Column: Werkdruk, een eeuwige discussie Hans Kommers ST-Groep Vlijmen Column: Werkdruk, een eeuwige discussie Werkdruk is een steeds terugkerend thema in de onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers. De laatste jaren lijkt de aandacht voor werkdruk weer toe te nemen. Onder invloed van de bezuinigingen is werkdruk in diverse sectoren een nijpend probleem geworden, denk aan de recente onrust in de gezondheidszorg. Reorganisaties hebben in het bedrijfsleven op diverse plaatsen hetzelfde effect gehad. Niet verbazend dus dat de Vakbond werkdruk hoog op de agenda heeft geplaatst. Vanzelfsprekend wordt daarbij ook gekeken wordt naar de relatie tussen zelfsturende teams en werkdruk. Enigszins verrast was ik echter toen ik onlangs op een studiedag over werkdruk geconfronteerd werd met een flink aantal aanwezigen dat zelfsturende teams vooral leek te zien als `managementtool` met alleen nadelen voor de werkdruk. Er zijn zeker risico`s voor werkdruk bij het werken in zelfsturende teams maar zelfsturende teams moeten en kunnen toch vooral ook een oplossing voor het vraagstuk van werkdruk bieden. Werkdruk: veel werk of weinig invloed? Om te beginnen moeten we maar eens naar dat begrip werkdruk gaan kijken. Je kunt het vanuit verschillende invalshoeken benaderen. De eerste invalshoek is dat werkdruk eenvoudigweg hetzelfde is als de hoeveelheid te verrichten werk in een bepaalde tijdseenheid. Veel werk geeft dus werkdruk. Een waarheid als een koe. Maar dat is slechts één deel van het verhaal. Als je uitsluitend vanuit deze invalshoek kijkt is al gauw de redenatie dat elke ontwikkeling die leidt tot efficiënter werken (`meer doen met minder mensen`), ook altijd werkdrukverhogend is en dus ongewenst. Omdat zelfsturende teams onder andere tot doel hebben efficiënter en effectiever te werken en omdat in zelfsturende teams uitbreiding van (regel)taken plaats vindt zou de invoering ervan onvermijdbaar tot hogere werkdruk moeten leiden. Vanuit een andere invalshoek echter, blijkt werkdruk een heel andere oorsprong te hebben dan alleen maar veel moeten doen. Veel werk hebben geeft vaak pas problemen als mensen er geen invloed op uit kunnen oefenen. Het zelf niet kunnen reguleren van het werk en de werkdruk geeft over het algemeen meer problemen dan uitsluitend de hoeveelheid werk zelf. Juist de balans, tussen wat er geregeld moet worden in het werk en de regelmogelijkheden die mensen hebben, voorkomt voor een belangrijk deel dat mensen werkdruk als probleem ervaren. Illustratief is dat mensen als positieve werkervaring vaak situaties noemen waarin er met vereende krachten productiepieken gehaald zijn. Negatieve ervaringen daarentegen vaak betrekking hebben op geen gehoor krijgen voor problemen in het werk of voor verbetersuggesties. Die wetenschap is één van de belangrijke pijlers onder de Sociotechniek: zorg voor voldoende regelmogelijkheden direct bij de mensen in de uitvoering van de processen. Het mes snijdt dan aan twee kanten: beter beheerste processen en daarmee verhoogde productiviteit en meer controle over eigen werk(druk) en dus minder stressrisico`s en meer ontwikkelingsmogelijkheden. Met andere woorden: `slimmer in plaats van harder werken`. Vanuit die invalshoek zijn zelfsturende teams dus juist eerder een oplossing van het probleem werkdruk dan een veroorzaker. Zelfsturende teams en werkdruk Hoe komt het dan dat er blijkbaar ook tegenovergestelde signalen zijn? Eén van de redenen is ongetwijfeld dat er sprake is van een ingrijpend veranderingsproces. In zelfsturende teams worden mensen breder inzetbaar en krijgen ze meer verantwoordelijkheden met de bijhorende regel-taken. Mensen in de uitvoering gaan meer verschillende taken doen. Vanuit onbekendheid kan dan op voorhand de redenering zijn dat dát werkdrukverhogend is (de eerstgenoemde invalshoek). Afgezien daarvan kan het veranderen op zich voor mensen ook belastend zijn. Denk aan de onzekerheid over hoe het eigen team nou precies zal gaan werken, wat de eigen positie erin zal zijn en de belasting die het aanleren van nieuwe taken met zich meebrengt. ©ST-Groep/ Column: Werkdruk, een eeuwige discussie 2 Desondanks kan met een zorgvuldige invoering -waarin met een zorgvuldige invoering waarin mensen voldoende tijd en begeleiding krijgen- veel van deze werkdruk worden voorkomen. Helaas worden bij de invoering van de team nogal eens onnodige fouten gemaakt. Daar moet mijns inziens dan ook de hoofdoorzaak gezocht worden van de werkdrukproblemen die te maken hebben met zelfsturende teams. De volgende fouten kunnen we hier noemen. Te weinig tijd reserveren en inplannen voor opleiding. Breder inzetbaar worden en regeltaken erbij gaan doen betekent dat er opleiding nodig is. Hoewel dat meestal on the job kan gebeuren kost het toch veel tijd. Meestal veel meer dan waarop gerekend wordt en dus moet het gebeuren onder de gebruikelijke productiedruk. Als er geen tijd wordt gebudgetteerd zal er sprake zijn van werkdruk en wellicht ook van een falende organisatieverandering. Wel regeltaken overhevelen van leiding en staf naar de teams, maar niet de benodigde capaciteit voor het uitvoeren ervan. Dit hoeft niet perse een extra belasting te betekenen omdat regeltaken veel slimmer en efficiënter gedaan kunnen worden (denk aan werkverdeling en vakantieplanning e.d.). Voor een deel van de regeltaken (periodieke onderhoudstaken bijvoorbeeld) zal echter wel voldoende extra tijd beschikbaar moeten komen. Het wil nog wel eens lastig zijn of gevoelig liggen om die tijd praktisch `over te hevelen`; waardoor het soms wordt verzuimd. Sommige organisaties leggen bij de invoering van zelfsturende teams eenzijdig de nadruk op de prestatiedoelen (output) en vooral op de efficiency. De verantwoordelijkheid van het team voor deze resultaten wordt van meet af aan vooropgesteld, terwijl de vaktechnische en organisatorische zelfstandigheid in het team nog niet ontwikkeld zijn. Tot slot Genoemde invoeringsfouten zijn te vermijden en daarmee blijkt werkdruk als direct gevolg van zelfsturende teams grotendeels beheersbaar. Dat neemt niet weg dat het werken in zelfsturende teams daarnaast ook een `nieuw` soort werkdruk op kan leveren. Zo is sprake van een verzakelijking in de cultuur. Niet inzet en het aantal gewerkte uren zijn de basis voor de waardering van ieders arbeidsprestatie. Nee, veel meer de bijdrage aan het resultaat is de basis. Daarnaast worden mensen veel meer emotioneel eigenaar van hun proces. Dat betekent enerzijds dat zij maximaal invloed hebben op hun eigen werkdruk. Anderzijds zullen zij echter ook de neiging hebben om zichzelf als `kleine zelfstandige` een (mogelijk te) hoge werkdruk op te leggen. Het gevaar van roofbouw ligt op de loer. Nieuw is ook dat dit in teamverband gebeurt waardoor mogelijkheden voor onderlinge steun, maar ook het risico van groepsdwang ontstaat. Deze voor de gemiddelde werknemer `nieuwe` soort van werkdruk vraagt om nieuwe instrumenten en vaardigheden om in een cultuur van zakelijkheid, resultaatgerichtheid en klantgerichtheid oog te houden voor te hoog oplopende werkdruk (van teams en van individuen in het team). Het gaat dan om individuele vaardigheden als zelfkennis, assertiviteit, kunnen onderhandelen en teamvaardigheden als het accepteren van verschillen, elkaar aanspreken en elkaar helpen, etc. Het betekent voortdurend met elkaar in gesprek blijven over wat het aanvaardbare niveau van werkdruk is. Onder andere middels het onderhandelen over prestatiedoelen binnen het team, als tussen teams en de rest van de organisatie. Zelfsturende teams zijn dus niet alleen oplossing van het probleem, maar brengen nieuwe lastige vragen met betrekking tot werkdruk met zich mee. Die uitdaging moeten werknemers maar aangaan denk ik. Dat lijkt vruchtbaarder dan het defensief uit de weg gaan van meer eigen invloed op het werk. Ook hier geldt: de aanval is de beste verdediging. ©ST-Groep/ Column: Werkdruk, een eeuwige discussie 3