiotica? • Indien bijtwonde niet geïnfecteerd is: • • Zelfs de beste antibioticumprofylaxe is minder effectief dan vroege lokale behandeling! 2-7 dagen van profylaxe kunnen nodig zijn bij bijtwonden met een hoog risico op infectie: de bijtwonde bevindt zich ter hoogte van de handen (GRADE 1A) de bijtwonde is veroorzaakt door een mens (GRADE 1B) of een kat (GRADE 1C) de bijtwonde gaat gepaard met veel oedeem de bijtwonde is klein en diep de bijtwonde gaat mogelijk tot op het bot of in het gewricht de bijtwonde bevindt zich in de buurt van een gewrichtsendoprothese de bijtwonde ligt in de buurt van de genitaliën een bijtwonde ter hoogte van het gelaat die gehecht werd de patiënt is immunologisch verzwakt (overmatig alcoholgebruik, asplenie, primaire ziekte en systemische medicatie) de patiënt heeft stoornissen van bloed of lymfevaten in de extremiteiten (diabetes, ASO) de bijtwonde wordt pas na 8 uur behandeld (GRADE 2C) • Indien bijtwonde wel geïnfecteerd is: • • Zelfde antibiotica maar de behandelingsduur verlengen tot 10 dagen (GRADE 1C). Controleer een geïnfecteerde wond na 24-48 uur. Bronnen: EBM Practice Net-Bijtwonden; BAPCOC Antibioticagids editie 2012 Bijtwonden: welk antibioticum? Eerste keuze: (GRADE 2C) • Amoxicilline-clavulaanzuur 1,5 g per dag in 3 giften (kind: 30-40 mg/kg per dag in 3 giften) Bij IgE-gemedieerde penicilline-allergie: • Bij volwassene : Doxycycline 200 mg in 2 giften de eerste dag, vervolgens 100 mg per dag indien kat-of hondenbeet (GRADE 2C) of moxifloxacine 400 mg per dag in 1 gift indien mensenbeet (GRADE 2C) • Bij kinderen: Co-trimoxazol in combinatie met clindamycine Bij bijtwonden moet men steeds de vaccinatiestatus voor tetanus nakijken (indien nodig vaccineren) en eventueel het risico op rabiës evalueren. Bronnen: EBM Practice Net-Bijtwonden; BAPCOC Antibioticagids editie 2012 https://upb-avb.be/assets/antibioticagids-NL-d96b19ad.pdf Topische antibiotica? Een aantal stelregels bij het gebruik van topische antibiotica (AB): 1. De toepassing ervan moet uitzonderlijk blijven. 2. Er treedt soms contactallergie op bij het gebruik van topische antibiotica. 3. Er treedt vaak resistentie op bij het gebruik van topische antibiotica. 4. Een algemene AB-therapie is aangewezen als er ter hoogte van een wonde infectie optreedt. Het AB wordt, indien mogelijk, gekozen in functie van de kweek van wondvocht of van een wondbiopt Student Aanpak acute wonden bloedingen Student Aanpak acute wonden bloedingen Soorten bloedingen • Arteriële bloedingen herkent men door een gulpende stroom van rood bloed, synchroon met de pols. Let op! Bij shock met lage bloeddruk zal het bloed niet meer helder rood gekleurd zijn, doch ook donkerder rood worden door het zuurstoftekort. Student • Veneuze bloedingen • Cappilaire bloedingen Aanpak acute wonden bloedingen Behandeling: Rechtstreekse druk Onrechtstreekse druk Hoogstand Ijs (knevel) Student Aanpak acute wonden brandwonden Omdat de meeste brandwonden (70%) nog steeds thuis worden opgelopen, is het vaak de huisarts die in eerste instantie met brandwonden wordt geconfronteerd. Zijn beoordeling en therapeutische aanpak kunnen beslissend zijn voor het uiteindelijke functionele en esthetische resultaat. Eerste hulp is erop gericht verdere schade te beperken en, indien nodig, de patiënt optimaal voor te bereiden op een transport naar het ziekenhuis. In de meeste gevallen is er slechts een kortstondig contact met de warmtebron. Thermische brandwonden door warmte zijn het meest frequent, waarbij "scalds", verbranding door hete vloeistoffen de meest voorkomende oorzaak is bij kinderen. Student Een schatting van de diepte van een brandwonde gebeurt, na anamnese, vooral op basis van het klinische aspect en het testen van de gevoeligheid (pin-pricktest) en de vasculariteit (refill test) van de verbrande huid, of aan de hand van de snelheid van de genezing. Aanpak acute wonden Graden brandwonden 1ste graads brandwonde • Klinisch: roodheid, zwelling, geen blaren, vaak pijnlijk • Spontane heling: na 3 tot 4 dagen • Therapie: - koud stromend water (10’) - topisch corticoïd (~ pijn) Student Aanpak acute wonden Graden brandwonden Oppervlakkige 2de graads brandwonde • Klinisch: roodheid, blaarvorming, exsudatie, veel pijn • Spontane heling: na 2 tot 3 weken, weinig tot geen litteken • Therapie: - koud stromend water (10’) - open prikken van eventuele blaren - hydrogel (vb. Flamigel®, Intrasitegel®) of vaselinegaas na reiniging met fysiologisch water (1x daags verbandwissel). Student Aanpak acute wonden Graden brandwonden Diepe 2de graads brandwonde • Klinisch: roodheid, blaarvorming, weinig exsudatie, weinig pijn (hoe dieper de wonde, hoe minder pijn, de zenuwenuiteinden zijn mee verbrand) • Spontane heling: ongeveer 3 weken, litteken • Therapie: cf. oppervlakkige tweede graad brandwonde Student Aanpak acute wonden Graden brandwonden 3de graads brandwonde • Klinisch: de huid vertoont een lederachtig aspect. Er is afwezigheid van pijn, ongevoeligheid (de “pin-pricktest” waarbij men met een naald in de brandwonde prikt, toont aan dat de brandwonde ongevoelig is). • Spontane heling: er is wondgenezing na maanden, met litteken. • Therapie: acuut: koud stromend water (10’) Behalve voor kleine wondjes, is chirurgie noodzakelijk. Student Aanpak acute wonden Evaluatie brandwonden Er is al dan niet opname naargelang de uitgebreidheid en de lokalisatie van de brandwonde. Regel van 9 volgens Wallace Student De lokalisatie van een brandwonde kan bepalend zijn voor bijkomende problematiek. Aanpak acute wonden Evaluatie brandwonden Steeds opname bij: • Verbranding van de luchtwegen • Verbranding van het gezicht • Verbranding van handen, voeten • Verbranding van de genitalia Student • Meer dan 15% partial thickness • Meer dan 2% full thickness Aanpak acute wonden Tetanus vaccinatie Wat is tetanus? Tetanus is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door een veel voorkomende anaërobe bacterie, Clostridium tetani, die gewoon in de aarde voorkomt. Dit leidt tot een overstimulatie van de spieren met de typische contracturen (kaakkramp) tot gevolg. Student De zeer pijnlijke krampen kunnen vervolgens in alle skeletspieren optreden Ook stuipen kunnen voorkomen. Zonder behandeling is tetanus vrijwel altijd dodelijk. Aanpak acute wonden Tetanus vaccinatie Belang van vaccinatie: • Na een verwonding is er een reëel gevaar voor tetanus door contact met aarde of straatstof. • Er is een mortaliteit van 40% indien tetanus zich ontwikkelt. Student • Een adequate vaccinatie biedt afdoende bescherming tegen tetanus. Aanpak acute wonden Tetanus vaccinatie BASISVACCINATIESCHEMA TETANUS 2012 (bron HGR 8546) 1ste vaccinatie Leeftijd: 8 weken* 2de vaccinatie Leeftijd: 12 weken * 3de vaccinatie Leeftijd: 16 weken * 4de vaccinatie Leeftijd: 15 maand* 5de vaccinatie Leeftijd: 14 jaar* herhalingsvaccinatie Om de 10 jaar** Student * Bij normale primovaccinatie, de eerste vaccinatie kan ook op oudere leeftijd. ** uitzondering tetanus prone wonden na 5 jaar Wanneer tetanusvaccinatie na wonde? Bron: Hoge Gezondheidsraad 2009 Wat is een risicowonde? Kneus- of verbrijzelwonden, bijtwonden, prikwonden door houtsplinters of doornen of wonden die met aarde of dierlijke uitwerpselen werden bevuild. Wonden die niet binnen de 6 uur verzorgd werden. Bron: Hoge Gezondheidsraad 2009 Wanneer tetanusvaccinatie na wonde? Bron: Hoge Gezondheidsraad 2009 Wat is een primovaccinatie voor volwassenen? Een volledige basisvaccinatie tegen tetanus voor een volwassene omvat drie injecties op tijdstip 0, na 1 maand en na 6 maanden tot 1 jaar. Elke vaccinatie registeren in vaccinnet: https://www.vaccinnet.be/Vaccinnet/welkom.do Bron: Hoge Gezondheidsraad 2009 Hoe worden immunoglobulinen toegediend? Bij het gelijktijdig toedienen van een vaccin en immunoglobulinen moeten beide producten op verschillende plaatsen ingespoten worden met twee afzonderlijke spuiten, dit om neutralisatie van zowel het vaccin als de immunoglobulinen te vermijden. Boven de leeftijd van 1 jaar wordt het vaccin in de arm (M. deltoideus) en worden de immunoglobulinen in de bil (M. gluteus) ingespoten. Bron: Hoge Gezondheidsraad 2009 Chronische wondzorg Student Terugbetaling van chronische wondzorg • steriele klassieke en adsorberende gaaskompressen, bepaalde types niet-adherente compressen en windsels worden door het RIZIV terugbetaald als magistrale bereiding • lijst van actieve verbandmiddelen waarvoor het RIZIV een tegemoetkoming in de kosten voorziet voor patiënten met chronische wonden, d.w.z. wonden die na 6 weken behandeling onvoldoende geheeld zijn • verpleegkundige zorg Wat zijn actieve verbandmiddelen? BCFI: “Het doel van actieve verbandmiddelen is het creëren van optimale condities voor de wondgenezing. Geen enkele van de bestaande verbandmiddelen combineert alle verwachte eigenschappen op een optimale manier, waardoor verschillende verbandmiddelen aangewezen kunnen zijn in verschillende stadia van de wondheling” Student Wanneer welk verbandmiddel gebruiken? • In de eerste plaats houdt men rekening met de vochtigheidsgraad en de kleur van de wonde: – zwarte wonden: bedekt met zwarte necrose. – gele wonden: bedekt met een geel beslag of gele korst. – rode wonden: vrij van débris en met een granulerende bodem. • daarnaast moet men ook rekening houden met tekens van infectie en met de status van de wondranden • samengevat houdt men dus rekening met TIME= Tissue, Infection, Moisture, Edge Een uitgebreid gamma! • • • • • • • Alginaatverbanden (vb. Flaminal®): vormen in contact met wondvocht een gel waarin exsudaat en mogelijk ook bacteriën worden gecapteerd; ze zijn dus geïndiceerd bij matig tot sterk exsuderende rode en gele wonden; CI: droge wonden Hydrovezelverbanden (vb. Aquacel®): vormen in contact met wondvocht een gel waarin exsudaat en mogelijk ook bacteriën worden gecapteerd; ze zijn dus ook geïndiceerd bij matig tot sterk exsuderende rode en gele wonden; CI: droge wonden Schuimverbanden (vb. Allevyn®): hebben een grote capaciteit om wondvocht, weefselresten, etter en necrotisch weefsel te absorberen; ze zijn dus geïndiceerd bij matig tot sterk exsuderende rode en gele wonden; CI: droge wonden, geïnfecteerde wonden Hydrocolloïdverbanden (vb. Duoderm®): vormen in contact met wondvocht een gel waarin exsudaat en mogelijk ook bacteriën worden gecapteerd; omdat ze een lager adsorptievermogen hebben dan alginaatverbanden zijn ze dus geïndiceerd bij weinig tot matig exsuderende rode en gele wonden; CI: gemacereerde wondranden, geïnfecteerde wonden Hydrogels (vb. Intrasite®): kunnen water vasthouden en vrijgeven, waardoor droge wonden gehydrateerd worden en debridering van necrotisch weefsel mogelijk is; ze zijn dus geïndiceerd bij weinig tot matig exsuderende rode, gele en zwarte wonden; CI: geïnfecteerde wonden Siliconenverbanden (vb. Mepitel®): vormen een niet-adherente wondcontactlaag; ze zijn dus geïndiceerd bij pijnlijke acute en chronische wonden waarbij verkleving moet worden voorkomen; ook geïndiceerd voor skin tears; CI: geïnfecteerde wonden Koolstofverbanden: elimineert geur; ze zijn dus geïndiceerd bij alle soorten wonden met een sterk storende geur. Terugbetaling van klassieke verbanden en windels Steriele klassieke en adsorberende gaaskompressen, bepaalde types niet-adherente compressen en windsels worden door het RIZIV terugbetaald als magistrale bereiding; zie: www.riziv.fgov.be/drug/nl/drugs/magisterialpreparations/pdf/annexe026.pdf Terugbetaling van klassieke verbanden en windels Niet klevende adsorberende steriele compressen: één module = één doos met minimum 5 compressen waarvan de totale oppervlakte minimum 625 cm² bedraagt Bvb. één doos melolin met 25 compressen 5 x 5 cm of één doos zetuvit met 10 compressen 10 x 10 cm Maximumhoeveelheid per recept = 3 modules (I x 3) Rekwindsel: één module = één windsel Bvb. één MPH Elastische crêpewindel 10 cm x 4 m Maximumhoeveelheid per recept = 3 modules (I x 3); één breedte per voorschrift Gaaswindsel: één module = twee windsels Bvb. twee windsels lastotel 4cmx4m Maximumhoeveelheid per recept = 3 modules (II x 3) Steriele gaascompressen waarvan de totale oppervlakte niet meer bedraagt dan 1,2 m², ongeacht de individuele afmetingen van de compressen: één module = één verpakking Bvb. één verpakking met STELLA 1 CP. Ster. 5x5x40 of STELLA 2 CP. Ster. 7,5x5x24 of STELLA 3 CP. Ster. 7,5x7,5x20 of STELLA 4 CP. Ster. 7,5x10x15 of STELLA 5 CP. Ster. 10x10x12 Maximumhoeveelheid per recept = 3 modules (I x 3) Per geneesmiddelenvoorschrift mogen verschillende formaten van compressen voorgeschreven worden! Terugbetaling van actieve verbanden • Voorwaarde: wonden die gedurende 6 weken zijn behandeld en die na deze periode onvoldoende geheeld zijn. • De behandelend arts moet hiervoor een "kennisgeving" invullen en opsturen naar de adviserend geneesheer van het ziekenfonds. Deze kennisgeving geeft recht op de tegemoetkomingen voor max. 3 maand, maar is wel 3 keer hernieuwbaar. • De behandelend arts moet op de voorschriften voor de apotheker de vermelding "derdebetalersregeling van toepassing" aanduiden. • Hoeveel terugbetaald? forfaitaire tegemoetkoming van 22,59 EUR /maand + bijkomende tegemoetkoming van 0,25 EUR voor verbandmiddelen op de lijst verbandmiddelen • De kosten van de verbandmiddelen die de patiënt zelf nog moet betalen komen in aanmerking voor de maximumfactuur • Zie: http://www.riziv.fgov.be/citizen/nl/medicalcost/specific/chronic/index.htm Terugbetaling verpleegkundige zorg • http://www.riziv.be/care/nl/infos/infobox/doc tor/pdf/part3.pdf Voorschrift verpleegkundige zorg • Wondverzorging is een B1-verstrekking, wat betekent dat de verpleegkundige de technische bevoegdheid heeft om deze verstrekking zonder voorschrift uit te voeren. • Wanneer wondverzorging in het raam van de verpleegdagprijs (dus in het ziekenhuis) wordt uitgevoerd is er geen voorschrift nodig. • Indien wondverzorging in het kader van de thuiszorg wordt uitgevoerd is voor de terugbetaling een voorschrift van een arts nodig. • Geen voorschrift nodig voor het bezoek van een referentieverpleegkundige bij specifieke wondzorg en het toezicht op een wonde met bioactief verband gedurende de periode waarvoor het verzorgen van een wonde is voorgeschreven. Welke gegevens moet het voorschrift verpleegkundige verzorging bevatten? • De naam, voornaam, RIZIV-nummer van de voorschrijver en de datum. • De naam en voornaam van de patiënt • De aard van de te verlenen zorg • Een omschrijving van de wonde (dit om te kunnen uitmaken of het om een gewone, complexe of specifieke wondzorg gaat) • De periode en de frequentie van de verzorging • De posologie van de toe te dienen geneesmiddelen Een ulcus Student Veneus of arterieel?? Veneus Arterieel •Lokalisatie: boven mediale malleolus •Begrenzing: grillige wondranden •Meestal onwelriekende geur •Pitting oedeem •Enkel-armindex ≥ 0,9 •Nachtelijke pijn, kramp •Varices •Hyperpigmentatie, atrofie blanche en induratie •Zwaar, vermoeid gevoel bij stilstaan, dat afneemt bij lopen •Jeuk •Lokalisatie: laterale zijde scheenbeen, voorvoet/tenen •Begrenzing: scherpe wondranden •Meestal zwarte wondbodem •Meestal geen oedeem •Enkel-armindex < 0,9 •Vaak meer pijn dan veneuze ulcera, nachtelijke pijn, vermindert door afhangen van het been •Claudicatio intermittens •Koude, blauw/witte voet •Zwakke/afwezige perifere pulsaties Bron: NHG-standaard Ulcus cruris venosum Hoe een chronische wonde omschrijven? TIME: een methodiek om de lokale verstorende factoren van een wonde te beoordelen. T Staat voor Tissue (weefsel) waarin er een omschrijving wordt gegeven of het weefsel vitaal of niet vitaal is. Granulatieweefsel (rood) is vitaal weefsel, necrose of fibrine (zwart of geel) is niet vitaal weefsel. I Staat voor Infection (infectie) waarin aangegeven wordt of het wondbed wel of niet geïnfecteerd is. Primaire infectiekenmerken zijn: roodheid, pijn, zwelling en warmte. Secundaire infectiekenmerken zijn: gebrek aan gezond granulatieweefsel, kleurverandering in het wondbed, broos snel bloedend granulatieweefsel, stagnatie van wondgenezing langer dan 4 weken en onverklaarbare wondpijn. M Staat voor Moisture (vocht) waarin een omschrijving gegeven wordt van de mate van exsudaat (nat, vochtig en droog). E Staat voor Edge (wondranden) waarin een omschrijving wordt gegeven of deze wel of niet intact zijn. Bij intacte wondranden kan er reepithelialisatie plaatsvinden, bij niet intacte wondranden zijn deze al gesloten en kunnen de epitheelcellen niet meer migreren over het wondbed. Ook wordt de wondomgeving beschreven: maceratie (verweking), eczematisch, ondermijning,... Hoe behandelen? • reinig de wonde d.m.v. douche of in proper kraanwater gedrenkte gazen; • debrideer de necrose (indien gepaard met veel pijn: start lokale pijnstilling); • bescherm de ulcusrand met bijvoorbeeld zinkoxide-waterpasta: R/Zinkoxide 25 g Glycerol 25 g Gezuiverd water 25 g Talk 25 g DT/ 300g • breng een primair verband aan afhankelijk van de kleur (zwart, geel, rood), de vochtigheidsgraad (nat, vochtig, droog) en de infectiegraad; • breng secundair verband aan: absorberend verband bij natte en vochtige ulcera, gaasverband bij droge ulcera • wondwisser en systemische antibiotica bij infectie Bron: NHG-standaard Ulcus cruris venosum Wel of geen compressietherapie? Bij de behandeling van een zuiver veneus ulcus (EAI ≥0,9) : 1. wordt er gekozen voor sterke compressie (tussen 30 en 40 mmHg aan de enkel). 2. is sterke compressie doeltreffender dan lage compressie. 3. is meerlagige compressie doeltreffender dan eenlagige compressie. 4. is er geen statistisch significant verschil in doeltreffendheid wat de wondheling betreft tussen : a. Elastische en niet-elastische meerlagige verbanden. b. Tussen steunkousen en verbanden op voorwaarde dat een compressie van 30 à 40 mmHg in acht wordt genomen. 5. moet de compressie correct worden toegepast wat impliceert dat de verpleegkundigen zwachteltechnieken krijgen aangeleerd. Bron: Aanbeveling voor goede praktijkvoering in de verpleegkunde: Behandeling van veneuze ulcera in de thuisverpleging. Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu. Diabetische voet Student • Niet te lang aarzelen om patiënt door te verwijzen naar voetkliniek • Ook de context behandelen: Neuropathie – Arteriopathie – Limited joint mobility leiden tot weefselafbraak en infectie! Neuropathie • Semmes-Weinsteinmonofilament van 10 g. • Kortstondig loodrecht tegen de huid van de voet tot het een C-vorm aanneemt. • Ongeveer 1 seconde en niet over de huid schuiven. Waar en wanneer positief? • Waar? Plantair ter hoogte van de hallux, over metatarsaalkoppen 1 en 5. • Positief indien twee van de drie drukpunten niet worden gevoeld. Arteriopathie • Klachten van claudicatio en/of rustpijn (diabeten met neuropathie verliezen vaak pijnalarmen) • Palpatie van de arteriële pulsaties van de voeten. • Een bleke voet bij opheffen die bij afhangen hevig rood aankleurt is een teken van kritisch vaatlijden. Limited joint mobility • Lichte orthopedische misvormingen: prominente metatarsaalkoppen met minimale eelten en/of soepele hamer- of klauwtenen en/of beperkte hallux valgus <30°, • Zware orthopedische misvormingen: ernstiger orthopedische afwijkingen. • Charcot-voet, een fragmentatie van de voetbeentjes met verlies van de boogstructuur van de voet, geeft een zeer hoog risico op diabetische voetwonden. Hamerteen Hallux valgus Charcot Samengevat: 1 2a 2b 3 (één van deze) Neuropathie neen * ja ja ja - Orthopedisch e neen misvorming* * neen licht* zwaar Charcot*** Vaatlijden neen neen neen neen ja Vroegere voetwonde neen of amputatie neen neen neen ja Risico matig hoog zeer hoog extreem hoog Risicogroep 0 laag Bron: Aanbeveling voor goede praktijkvoering in de verpleegkunde: Behandeling van veneuze ulcera in de thuisverpleging. Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu. Diabetische voet: Wanneer doorverwijzen naar het Diabetes Voet Centrum? • Wat? multidisciplinair team van artsen (internist-diabetoloog, vaatchirurg, orthopedisch chirurg, plastisch chirurg, revalidatiearts, dermatoloog), gipsverbandmeester, diabetesverpleegkundige, podoloog, pedicure, dietist, wondverpleegkundige, orthopedisch schoenmaker, psycholoog, sociaal helper. • Wanneer? Patiënten met een sterk verhoogd risico op voetproblemen (vanaf risicoklasse 2b) worden het best vroegtijdig naar een diabetesvoetkliniek verwezen voor een grondige evaluatie van het probleem. Bij een diabetespatiënt moeten actieve voetproblemen zoals ulceratie, infectie of gangreen als ernstig worden beschouwd en onmiddellijk worden doorverwezen. Bron: Aanbeveling voor goede praktijkvoering in de verpleegkunde: Behandeling van veneuze ulcera in de thuisverpleging. Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu. Decubitus Student Definitie van decubitus • Iedere degeneratieve verandering van huid en onderhuids weefsel door schuifkrachten of druk bij een (ten dele) immobiele patiënt. Voorkeursplaatsen: stuit, hiel, malleolus, tuber ischiadicum, trochanter major • Classificatie volgens het European Pressure Ulcer Advisory Panel (EPUAP): Stadium I niet-wegdrukbare roodheid. Stadium II bullae, excoriaties. Stadium III oppervlakkig ulcus (niet tot aan bot, pezen of gewrichtskapsel). Stadium IV diep ulcus (tot aan bot, pezen of gewrichtskapsel). Gestructureerde beoordeling en opvolging van het letsel • • • • • • Een consistente en uniforme meetmethode om de grootte van het letsel vast te leggen (bv. lengte, breedte, diepte, tunneling en ondermijning). De diepte van het letsel moet gemeten worden met een steriel instrument. Dit moet voorzichtig gebeuren om schade te voorkomen. De beoordeling van tekens van heling (bv. verminderde vochtproductie, verminderd wondvolume en verbeterd weefsel in de wondbodem). Het gebruik van foto’s om een wonde tijdens een langere periode te kunnen opvolgen. Het gebruik van een gestandaardiseerd classificatiesysteem (zoals EPUAP Classificatie systeem) bij de initiële beoordeling van de decubituscategorie. De regelmatige wondbeoordeling en opvolging (bv. PUSH-tool; PSST; Sessing scale) met een frequentie afhankelijk van de wondtoestand en de resultaten van de holistische beoordeling van de patient. Observeer bij elke verbandwissel de wonde op ontwikkelingen die een indicatie kunnen zijn voor de nood aan veranderingen in de behandeling (bv. Verbetering van de wonde, achteruitgang van de wonde, meer of minder exsudaat, tekens van infectie of andere complicaties). http://www.best.ugent.be/BEST3_NL/nederlands_schalen_thema_s_wondzorg1.html Elke wondbeoordeling en gerelateerde interventie moet gedocumenteerd en gedateerd worden. Bron: KCE Report 203As Behandeling doorligwonden Decubitus wonde, ook de context behandelen! • Adequate pijnbehandeling: WHO-stappenplan. • Voedingsondersteuning gebaseerd op: gedetailleerde beoordeling van de voedingsstatus (bv. “Mini-Nutritional Assessment”); algemene gezondheidstoestand; voorkeuren van het individu; advies van een zorgverlener met specifieke competenties over voedingsgerelateerde zorgverlening om een juist aanbod van calorieën, proteïnen, koolhydraten, vetten, vocht, vitaminen en mineralen te bekomen vooral als de voedselinname beperkt is, of als er een vermoeden of een bevestiging is van tekorten (GRADE 2C). • Drukverdelende materialen: Het gebruik van drukverdelende materialen moet gecombineerd worden met het regelmatig toepassen van wisselhouding (GRADE 1c). Vermits er geen aantoonbare wetenschappelijke bewijskracht is om één drukverdelend systeem boven een ander aan te bevelen (bv. systeem met luchtcirculatie of systeem met alternerende druk), moet de keuze van het drukverdelend materiaal gebaseerd zijn op een globale beoordeling van de toestand van de patiënt, inclusief wondevolutie en druk opheffende mogelijkheden, risicograad, comfort en algemene gezondheidstoestand. Bron: KCE Report 203As Behandeling doorligwonden TAKE HOME MESSAGES • Acute wonden: reinigen, primair verband, secundair verband tetanusvaccinatie! systemische antibiotica bij bijtwonden! brandwonden: tijdig doorverwijzen! • Chronische wonden: beoordelen en opvolgen (TIME) reinigen, ev. debrideren, primair (actief) verband, bescherming van de wondranden, secundair verband bij vermoeden van infectie: wondwisser en systemische antibiotica ook de context behandelen! diabetische voet: tijdig overleggen met voetkliniek!