Nota VEV - Bryo.be

advertisement
Voka – Vlaams Economisch Verbond vzw
Koningsstraat 158 te 1000 Brussel
tel. 02 229 81 11
[email protected], www.voka.be
Federale en Vlaamse begroting:
Samenvatting en evaluatie
De federale en Vlaamse regering hebben eind vorige week een ontwerp van
begrotingscontrole voorgesteld dat ons gezamenlijk begrotingstekort in 2013 moet
beperken tot 2,46 % van het bbp. Hieronder volgt een samenvatting van de voornaamste
maatregelen voor de bedrijven en een evaluatie ervan.
Deze samenvatting en evaluatie zijn gebaseerd op de partiële informatie die vandaag, 3
april 2013, beschikbaar is en kan dus nog evolueren in functie van nieuwe elementen of
nadere verduidelijkingen die later bekend zouden raken.
1. Samenvatting begrotingsmaatregelen federaal
Bij een verwachte economische groei van 0,2 % in 2013 moesten de federale overheid en
de deelstaten bij deze begrotingscontrole 2,1 miljard euro vinden om het globale
begrotingstekort structureel te verbeteren met 0,6 % bbp. Bij een structurele verbetering
wordt geen rekening gehouden met de positieve of negatieve impact van eenmalige
maatregelen of schommelingen in de economische conjunctuur. Toegevoegd aan de
structurele inspanning van 0,4 % bbp bij de begrotingsopmaak eind vorig jaar moet dit dus
leiden tot een globale verbetering van het structureel begrotingssaldo met 1 % bbp ten
opzichte van 2012. Hierdoor wordt het begrotingstekort in nominale termen beperkt tot
2,46 % bbp.
Van deze 2,1 miljard euro neemt de federale overheid (+ sociale zekerheid) ongeveer twee
derde (1,4 miljard) op zich. Voor het overige derde (748 miljoen) rekent men op de
deelstaten.
De federale regering heeft deze saneringsinspanning van 1,4 miljard euro gerealiseerd
door:

523 miljoen euro besparingen (37,3 %)


353 miljoen euro lastenverhogingen (25,2 %)
524 miljoen euro overige – waaronder veelal inkomstenverhogingen zoals
dividenden en technische correcties (37,4 %)
Er wordt onder meer gesaneerd in de apparaatskosten van de overheid. Zo gaat er
bijvoorbeeld 0,5 procent af van de totale omvang van de ambtenarenlonen. Dit vertaalt
zich in concreto wellicht in een wervingsstop. De werkingskredieten nemen bijkomend met
1 % af. De uitgaven voor gezondheidszorg mogen dit jaar slechts met 0,2 % bovenop
inflatie groeien in plaats van met 0,7 %. Dat levert een bijkomende besparing van 166
miljoen op. Daarnaast zijn er nog tal van punctuele maatregelen die nog nader moeten
worden toegelicht.
De voornaamste extra lasten die het bedrijfsleven aanbelangen zijn:

Bedrijven kunnen vanaf dit jaar in bepaalde gevallen nog slechts 35 procent btw
recupereren voor bedrijfswagens, terwijl dat vroeger 50 procent was. Deze
maatregel was weliswaar reeds eerder beslist, maar nog niet budgettair
doorvertaald (115 miljoen).

De verhoging van de roerende voorheffing op liquidatieboni vanaf oktober 2014
van 10 naar 25 procent. De regering rekent hierbij op versnelde vereffeningen in
2013 waardoor 80 miljoen extra zou worden geïnd.

De verdere aftopping van de notionele-interestaftrek (30 miljoen) die volgt op een
aftopping van 256 miljoen bij de begrotingsopmaak 2013.
Ten slotte voorziet de federale regering ook 524 miljoen overige inkomsten. De
belangrijkste zijn het extra dividend van de Nationale Bank (321 miljoen) en een technische
correctie bij de inschatting van de fiscaliteit op zonnepanelen (146 miljoen).
2. Samenvatting begrotingsmaatregelen Vlaamse overheid
De Vlaamse regering slaagt er in haar begroting in evenwicht te houden ondanks een
vermindering met 319 miljoen van de federale dotaties ingevolge de verslechterende
economie. Om deze tegenvaller te compenseren rekent ze in essentie op het niet volledig
honoreren van voorzien beleid, zoals in 2012. Over deze aannames en de achterliggende
beslissingen bestaat nog onvoldoende duidelijkheid.
Voka - Vlaams Economisch Verbond
Voka nota VEV | 2
Daarentegen is de Vlaamse overheid iets explicieter over nieuwe beleidsmaatregelen. Het
betreft vooral middelen voor extra investeringen, onder meer in (onderhoud van) wegen
(100 miljoen) en schoolinfrastructuur (46 miljoen in 2013). Lastenverlagingen voor
ondernemingen of extra middelen voor onderzoek en ontwikkeling ontbreken. De regering
kondigt ook al een aantal extra uitgaven aan voor 2014 (scholenbouw, extra plaatsen voor
cursisten Nederlands, extra PPS-vergoedingen investeringen in zorginfrastructuur). De
financiële dekking daarvan is vooralsnog onduidelijk. Men voorziet een buffer van 150
miljoen euro om tegenslagen op te vangen.
3. Evaluatie
De positieve elementen zijn:




Het begrotingstekort wordt, ondanks moeilijke economische omstandigheden,
verder afgebouwd. De Vlaamse regering voorziet enige buffer.
Enkele lastenverhogingen met belangrijke impact op alle bedrijven werden
afgewend (bijv. minimumbelasting voor vennootschappen).
Er wordt voorzien in een overgangstermijn tot oktober 2014 voor de verhoging van
de roerende voorheffing op liquidatieboni.
Er wordt voor 523 miljoen bespaard op de federale overheidsuitgaven.
De negatieve elementen zijn:


Door de afgenomen economische groei mikt de regering nu op een
begrotingstekort van 2,46 % bbp in plaats van het eerder vastgestelde objectief van
-2,15 % bbp. Daar staat weliswaar een beoogde structurele verbetering van het
tekort met 1 % bbp tegenover. Die beoogde inspanning is echter niet volledig
structureel. Zo rekent de regering hierin meevallers zoals extra dividenden mee.
België is er in de periode 2009-2012 nooit in geslaagd zijn structureel
begrotingstekort met 0,75 % bbp per jaar te verbeteren, zoals Europees
afgesproken. Het blijft dan ook afwachten op het oordeel van de Europese
Commissie eind mei.
Een belangrijk deel van de structurele inspanning vindt opnieuw aan
inkomstenzijde plaats door verschillende lastenverhogende maatregelen. Opnieuw
zijn het de kapitaalbelastingen die het sterkst stijgen (bvb de registratierechten op
Voka - Vlaams Economisch Verbond
Voka nota VEV | 3



erfpacht, de liquidatiebonussen, de notionele-interestaftrek,….). In globo liggen die
kapitaalbelastingen al beduidend boven het Europese gemiddelde.
Op Vlaams niveau is de bereidheid om het bestaande beleid structureel te blijven
herzien verminderd nu het eigen begrotingsobjectief – een begroting in evenwicht is bereikt. Van de verhoging van de kostendekkingsgraad bij De Lijn wordt geen
verder werk gemaakt. Van een efficiënter werkende overheid naar eigen zeggen
wel, hoewel thans nog onduidelijk is wat concreet bedoeld wordt met “
structuurverbeteringen door het samenwerken tussen verschillende
departementen en agentschappen”.
De Vlaamse overheid rekent op een aanzienlijke toename van de onderbenutting.
Te vrezen valt dat die zich zoals vorig jaar in belangrijke mate voordoet bij
economieversterkende uitgaven (subsidies aan bedrijven, Waterwegen en
Zeekanaal, het Fonds voor Eenmalige Investeringen). Het budgettaire plaatje oogt
daardoor toch mooier dan het reële, spijts de bijkomende investeringsmiddelen.
De Vlaamse regering voorziet weliswaar enige buffer (150 miljoen) in haar
begroting om mogelijke tegenvallers op te vangen. Dit volstaat echter niet indien er
vanaf 2014 een aanzienlijke lastenoverdracht van de federale overheid naar de
deelgebieden zou plaats vinden. Over die lastenspreiding moet tussen de
verschillende overheden nog worden onderhandeld.
De verschillende overheden hollen van begrotingscontrole naar begrotingscontrole. Via
een amalgaam van kleine, complexe maatregelen tracht men het minimale te doen om de
begroting op korte termijn onder controle te houden. Niemand mag daarbij iets voelen.
Deze kleine maatregelen bevatten echter geen duurzame fundamenten en structurele
doorbraken om de houdbaarheid van onze openbare financiën te garanderen. Die
houdbaarheid blijft onder druk staan door een afkalvende concurrentiekracht, een
staatsschuld die aanschurkt tegen de 100 % bbp en een extra vergrijzingskost van 3,9 %
bbp tegen 2030. Daar waar andere landen thans de begroting 2014 en volgende
voorbereiden kijken onze regeringen niet verder dan dit jaar. Dat wekt onvoldoende
vertrouwen.
Voka - Vlaams Economisch Verbond
Voka nota VEV | 4
Download