Opdracht 3.2

BEREKENEN VAN KOSTPRIJS; UITVAL
Uitval zijn afgekeurde producten. Ook afgekeurde producten zijn geproduceerd.
Bij de berekening van de kostprijs van een (goedgekeurd) product moet je dus eerst de
kosten bepalen van de geproduceerde producten. Hierop breng je de eventuele
opbrengsten uit de verkoop van de afgekeurde producten in mindering. Wat je dan over
houdt zijn de kosten van de goedgekeurde producten.
In opgaven wordt de uitval vaak in een percentage weergegeven. Stel het geproduceerde
aantal producten dan op 100 (=100%).
Als gevraagd wordt naar de kostprijs van een product wordt de kostprijs van één
goedgekeurd product bedoeld.
Voorbeeld :
Voor de productie van één product BASTA is 2 kg grondstof à € 24,00 per kg en 0,5 uur
arbeid à € 31,50 per arbeidsuur nodig. Bij de productie ontstaat onvermijdelijk 15% uitval.
Gevraagd:
Bereken de kostprijs van één product BASTA (a) als de afgekeurde producten waardeloos
zijn en (b) als de afgekeurde producten verkocht kunnen worden voor € 17,00 per stuk.
Oplossing :
Kosten van één geproduceerd product : 2 x € 24,00 + 0,5 x € 31,50 = € 63,75
Uitval van 15% houdt in: als je er 100 produceert, worden er 15 afgekeurd en 85
goedgekeurd.
Kostprijs als afgekeurde producten waardeloos zijn:
100 produceren :
kosten
100 x € 63,75 =
€ 6.375,00
15 afgekeurd :
opbrengst
________
85 goedgekeurd : kosten
€ 6.375,00
Kostprijs van 1 product BASTA :
€ 6.375,00/85 = € 75,00
Kostprijs als een afgekeurd product € 17,00 opbrengt:
100 geproduceerd : kosten:
100 x € 63,75 =
€ 6.375,00
15 afgekeurd :
: opbrengsten: 15 x € 17,00 =
€ 255,00 85 goedgekeurd : kosten:
€ 6.120,00
Kostprijs van 1 product BASTA : € 6.120,00/85 = € 72,00
OEFENOPGAVEN BEREKENING VAN KOSTPRIJS; UITVAL
Opdracht 3.1.
De kosten voor het maken van 100 stuks van product Y bedragen € 1.200. Van elke 100
stuks die geproduceerd worden er 10 afgekeurd.
Gevraagd:
Bereken de kostprijs van één goedgekeurd product Y, als:
A
de afgekeurde producten waardeloos zijn.
B
de afgekeurde producten verkocht kunnen worden voor € 3,00 per stuk
Opdracht 3.2
Een fietsenfabrikant produceert o.a. racefietsen. De kosten van één geproduceerde racefiets
bedragen € 749,80. Van de geproduceerde fietsen wordt 8 % afgekeurd. De afgekeurde
racefietsen zijn waardeloos.
Gevraagd:
Bereken de kostprijs van een (goedgekeurde) racefiets.
Opdracht 3.3
De productie van één houten kast kost € 153,--. Bij de productie ontstaat 7% uitval.
Afgekeurde kasten kunnen op een tweedehands markt verkocht worden voor € 60 per kast.
Gevraagd:
Bereken de kostprijs van een houten kast.
UITWERKINGEN OEFENOPGAVEN BEREKENING VAN KOSTPRIJS; UITVAL
Opdracht 3.1
A
100 geproduceerd: kosten:
10 afgekeurd:
opbrengst:
90 goedgekeurd:
kosten:
Kostprijs = € 1.200/90 = € 13,33
B
100 geproduceerd: kosten:
10 afgekeurd:
opbrengst:
90 goedgekeurd:
kosten:
Kostprijs = € 1.170/90 = € 13,00
€ 1.200
_______
€ 1.200
€ 1.200
10 x € 3,00 =€
30 € 1.170
Opdracht 3.2
100 geproduceerde racefietsen:
kosten:
100 x € 749,80 = € 74.980
8 afgekeurde racefietsen
:
opbrengsten
_______ 92 goedgekeurde racefietsen:
kosten:
€ 74.980
Kostprijs van een racefiets = € 74.980/92 = € 815,00
Opdracht 3.3
100 geproduceerde kasten: kosten:
100 x € 153,-- = € 15.300
7 afgekeurde kasten :
opbrengsten:
7 x € 60,-- = €
420 93 goedgekeurde kasten: kosten:
€ 14.880
Kostprijs van een houten kast = € 14.880/93 = € 160,--