Mindmap Thema 2 Bloed paragraaf 1 t/m 6

advertisement
Let op bij bloedgroepen:
Bloedfactor = antigen
Enkel
A: antigen A – antistof B
Dubbel
B: antigen B – antistof A
Eiwitten
(o.a. fibrinogeen)
AB: antigenen A + B – geen antistoffen
Bloedsomloop
Water
Opgeloste Bloedplasma
stoffen:
O2
CO2
Samenstelling
Voedingsstoffen
bloed
Afvalstoffen
Zouten
Bloedgroepen
O: geen antigenen – antistoffen A + B
Te weinig bloed:
bloedtransfusie
Bloed
Trombose:
Spontane stolling
Ziekten
Hemofilie:
geen stolling
Stamcellen
In beenmerg
Vaste
Bestanddelen
Rode bloedcellen:
Hemoglobine voor transport O2
Witte bloedcellen:
Bestrijden ziektekiemen
Bloedplaatjes:
Stof + fibrinogeen  fibrine
Fagocytose (algemeen)
Bloedarmoede:
Tekort hemoglobine/
rode bloedcellen
Leukemie:
Ongeremde deling
onrijpe witte bloedcellen
Produceren
Antistoffen (specifiek)
Immuniteit:
natuurlijk (ziekte) of kunstmatig (vaccin)
Download