Lesmateriaal Het Griezelorkest Voorwoord Het Griezelorkest is een project voor leerlingen uit groep 5 en 6 van het primair onderwijs. Tijdens het concert zullen de kinderen kennis maken met het symfonieorkest en al zijn klankkleuren. Tijdens het concert speelt het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Acteur Remko Vrijdag en actrice Reineke Jonker vertellen het verhaal. Dagmar Slagmolen heeft de tekst geschreven en is de regisseur. De muziek is van de componisten Ed de Boer en Benjamin Britten. Wij wensen u en de kinderen veel plezier tijdens de voorbereidende lessen en het concert. Lesmateriaal Het Griezelorkest, Rotterdams Philharmonisch Orkest 1 Inleiding Over het lesmateriaal Om het concert straks een nog mooiere belevenis te laten zijn, is dit lesmateriaal ontwikkeld. Tijdens de lessen worden de leerlingen inhoudelijk voorbereid op het project en leren ze een liedje en bewegingen die ze tijdens het concert uitvoeren. De voorbereiding is essentieel voor een mooie belevenis tijdens het concert. Het zijn 3 lessen. BELANGRIJK Het is vooral van belang dat de leerlingen het liedje en de bodypercussie uit les 2 goed kennen. De lesdoelen - Leerlingen kennen de instrumentengroepen uit het orkest en hun normale speelwijze. - Leerlingen kunnen drie speelmanieren van diverse instrumenten benoemen. - Leerlingen kunnen het lied wat bij de voorstelling hoort meezingen. - Leerlingen kunnen meedoen met de bodypercussie die bij de voorstelling hoort. Tijdens dit project maken de leerlingen op actieve wijze kennis met een symfonieorkest en met symfonisch repertoire. Ze ervaren het plezier van samen musiceren en maken kennis met de beleving van live muziek in een concertzaal. Filmpjes en bijlage Filmpjes: 1 2 3 Het lied Overal gezocht, niet gevonden - instructie Het lied Overal gezocht, niet gevonden - volledige versie Bodypercussie ritme Lesmateriaal Het Griezelorkest, Rotterdams Philharmonisch Orkest 2 Les 1: Kennis maken met het symfonieorkest en dirigent Nodig: Website www.orenopen.nl Tijd: Ongeveer 30 minuten In deze les: Maken de leerlingen kennis met het symfonieorkest en dirigent Voorbereiding docent: Bekijk de website www.orenopen.nl lees de Inleiding van deze les. Inleiding Vertel de leerlingen dat ze binnenkort naar een concert gaan van het Rotterdams Philharmonisch Orkest in de Doelen. Bespreek met de leerlingen hoe het is om naar een concert te gaan. Wie is er wel eens naar een concert geweest? Hoe gaat dat? (juiste vak vinden, juiste stoel kiezen, etc.). Vertel de kinderen dat ze in de komende lessen kennismaken met de muziek die ze gaan horen tijdens het concert en dat ze ook gaan oefenen, want tijdens het concert doen de kinderen zelf ook mee. Kern Ga naar de website www.orenopen.nl Ga naar de personages Yannick (dirigent) en Matthew (musicus). Behandel bij personage Yannick slide 1 t/m 9 en bij Matthew slide 3, 4 en 5. Bij 2 slide van personage Yannick; Instrumentengroepen van het symfonieorkest maken de kinderen direct al kennis met een muziekstuk uit de voorstelling; The Young Person ‘s Guide to the Orchestra van Benjamin Britten. Lesmateriaal Het Griezelorkest, Rotterdams Philharmonisch Orkest 3 Les 2: Aan de slag! zingen en spelen Nodig: Filmpje 1 en 2 en 3 Liedtekst Tijd: Ongeveer 35 minuten In deze les: Leren ze het lied en de bodypercussie Voorbereiding: Bekijk eerst zelf de instructiefilmpjes van de bodypercussie en het lied, zodat u weet wat de leerlingen gaan zien Inleiding Herhaal met de kinderen waar ze ook alweer naar toe gaan. Wat hebben ze in de vorige les geleerd? Kern: 1. Lied: Overal gezocht, niet gevonden Tijdens het concert zullen de kinderen ook een lied zingen. Bekijk samen met de klas de liedtekst en bespreek de inhoud van het lied: De kinderen zingen de Vet gedrukte tekst. Het lied wordt samen met de acteur Remko Vrijdag en actrice Reineke Jonker gezongen, de acteur Remko Vrijdag heeft een eigen stem en de kinderen hebben samen met actrice Reineke Jonker een eigen stem, bij deze instructieopname wordt de leerlingenpartij/melodie door actrice Reineke Jonker gezongen. De leerlingen zingen met het haar stem mee. Zorg voor een paar herhaalmomenten. Dit zorgt ervoor dat het lied goed bij de kinderen blijft hangen. 2. Bodypercussie: Het wegjaag ritme Tijdens het concert zullen de kinderen bodypercussie ritme uitvoeren. Bodypercussie is muziek maken met je lijf, een instrument dat je altijd bij je hebt! De leerlingen leren een ‘wegjaag ritme’, dit ritme hebben de leerlingen nodig om de acteur te helpen tijdens de voorstelling. Leer bodypercussie ritme aan de kinderen aan. Studeer de bewegingen in met behulp van film en leer deze vervolgens bij voorkeur zelf aan de kinderen aan. Herhaal een aantal keer, totdat kinderen de bewegingen/ritme goed kennen. Lesmateriaal Het Griezelorkest, Rotterdams Philharmonisch Orkest 4 Lied; Overal gezocht, niet gevonden Niet op de WC, niet bij de keuken, en niet in de bibliotheek (acteur) Niet op de WC, niet bij de keuken, en niet in de bibliotheek. (kinderen) Ik zie nergens een spoor, heb nu alles doorgespit (acteur) Er is nergens een spoor. Hij heeft alles door en door bekeken. (kinderen) Hij ziet helemaal bleek. Als ik hem niet vind is alles voorbij, Dan verlies ik zeker mijn baan. Het moment van ontslag komt nu steeds dichterbij, Maar ik heb toch zo mijn best gedaan Zie hem daar nu staan. Hij heeft alles verloren. Wat moet hij straks zonder baan, Ach ik heb alles verloren Wat moet ik straks toch beginnen zonder baan? (gesproken) In heel korte tijd is hij alles kwijt, In heel korte tijd ben ik alles kwijtgeraakt, waarheen kan ik nu nog gaan? Oh, waarheen kan hij nu nog gaan? (onderstaande wordt alleen gezongen door acteur en actrice) Hij heeft zijn uiterste best gedaan (actrice) Ik heb mijn uiterste best gedaan (acteur) Maar hij hoorde er nooit echt bij. Zelfs al hoord’ ik er nooit echt bij Hij pakt nu zijn spullen. ’t is tijd om te gaan Ik pak nu mijn spullen. ’t is tijd om te gaan Zijn tijd bij het orkest mijn tijd bij ’t orkest is zo goed als voorbij is zo goed als voorbij Lesmateriaal Het Griezelorkest, Rotterdams Philharmonisch Orkest 5 Les 3: de muziek en de componisten Nodig: websitelink -Young persons guide met plaatjes en muziek muziekinstrumenten voor verdiepingsles Tijd: Ongeveer 35 minuten In deze les: Maken de leerlingen kennis met de muziek uit de voorstelling. De les bestaat uit 2 delen; basis en verdieping Voorbereiding: Zorg dat u de informatietekst heeft gelezen van de Kern van de les. Inleiding Wat is een componist? Wie kan een componist noemen? En weet je ook welk muziekstuk de componist die je noemt heeft gecomponeerd? Kern: 1 Kennis maken met de muziek (deel 1 Basis) Tijdens de voorstelling maken de kinderen kennis met 2 symfonische muziekstukken, namelijk het bekende werk – The Young Person’s Guide to the Orchestra van de componist Benjamin Britten en een nieuw muziekstuk dat speciaal voor deze voorstelling is gecomponeerd: Het griezelorkest door de componist Ed de Boer. The Young Person’s Guide to the Orchestra Dit muziekstuk is special gecomponeerd voor kinderen om alle muziekinstrumenten uit het symfonieorkest voor te stellen. Het begin van het werk is echter het samenspel van het gehele symfonieorkest, vervolgens valt het orkest uit elkaar in achtereenvolgend houtblazers, koperblazers, strijkers en slagwerkers, daarna nog een herhaling door het gehele orkest. De componist Benjamin Britten nam een muzikaal thema van de overleden componist Henry Purcell uit zijn toneelmuziek en gebruikte dit als uitganspunt voor dit werk. Hij maakten daar variaties op. Aan de slag: Ga met uw leerlingen naar de volgende website: Young persons guide met plaatjes en muziek Omdat de website in het Engels is hieronder een vertaling van de meest gebruikte muziektermen: a) b) c) d) e) Full orchestra: het hele orkest Woodwind section: houtblazers Brass section: koperblazers Strings section: strijkers Percussion section: slagwerkers Woodwinds: Houtblazers Variation 1: Flutes and Piccolo: Dwarsfluit en piccolo Variation 2: Oboes: Hobo’s Variation 3: Clarinets: Klarinetten Variation 4: Bassoons: Fagotten Lesmateriaal Het Griezelorkest, Rotterdams Philharmonisch Orkest 6 Strings: Strijkers Variation 5: Violins: Violen Variation 6: Violas: Altviolen Variation 7: Cellos: Cello’s Variation 8: Double Basses: Contrabassen Variation 9: Harp Brasses: Koperblazers Varation 10: French Horns: Hoorns Varation 11: Trumpets: Trompetten Variation 12 Trombones and Tuba: Trombones en tuba Percussion: Slagwerk Bij deze website maken de leerlingen op een toegankelijke manier kennis met de muziek en wordt beeld en muziek direct gekoppeld. U kunt de volgende vragen stellen: - Welke instrumentengroep horen jullie? - Schrijf het muziekinstrument (of groep) op die je het mooist vindt klinken. - Schrijf daarbij waarom je dat juist zo mooi vindt - Welk instrument dat je hebt gehoord zou je zelf wel willen spelen? - Heb je een vraag voor de bespelers van dit instrument? Stuur je vraag naar [email protected] en wij zorgen dat jullie antwoord terug krijgen van een musicus uit het orkest. 2 Componeren, hoe doe je dat? Variaties en klankleuren (deel 2, verdieping) Het muziekstuk ‘The young person ‘s guide to the orchestra’ maar ook ‘Het griezelorkest’ is opgebouwd uit variaties. Een variatie is een thema (het ‘liedje’) dat elke keer anders wordt gespeeld. Componisten maken gebruik van een aantal bestaande componeerwerkvormen, zoals herhaling en variaties en het gebruik van klankkleuren. De componisten uit de voorstelling (Benjamin Britten en de Ed de Boer) maken vooral gebruik van de vormen Variaties en klankleuren. Werken met klankkleuren. Het gebruik van klankkleuren bij een componist kun je vergelijken met het kleurgebruik van een schilder bij het maken van een schilderij. Klankkleur bij een componist is het ‘kleuren van muziek’ door gebruik te maken van verschillende muziekinstrumenten of speelmanieren. De componist Benjamin Britten heeft met name variaties gemaakt met de klankkleuren van de verschillende instrumenten. Elk muziekinstrument kleurt/klinkt anders. Een melodie die eerst op een viool gespeeld wordt, klinkt anders dan dezelfde melodie op een trompet. Componist Ed de Boer maakt in zijn nieuwe compositie de variaties ook met klankkleuren, maar vooral dan met speelmanieren op een muziekinstrument. Je kunt dus muziek kleuren/componeren door: - het kiezen van verschillende muziekinstrumenten (dat deed de componist Benjamin Britten) - gebruik te maken van originele, aparte manieren om een muziekinstrument te spelen (dat deed de componist Ed de Boer) Voorbeelden van speelmanieren die Ed de Boer gebruikt: Pizzicato = tokkelen met de vingers op een strijkinstrument (zoals een gitarist speelt op de gitaar) Tremolo = heel snel heen en weer strijken op een strijkinstrument Lesmateriaal Het Griezelorkest, Rotterdams Philharmonisch Orkest 7 Dempers = een demper in een blaasinstrument stoppen, of een demper op de snaren van strijkinstrument Glissando = met je vinger glijden over de snaren van een strijkinstrument, i.p.v. netjes neerzetten. Of bijvoorbeeld bij een trombone: tijdens het blazen schuiven met de schuif. Col legno = met de achterkant van de strijkstok, met het hout op de snaren slaan/strijken. Verdiepingsopdracht: Componeer muziek bij de volgende titels: 1. warme vrolijke keuken 2. koude enge kelder Werkwijze: -Laat leerlingen één van deze titels kiezen. -Laat leerlingen experimenteren met klankkleuren (dat kunnen schoolinstrumenten zijn, maar ook stem, of bodypercussie, of materiaal dat in de lesruimte staat) - welke geluiden kan je uit 1 instrument halen om de juiste sfeer/gevoel te maken? Extra Op deze website staan toegankelijke (componeer) spelletjes rond The Young Person’s Guide to the Orchestra Spelletjes- Young persons guide. Lesmateriaal Het Griezelorkest, Rotterdams Philharmonisch Orkest 8 Overal gezocht, niet gevonden KINDEREN ACTEUR Piano Moderato q = ca. 100 p sempre legato 1 6 KINDEREN ACTEUR 11 ACTEUR poco de keu - ken, de W. C., niet en niet op p bij Niet KINDEREN in de bi - bli - o theek – poco Eduard de Boer: Het Griezelorkest. Lied. pu 2 16 KINDEREN 2 p Niet ACTEUR op de p 21 KINDEREN niet ACTEUR W. C., niet in bi - bli de - o- keu - ken, en de theek – bij mp mp Ik zie mp 3 25 KINDEREN mp Er is ACTEUR ner - gens een spoor, heb nu al - les Eduard de Boer: Het Griezelorkest. Lied. pu door - ge - p 29 KINDEREN ner - gens ACTEUR een spit. spoor. Hij heeft - les door en al 3 poco 4 p 33 KINDEREN door ACTEUR be p poco he ACTEUR le - maal - mp ken. bleek. p ziet Hij - p 37 KINDEREN ke mp - Eduard de Boer: Het Griezelorkest. Lied. pu 4 41 KINDEREN ACTEUR 5 Poco più mosso q = ca. 108 p Als ik hem niet pp 3 3 44 KINDEREN ACTEUR 3 3 3 vind 3 3 3 is al 3 - 3 3 3 3 les voor 3 - bij, dan ver 3 3 3 p 3 47 KINDEREN ACTEUR lies ik ze 3 3 Eduard de Boer: Het Griezelorkest. Lied. pu poco 3 - ker mijn baan. 3 3 3 3 3 mp 3 3 6 50 KINDEREN ACTEUR 5 Het mo - ment van ont - slag komt nu pp 3 3 53 KINDEREN ACTEUR 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 steeds dich 3 - ter - bij, 3 3 3 3 Maar ik 3 3 56 KINDEREN ACTEUR toch 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 heb zo 3 3 3 Eduard de Boer: Het Griezelorkest. Lied. pu 6 58 KINDEREN ACTEUR mijn best 6 6 61 KINDEREN 6 smorz. 65 KINDEREN al ACTEUR - les ver - 3 3 lo - ren. daar 3 3 nu staan. Hij heeft 3 3 3 3 Wat moet hij straks zon - der 3 3 3 3 poco Eduard de Boer: Het Griezelorkest. Lied. pu p daan. 7 p Zie hem ACTEUR - 6 Tempo I ge 6 6 3 3 3 69 KINDEREN 8 7 baan, ACTEUR 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 mp Wat moet ik 3 3 3 3 3 3 3 3 76 KINDEREN 3 73 ACTEUR Ach! Ik heb alles verloren! (etc.) KINDEREN gesproken 3 mf In ACTEUR straks toch beginnen zonder baan? 3 3 3 3 3 3 3 3 3 Eduard de Boer: Het Griezelorkest. Lied. pu 9 8 79 KINDEREN heel ACTEUR kor - te tijd is hij al - - les 3 3 3 3 3 3 3 mf 3 3 82 KINDEREN kwijt. ACTEUR mf In heel kor - te tijd ben ik 3 3 3 3 3 pp 85 KINDEREN 3 poco 3 3 3 10 waar Oh, ACTEUR al - les 3 kwijt - 3 3 ge - raakt. Waar 3 3 3 Eduard de Boer: Het Griezelorkest. Lied. pu 3 - 3 3 - 3 89 KINDEREN 9 f heen f ACTEUR heen kan hij nu kan ik nog nu nog 3 3 3 3 mf 93 KINDEREN gaan? ACTEUR gaan? p best ACTEUR ge best 97 KINDEREN - daan, Hij p heeft Ik heb zijn ui - ter - ste Maar hij hoor - de er nooit ik er nooit ui - ter - ste mijn p Zelfs al hoord' - daan, 11 Tempo II p poco ge echt echt Eduard de Boer: Het Griezelorkest. Lied. pu 10 KINDEREN mf 101 bij.. mf ACTEUR bij.. mf ACTEUR Hij p Ik tijd om te om te 109 KINDEREN kest ACTEUR kest pakt nu pak nu Zijn Eduard de Boer: Het Griezelorkest. Lied. pu zo goed is is zo goed 't Is 't Is tijd mijn spul - len. Mijn spul - len. tijd zijn gaan. gaan. p tijd 105 KINDEREN 12 p bij 't or - bij 't or - poco rit. als voor - als voor - bij... bij... pp p p 13 113 KINDEREN ACTEUR KINDEREN ACTEUR 117 ACTEUR KINDEREN 11 Poco meno mosso q = ca. 92 poco rit. A tempo primo 122 Eduard de Boer: Het Griezelorkest. Lied. pu