bijlage 1: voorbeelden van mogelijke gevaren

Vrije Universiteit Brussel
Dienst Preventie en Bescherming op het werk
Pleinlaan 2
1050 Brussel
02/6292029
BIJLAGE 1:
Risico-evaluatie
Voorbeelden van mogelijke gevaren
1. Gebruik van de werkuitrusting
1.1. Onvoldoend afgeschermde roterende of heen- en weergaande delen die kunnen pletten,
afknellen, doorboren, stoten, meenemen of trekken.
1.2. Vrije beweging van delen of materialen (vallen, rollen, glijden, struikelen, eraf vliegen,
zwaaien, in elkaar vallen) waardoor een persoon geraakt kan worden.
1.3. Machine- en voertuigbewegingen.
1.4. Gevaar voor brand en explosie.
1.5. Insluiting binnen een machine of installatie.
1.6. Verkeerde (hinderlijke) plaats van bedieningsorganen.
2. Werkgewoonte en configuratie van de arbeidsplaats
2.1. Doorgangen (te smal, obstakels, ...)
2.2. Gevaarlijke oppervlakken (scherpe randen, hoeken, punten, ruwe oppervlakken,
uitstekende delen).
2.3. Werken op hoge werkplekken.
2.4. Taken met moeilijke bewegingen, lastige houding en overdreven krachten.
2.5. Beperkte ruimte (bv. werken tussen vaste delen).
2.6. Struikelen en uitglijden (natte of gladde oppervlakken, enz.)
2.7. Stabiliteit van de werkpost.
2.8. Invloed van het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen voor andere aspecten
van het werk (bv. warmte, beweeglijkheid, ...)
2.9. Gevaren voortkomend uit specifieke werktechnieken en -methoden.
2.10. Toegang tot en werken in afgesloten ruimten.
3. Elektriciteit
3.1.
3.2.
3.3.
3.4.
3.5.
3.6.
Elektrische schakelapparatuur.
Elektrische installaties.
Elektrisch bediende apparatuur, regelapparatuur.
Gebruik van draagbare elektrische gereedschappen.
Brand of explosie veroorzaakt door elektrische energie.
Bovengrondse elektrische leidingen.
317559105
1 van 3
20 juli 2017
4. Stoffen en preparaten
4.1.
4.2.
4.3.
4.4.
4.5.
4.6.
4.7.
4.8.
4.9.
Inhalatie van schadelijke stoffen voor de gezondheid.
Ingestie van schadelijke stoffen voor de gezondheid.
Opname via de huid van schadelijke stoffen voor de gezondheid.
Gebruik van brandbare en explosieve materialen.
Gebrek aan zuurstof (verstikking).
Aanwezigheid van corrosieve stoffen.
Aanwezigheid van reactieve/onstabiele stoffen.
Aanwezigheid van sensibiliserende stoffen (allergenen).
Aanwezigheid van gasflessen.
5. Fysische agentia
5.1.
5.2.
5.3.
5.4.
5.5.
5.6.
5.7.
5.8.
5.9.
5.10.
5.11.
5.12.
Ioniserende straling.
Lichtstralen (infrarood, zichtbaar, UV).
Microgolven.
Radio- en tv-golven.
Elektromagnetische straling op lage frequentie.
Laserstraling.
Lawaai, ultra- en infrageluid.
Mechanische trillingen.
Stof en deeltjes.
Hete stoffen/media.
Koude stoffen/media.
Fluïda onder druk (samengeperste lucht, stoom, vloeistoffen).
6. Biologische agentia
6.1. Risico voor infectie als gevolg van het hanteren van micro-organismen, exo- en
endotoxinen.
6.2. Risico voor infectie als gevolg van onbewuste blootstelling aan micro-organismen.
6.3. Aanwezigheid van allergenen.
7. Omgevingsfactoren en werkklimaat
7.1.
7.2.
7.3.
7.4.
7.5.
7.6.
Ontoereikende of verkeerde verlichting (verblinding, reflectie).
Blootstelling aan koude temperaturen.
Blootstelling aan hitte die doet zweten, zelfs bij stilstand.
Te droge of zeer vochtige lucht.
Onvoldoende verluchting.
Tocht.
8. Arbeidsbelasting
8.1. Fysische belasting (krachten, houdingen, bewegingen als gevolg van tillen, heffen,
duwen, trekken, dragen, ...)
8.2. Hoog werktempo.
8.3. Kortcyclisch of monotoon werk, repeterend handelen.
8.4. Onvoldoende regelmogelijkheid.
317559105
2 van 3
20 juli 2017
8.5. Onduidelijkheid of conflicten over de taakverdeling.
9. Arbeidsorganisatie
9.1. Factoren die bepaald zijn door werkprocessen (bv. continuïteit, ploegendiensten,
nachtdienst).
9.2. Ontbreken van instructiekaarten, info, signalisatie.
9.3. Ontbreken van onderhouds- en inspectieprocedures van de uitrusting met inbegrip van
de beveiligingssystemen.
9.4. Afwezigheid van procedures om te handelen in geval van ongevallen en noodsituaties.
Beschermingsmiddelen, EHBO-middelen.
9.5. Veranderende organisatie.
9.6. Onvoldoende opleiding.
10. Overige factoren
10.1.
10.2.
10.3.
10.4.
10.5.
10.6.
10.7.
Gevaren veroorzaakt door andere personen, bv. geweld.
Werken met dieren.
Werken onder verhoogde of verlaagde luchtdruk.
Gure weersomstandigheden.
Integriteit van de programmatuur.
Werken bij of onder water.
Wisselende werkplekken.
317559105
3 van 3
20 juli 2017