werkwoorden persoonsvormen tegenwoordige W L-e e groep 6 Ats tijd: drie persoonsvormen je bij een zin nu kuntdenken, dan staat die zin in de tegenwoordige tijd (tt). De zin vertett wat er nu gebeurt. In de tegenwoordige tijd zijn er maar dnþ verschittende persoonsvormen. 1. De ik-vorm: dat is het hele werkwoord zonder de letters en: ik Loop. 2. De hij-vorm: dat is de ik-vorm + t: hij loopt. 3. De wij-vorm: die is hetzetfde ats het hele werkwoord wij Lopen. persoo Let op bijiry ofTe: die jij (of je) + PV = hij-vorm: jry PV + jrl (of7'e) = ik-vorm: Loop Ats $ ik loop ril @ hij loopt 'il @ wij lopen lrr worden m (pv) is al.tijd de ik-vorm óf de hij-vorm. @ ik word r;'r @ hij wordt rir: @ wij worden ;;r, jij? je bij een zin toen kunt denken, dan staat die zin in de verleden tijd (vt). De zin (! vertelt wat er toen gebeurde. in de verteden tijd heeft elk werkwoord nog twee persoonsvormen. lopen: ik liep toen - wij liepen toen De persoonsvormen verteden tijd Leer je in groep 7. - Hans wordt acteur (want: Hons loopt.) - Waarom word - (want: Waarom loop je?) Jij wordt kampioenl (want: Jij loopt.) je 11111111 ¡ÒÒÒDÒ¡¡ I b b55Ò 5 persoonsvormen van werkwoorden op _gen en _chen W2-a Eindigt het hete werkwoord op -gen? e zeggen @ ik zeg ;:r: @ hij zegt ,,rr @ wij zeggen :li: p6 Q ik vraag iil @ hij vraagt ;;r: @ wij vragen ;:ri Eindigt het hele werkwoord op -chen? In de persoonsvormen bLijven de letters van het he[e werkwoord De hij-vorm schrijf je gewoon ats: ik-vor + t. Iachen - ik loch - hij Lacht juichen _ ik juich _ zíj juicht kuchen - ik kuch - híj kucht lachen staan. boos? Q ik [ach i:l @ hij lacht ;:i, [achen,:t; h