1900 – 1940 `Roaring twenties` - Intranet Sint

advertisement
Definitielijst: 1900 – 1940
‘Roaring twenties’: periode na de Eerste Wereldoorlog waarin men zich op het leven
stortte en werkelijk het gevoel had dat er een nieuwe tijd zou aanbreken. De beurscrisis
van 1929 maakt hier een abrupt einde aan. (De dan ontstane werkloosheid vindt zijn
totale triestigheid in de Tweede Wereldoorlog).
Modernisme (stroming) of Avant-garde: cultuurbeweging die rond de Eerste
Wereldoorlog opkomt en een radicaal andere kunst voorstaat dan de vorige. Kunst is niet
langer een afbeelding van de werkelijkheid, maar een uitdrukking van een gevoel over
die werkelijkheid. Alles wat nu bekend staat als ‘moderne’ kunst heeft zijn oorsprong in
de jaren rond de Eerste Wereldoorlog.
Expressionisme (stroming): stroming waarin de kunst een gevoel uitdrukt over de
werkelijkheid. De realiteit wordt gedeformeerd ten behoeve van die uitdrukking. Als de
herkenbaarheid totaal is verdwenen spreken we van abstracte of gedeformeerde kunst.
In de literatuur is het expressionisme een stroming die eigenlijk meer een schrijfwijze is
(vergelijk met impressionisme). Die schrijfwijze geeft woorden die een gevoel
uitdrukken. Zo goed als dat werkelijkheidsbeleven bij het impressionisme vooral
genuanceerd door bijvoeglijke naamwoorden wordt weergegeven, gebruikt de
expressionist zelfstandige naamwoorden. De expressionistische schrijver roept beelden
op die dus zijn gevoel moeten uitdrukken.
Vrij vers: poëzie waarin de klassieke elementen zijn verdwenen. Geen regelmaat, rijm,
metrum, etc.
Nieuwe Zakelijkheid (stroming): cultuurstroming die zijn basis ziet in het functionalisme
en dus kunst voorstaat die ‘doelmatig’ is. Nieuw-zakelijke ontwerpers waren dus fel
gekant tegen vormexperimenten.
In de literatuur is de Nieuwe Zakelijkheid een stroming die kritisch was en ‘gewone’ en
‘begrijpelijke’ taal voorstond.
Functionalisme: principe dat gebruiksvoorwerpen doelmatig moesten zijn en dus
aangepast aan hun functie.
Poésie-parlante (parlando-poësie): poëzie geschreven in ‘gewone’ taal met een metrum
dat de ‘praattoon’ benadert.
Ventisme (stroming): nieuw-zakelijke stroming die centraal stelt: wat gezegd moet
worden, moet gewoon en begrijpelijk gezegd worden. Goede boeken moeten iets te
zeggen hebben en moeten de persoonlijkheid van de schrijver uitdrukken. Men hield van
sterke persoonlijkheden: venten. Voor het ventisme verzon J.C. Bloem de leus: ‘niet de
vorm, maar de vent.’
Download