Zwangerschap en veiligheid

advertisement
Zwangerschap en veiligheid
Als je van plan bent om zwanger te worden, zwanger bent of kortgeleden bent bevallen, kan
dat invloed hebben op je werkzaamheden. Het Martini Ziekenhuis zorgt voor voorlichting over
de arbeidsrisico’s tijdens zwangerschap en borstvoeding en de maatregelen die zijn genomen
om de risico’s te voorkomen. Soms moet je oppassen met tilwerk of andere fysieke belasting.
Ook kun je in je functie in aanraking komen met stoffen die (mogelijk) schadelijk zijn voor de
gezondheid van je (ongeboren) kind. In dat geval zijn maatregelen nodig om blootstelling aan
die stoffen te voorkomen. En misschien heb je na terugkeer van je zwangerschapsverlof tijd
nodig om borstvoeding te geven.
Het Martini Ziekenhuis vindt het belangrijk om je vóór en tijdens je zwangerschap en in de
periode daarna, zo goed mogelijk te begeleiden en voor te lichten. Het voorkomen van
arbeidsrisico’s staat daarbij voorop. Daarom maak je afspraken met je leidinggevende over
de maatregelen die in jouw situatie nodig zijn.
Voor wie is deze informatie bestemd?
Deze informatie is van toepassing op alle medewerksters van het Martini Ziekenhuis die van
plan zijn om zwanger te worden, zwanger zijn of korter dan een jaar geleden zijn bevallen. Dit
kunnen zowel medewerksters in loondienst zijn als medewerksters die op een andere manier
verbonden zijn aan het Martini Ziekenhuis. Bijvoorbeeld vrijwilligers, stagiaires,
uitzendkrachten, gedetacheerden, vrijgevestigde medisch specialisten en zelfstandigen die in
opdracht van het Martini Ziekenhuis specifieke werkzaamheden verrichten.
Wat moet je doen als je van plan bent om zwanger te worden of net zwanger bent?
Wil je binnenkort zwanger worden of ben je net zwanger, dan kun je dat bespreken met je
leidinggevende. Deze bekijkt met je of je werk risico’s met zich mee kan brengen voor de
zwangerschap. Is dat het geval, dan bespreek je samen de mogelijke maatregelen. Je maakt
zo nodig afspraken met elkaar over de aanpassing van je werkplek, je werk- en rusttijden, de
handelingen die je wel en niet kunt verrichten en je werkgedrag. Het is belangrijk dat dit
gesprek zo snel mogelijk plaatsvindt, in ieder geval binnen 2 weken nadat je jouw
leidinggevende op de hoogte hebt gesteld van de zwangerschap. Zo voorkom je onnodige
risico’s. Als er onduidelijkheid is over eventuele risico’s, dan kan je leidinggevende hierover
contact opnemen met Martini Arbo.
Wat moet je doen als je na je zwangerschapsverlof weer aan het werk gaat?
Wil je na je zwangerschapsverlof weer gaan werken, maak dan eerst een afspraak
met je leidinggevende. Deze bespreekt dan met je wat je mogelijkheden zijn als
het gaat om borstvoeding, werktijden en extra rustmomenten. Ook maak je zo
nodig afspraken met elkaar over de aanpassing van je werkplek, de handelingen
die je wel en niet kunt verrichten en je werkgedrag. Zo weet je zeker dat je weer
veilig aan de slag kunt.
Waar kun je afspraken over maken?
Voor, tijdens en na je zwangerschap kun je met je leidinggevende afspraken maken
over een aantal zaken. Hierna lees je welke uitgangspunten voor deze afspraken
gelden en wat je zelf kunt doen om risico’s te beperken.
Borstvoeding en kolven
Na je zwangerschapsverlof kun je ervoor kiezen om je baby borstvoeding te blijven
geven of te kolven. In dat geval is het van belang om met je leidinggevende
afspraken te maken over de ruimte waar je dat doet en de tijd die je eraan besteedt.
Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:
 Het voeden of kolven moet in principe op het werk gebeuren.
 Het Martini Ziekenhuis moet voor een geschikte ruimte zorgen. Is er op jouw
afdeling geen geschikte ruimte, dan kun je gebruik maken van de voedingsruimte
(route 2.2 tussen de Verloskamers en het Kindertheater).
 De werkonderbrekingen mogen in totaal maximaal een kwart van je werktijd
beslaan.
 Het recht om borstvoeding te geven tijdens werktijd geldt tot 9 maanden na
de bevalling.
Werk- en rusttijden
Als je zwanger bent of pas bent bevallen moet je werk zodanig zijn ingericht dat rekening
wordt gehouden met jouw specifieke omstandigheden. Je hebt als zwangere vrouw recht op
extra pauzes en je bent in principe niet verplicht om in de nachtdienst te werken of om over te
werken. Vanaf 4 weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum tot zes weken na de bevalling
mag je niet werken. Tot 6 maanden na de bevalling hoef je niet in de nachtdienst te werken.
Als je nog borstvoeding geeft of als je kolft, is deze periode 9 maanden. Meer informatie over
de regelingen vind je in de CAO Ziekenhuizen.
Fysieke belasting
Het is belangrijk om zware fysieke belasting en vermoeidheid tijdens je zwangerschap zoveel
mogelijk te voorkomen. Daarom is het van belang om met je leidinggevende hierover
afspraken te maken. Heb jij of je leidinggevende toch het vermoeden dat er sprake is van
overbelasting of verkeerde belasting, win dan deskundig advies in. Dit kun je bijvoorbeeld
doen bij de ergo coach op jouw afdeling of de bedrijfsarts/ Arbo verpleegkundige van Martini
Arbo. De lichamelijke belastbaarheid neemt af in de loop van de zwangerschap. We
hanteren de volgende regels conform de Arbo catalogus Beter met Arbo (april 2011).
Gedurende de gehele zwangerschap:
 De noodzaak om te bukken, hurken of knielen zoveel mogelijk voorkomen.
 De noodzaak om met de hand gewichten te tillen zoveel mogelijk beperken.
 Het in één handeling te tillen gewicht mag niet hoger zijn dan 10 kg.
 Staan zoveel mogelijk beperken, vooral in het derde trimester van de zwangerschap.
Vanaf de 20ste week van de zwangerschap per dag niet meer dan:
 10 maal een gewicht van 5 kg of zwaarder tillen
 2 uur staan
 3 uur lopen
 5 maal 15 treden traplopen
Vanaf de 30ste week van de zwangerschap per dag niet meer dan:
 5 maal een gewicht van 5 kg of zwaarder tillen
 10 keer bukken
 1 uur staan
 2 uur lopen
 Geen verplichting om meer dan 1 maal per uur te hurken, knielen, bukken of
staande een voetpedaal te bedienen.
Na de bevalling:
 Opbouwen van de belasting tot 6 maanden na de bevalling; dit geldt vooral
voor tillen, dragen, duwen en trekken.
Daarnaast kun je hulpmiddelen gebruiken om je werkzaamheden te verrichten. De inzet van
deze hulpmiddelen mag er echter niet toe leiden dat je op een andere
manier fysiek belast wordt. Je kunt eventueel tilinstructies krijgen of andere
specifieke instructies voor je houding en beweging. Je maakt hierover afspraken
met jouw leidinggevende. De beoordeling of overbelasting kan optreden in een
individuele situatie is maatwerk. Dit vraagt de inzet van deskundige ondersteuning.
Schadelijke geluiden
Tijdens je zwangerschap kunnen sommige geluiden schadelijk zijn voor de gezondheid van je
kind. Een geluid is schadelijk als het een sterkte heeft van 80 dB(A) of hoger. Daarnaast is
het mogelijk dat je regelmatig korte momenten wordt blootgesteld aan harde geluiden. Dit
noemen we piekbelasting. Als de geluidsdruk in deze piekmomenten meer dan 112 Pa is, is
dit misschien ook schadelijk voor de gezondheid van je (ongeboren) kind. Verricht je
werkzaamheden waarbij je wordt blootgesteld aan deze schadelijke geluiden, dan kun je
tijdens je zwangerschap van deze werkzaamheden worden vrijgesteld. Daarbij gaan we
uit van de grenswaarden die hierboven genoemd staan (80 dB (A) en112 Pa). Je bespreekt
dit met je leidinggevende. Bij twijfel kan je leidinggevende een geluidsmeting aanvragen bij
Martini Arbo.
Schadelijke trillingen
Het is mogelijk dat je werkzaamheden verricht waarbij je wordt blootgesteld aan trillingen.
Daarbij kan het gaan om ultrasone trillingen of lichaamstrillingen. Beide soorten trillingen
kunnen tijdens de zwangerschap schadelijk zijn voor je eigen gezondheid of die van je
ongeboren kind. Daarom maak je hierover afspraken met je leidinggevende.
Ultrasone trillingen zijn geluidsgolven waarvan de frequentie zo hoog is, dat je deze niet
hoort. Er zijn verschillende medische apparaten die deze trillingen veroorzaken. Ultrasone
trillingen kunnen schadelijk zijn als ze een geluidssterkte hebben van meer dan 110 dB(A), bij
een frequentie van 20 kHz of hoger. Verricht je werkzaamheden waarbij je aan deze trillingen
wordt blootgesteld, dan kun je tijdens je zwangerschap daarvan vrijgesteld worden. Daarbij
gaan we uit van de genoemde grenswaarde van 110 dB(A).
Lichaamstrillingen of schokken werken in op het gehele lichaam en zijn schadelijk als ze een
versnelling hebben van meer dan 0.25 m/s2.
Twijfel je of een van deze situaties voor jou geldt, dan kan je leidinggevende advies
vragen bij Martini Arbo.
Gevaarlijke stoffen
Binnen het Martini Ziekenhuis worden verschillende stoffen gebruikt die bij blootstelling de
gezondheid van je ongeboren kind kunnen schaden. Om die reden is het nodig een
risicobeoordeling te laten uitvoeren door Martini Arbo bij het gebruik van:
 geneesmiddelen waarvan in de bijsluiter wordt gewezen op de schadelijke effecten
voor de foetus en waaraan je als zwangere bent blootgesteld;
 bepaalde inhalatiegeneesmiddelen (zie de bijlage bij het protocol Zwangerschap
en veiligheid op het kwaliteitsportaal).
Inhalatieanesthetica
In het Martini Ziekenhuis kun je als je zwanger bent of borstvoeding geeft veilig werken met
inhalatieanesthetica.
Cytostatica
Met de huidige veiligheidsvoorschriften kun je als je zwanger bent of borstvoeding geeft veilig
werken met cytostatica. Er is in principe geen afwijkende procedure voor de omgang met
cytostatica als je zwanger bent of borstvoeding geeft, met uitzondering van:
 assisteren bij een poedercalamiteit bij de bereiding in de apotheek;
 emotionele bezwaren.
Virussen, bacteriën en andere biologische agentia
Biologische agentia zijn onder andere virussen, bacteriën, schimmels en gisten. Blootstelling
aan biologische agentia kan leiden tot infectieziekten. Biologische agentia kunnen (ernstige)
schadelijke gevolgen hebben voor de zwangerschap, het ongeboren kind en de baby (bij
borstvoeding). Het Martini Ziekenhuis moet maatregelen nemen die gericht zijn op het
voorkomen en beperken van (de effecten van) blootstelling aan biologische agentia. In de
zwangerschap en in de periode van borstvoeding zijn aanvullende maatregelen noodzakelijk.
Deze vind je in de bijlage bij het protocol Zwangerschap en veiligheid op het kwaliteitsportaal.
Ioniserende straling
Werk je als medewerker op een afdeling waar je te maken krijgt met röntgenapparaten en/of
radioactieve stoffen, dan heb je te maken met ioniserende straling. Als je zwanger bent kan
deze straling schadelijk zijn voor je ongeboren kind. Vanuit de wet is het Martini Ziekenhuis
als werkgever verplicht ervoor te zorgen dat de stralingsdosis die het ongeboren kind
ontvangt niet hoger is dan 1 mSv. Dit heeft betrekking op de tijd van de melding van de
zwangerschap tot aan het einde van de zwangerschap. Binnen de afdeling Radiologie en
Nucleaire Geneeskunde is door middel van risico-inventarisatie en dosisregistratie
aangetoond dat de limiet van 1 mSv alleen kan worden overschreden bij een
hartkatheterisatie en diagnostische vaatinterventies. In de praktijk draag je echter bij deze
interventies ook nog een loodschort, waardoor de dosis fors wordt gereduceerd.
Melden Zwangerschap
Zodra je weet dat zwanger bent, meld je dit aan je leidinggevende. Deze is verplicht jouw
privacy met betrekking tot je zwangerschap melding te respecteren. Je leidinggevende kan
samen met jou kijken in hoeverre er rekening kan worden gehouden met je zwangerschap bij
de uitvoer van werkzaamheden waarbij ioniserende straling wordt toegepast. Voorbeelden
van maatregelen zijn dat je minder bij dergelijke werkzaamheden wordt ingezet of dat je een
grotere afstand neemt van de röntgenbron bij de uitvoering van de werkzaamheden.
Registratie tijdens zwangerschap
In principe treedt bij alle werkzaamheden met röntgenapparaten en/of radioactieve stoffen uitgezonderd hartkatheterisaties en diagnostische vaatinterventies - geen onaanvaardbaar
risico op voor het ongeboren kind. Wil je toch graag de stralingsdosis voor deze
werkzaamheden tijdens de zwangerschap laten registreren, dan kan er een stralingsbadge
worden aangevraagd. Voor vragen hierover en voor algemene vragen over straling en
zwangerschap kun je contact opnemen met de Commissie Stralingsbescherming via
[email protected].
Verantwoording informatie
Deze informatie is gebaseerd op de volgende wetsartikelen:
 Artikel 3 van de Arbeidsomstandighedenwet
 Artikel 8 van de Arbeidsomstandighedenwet
 Artikel 16 van het Besluit stralingsbescherming
Tot slot
Wil je naar aanleiding van deze informatie meer weten? Raadpleeg de Arbocatalogus op
www.betermetarbo.nl, neem contact op met je leidinggevende of met Martini Arbo, tel. 6040.
Download