Inwendige 5 Gastro- Enterologie Dermatologie - AZ Sint

advertisement
Infobrochure voor studenten
Inwendige 5
GastroEnterologie
Dermatologie
Straat 50
str 50 inwendige 5 140918
2
WELKOMSTWOORD
Beste student,
Welkom in AZ St-Lucas Gent!
Je komt binnenkort bij ons op stage en wij zijn daar heel blij om.
We investeren graag wat tijd in jou als student. Jij bent immers onze toekomst!
AZ St-Lucas kan jou heel wat mogelijkheden bieden. Met 825 bedden, meer dan 2300
medewerkers en zo’n 70.000 opnames per jaar behoren we tot één van de grootste
ziekenhuizen van Vlaanderen. Het hele gamma van specialiteiten staat voor onze patiënten
ter beschikking.
We kunnen je dus heel wat leermomenten aanbieden. Grijp deze kansen dan ook met
beide handen , vraag gerust om eens een onderzoek bij te mogen wonen, een techniek uit
te voeren,… Jouw interesse speelt alleen maar in je voordeel.
Een organisatie zoals AZ St-Lucas, brengt heel wat met zich mee. Daarom geven we je
graag wat extra informatie, die je op de volgende bladzijden kan terugvinden.
Neem deze bundel zeker door als je voor de eerste maal op stage komt in ons ziekenhuis. Je
kan er belangrijke informatie in terugvinden!
We wensen je alvast een fijne en zeer leerrijke stage toe,
Christine Van der Hoogerstraete
Directeur personeel en organisatie
Wim Moerman
Kurt Bourguillioen
Begeleidingsverpleegkundigen
Els Vanblaere
Verpleegkundig en paramedisch
directeur
str 50 inwendige 5 140918
3
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
3
ALGEMENE GEGEVENS
4
Globale omschrijving van de afdeling:
4
Functies:
4
GRONDPLAN
5
PROFIEL VAN DE AFDELING
6
Medische pathologieën, behandeling, onderzoeken
6
Kenmerken van de patiëntengroep/patiëntenprofiel
7
De meest voorkomende verpleegactiviteiten
8
ORGANISATIE EN WERKING VAN DE AFDELING
16
Dagschema
16
Diensturen verpleegkundigen
17
Diensturen studenten
17
Afdelingsgebonden tips:
17
Orbis
18
BIJLAGE
19
MEDISCHE TERMINOLOGIE
20
Etymologie
20
Woordenschat
25
str 50 inwendige 5 140918
4
ALGEMENE GEGEVENS
Globale omschrijving van de afdeling:
De hoofdpathologieën op onze dienst zijn gastro-enterologie en dermatologie
Verpleegafdeling inwendige 6 bevindt zich in straat 50, op de vierde verdieping van
de Z-blok
De verpleegafdeling is opgespitst in 2 UNITs waarbij elke unitverpeegkundige
verantwoordelijk is voor zijn toegewezen unit.
 09/224.51.50
E-mail: [email protected]
Functies:
Artsen:
Internisten:
Dermatologen:
zie ook op website www.azstlucas.be  zorgaanbod  medisch aanbod


Hoofdverpleegkundige: Samely Wyckhuyse


Stagementor: Lien Vanheede en Tijs Saerens
Team van verpleegkundigen: zorgt voor de observatie en verzorging van onze
patiënten. Deze mensen zullen aandacht geven aan de leerdoelen van de
studenten en hun begeleiden gedurende de stageperiodes.
Logistieke assistenten: zij voeren ondersteunende taken uit zoals:
 zorgen voor het voedingsgebeuren
 zorgen voor het patiëntenvervoer
 voeren allerlei boodschappen uit.
 …

str 50 inwendige 5 140918
5
GRONDPLAN
str 50 inwendige 5 140918
6
PROFIEL VAN DE AFDELING
Medische pathologieën, behandeling, onderzoeken
Pathologie
Gastro-enterologie
Oesophagitis
Slokdarmstenose
Maagulcus
Maag-C.A.,eventueel
gemetastaseerd
Cholangitis
Cholelithiasis
DarmCA
Pancreatitis
PancreasCA
Hepatitis (A, B, C)
Levercirrose
Lever-C.A.
Colon – C.A.
Spastisch colon
Peptisch colon
Colitis ulcerosa
Diverticulitis
Maag- en darminfecties:
Clostridium,
Salmonella en vele
andere
Darm-obstructie
Ziekte van Crohn
Dermatologie
Erysipelas
Andere dermatologische
wonden en
aandoeningen
zona
Behandeling
Onderzoeken
Als basis worden de meeste
therapieën medicamenteus
onderlegd, meestal te starten met
een intraveneuze therapie om
dan verder te gaan met
medicatie per os. Zeer frequent is
bijvoorbeeld de therapie met
zuurremmende middelen bv.
logastric (behandeling van
ulcera).
Echo-abdomen
RX-abdomen
C.T.- abdomen
R.X.-thorax
Gastroscopie
Colonscopie
Leverpunctie
Leverbiopsie
Diagnostische
ascitespunctie
Bariumklysma(steeds
laxeermiddel na
O.Z.)
Gastrografineklysma(
dit O.Z. werkt
laxerend)
M.R.C.P.
Enteroclyse (O.Z. van
de dunne darm,
zeer specifiek, wordt
zelden
aangevraagd)
Li colo
Echo endo
 Medicatie- therapie (I.V.therapie, per orale therapie)
 Antibiotica-therapie
 Lavement
 Ascitespunctie
 ERCP (= endoscopisch
retrograde
cholangipancreaticografie,
wordt uitgevoerd bij
cholelithiasis, of bij stenose van
de galwegen)
Antibiotica IV
Wondzorg – fysiologische
compressen
Symptomatische behandeling
Antibioticatherapie
Wondzorg specifiek ingesteld
voor de te behandelen zone of
aandoening
IV therapie
Open blaasjes droog houden
Labo
RX
Duplex bloedvaten
Labo
RX
Labo
RX
Ophtalmologisch
str 50 inwendige 5 140918
7
onderzoek indien
zona aan
aangezicht
Infecties
Urineweginfecties
Zonder klachten : geen
behandeling
Zo T° en klachten : antibiotica
Luchtweginfecties
Koorts : antibiotica, aerosol,
tapotage
Gastro-intestinale
klachten
Deshydratatieondervoeding
Braken
Rehydrateren, vochttoediening
IV voeding, medicatie, ev.
antibiotica
Diarree
Obstipatie
Labo, urinekweek
Recidiverende UWI : IVP
Labo, sputumkweek,
haemocultuur, RX
thorax
Labo,
echo
abdomen, overzicht
abdomen,
gastroscopie
Stoelgangkweek,
echo
abdomen,
overzicht abdomen
Extra vocht, medicatie (Movicol,
Duphalac, moviprep) Toedienen
van klein of groot lavament
Echo abdomen,
overzicht abdomen,
rectoscopie,
colonscopie, li colo
Kenmerken van de patiëntengroep/patiëntenprofiel
 Gastro-enterologie:
Grote variatie van patiënten gaande van zelfzorg tot zware hulpbehoevenden; bv. CApatiënten die palliatief of terminaal zijn. Sommige patiënten hebben soms ook
psychologische bijstand nodig, bv.alcoholverslaving, terminale levercirrose.
 De meeste patiënten komen met hun specifieke klachten terecht op de afdeling
waar er vervolgens een aantal onderzoeken worden aangevraagd om zo vlug
mogelijk een diagnose te kunnen stellen en de behandeling te starten.
 Andere patiënten worden doorverwezen door de huisarts om een bepaald
onderzoek te laten uitvoeren en verder advies te krijgen van de gastroenterologen.
 Indien een O.P. gewenst is worden de voorbereidende onderzoeken nog meestal
op onze afdeling uitgevoerd, na de operatie transfereren de patiënten meestal
naar een chirurgische afdeling.
 Dermatologie:
De meeste dermatologische patiënten worden in het ziekenhuis opgenomen voor IV
therapie en een optimale behandeling van hun aandoening. Deze therapie werkt sneller en
efficiënter dan medicatie per os.
Een adequate wondzorg verloopt soms hygiënisch beter dan in bepaalde thuissituaties.
str 50 inwendige 5 140918
8
De meest voorkomende verpleegactiviteiten
Basiszorgen:
Kan medicatie toedienen
 de student kan S.C een inspuiting geven met betrekking tot
anticoagulantietherapie (bv. Clexane)
 de student kan een I.M. inspuiting toedienen (zeldzaam)
 kan insuline toedienen met spuit en naald – huidplooitechniek
 kan insuline toedienen met insulinepen – huidplooitechniek (2) prikken van
dagcurves bij diabetespatiënten
 kan medicatie S.C. toedienen – inspuittechniek (2)
 kan medicatie I.M. toedienen (2)
 kan medicatie I.V. toedienen (2)
 kan bij een patiënt met een centraal veneuze katheter leidingen en
verbandwisseling uitvoeren (3)
 de student kan medicatie per os toedienen
Goede lichaamshygiëne geven aangepast aan de noden van de patiënt, vb.
bedbad, bad of douche geven, hulp aan lavabo, zelfzorg stimuleren evenals
aandacht voor de haren, gebit, nagels en conditie van de huid.
Omschrijven van verpleegkundige problemen, actie plannen en evalueren.
Observeren op psychisch, fysisch en sociaal vlak.
Specifieke behandelingen:
 Ademhalingsstelsel
 kent normale en afwijkende AH-types en kan afwijkingen hierop bij de patiënt
vaststellen
 zorgt voor de ademhaling van de patiënt
o door aangepaste houding
o hulp bij ophoesten
 observeert en rapporteert sputum en kan dit verzamelen voor laboonderzoek
 kan zuurstof toedienen
 kan inhalatietherapie toedienen
o aerosoltherapie: via pijpje of masker aangesloten op perslucht. Aandacht
voor juiste dosering! Unidosis zijn nu voorhanden.
o verstuivers: gasvormige puff of poedervormig (discus, aeroliser, turbohaler)
Aanleren aan patiënt. Belangrijk! Hoeveel maal te gebruiken. Eventueel
wordt een volumatic aangewend.

Bloedsomloop
 stimuleren om zowel passieve als actieve oefeningen te doen afhankelijk van
de pathologie, toedienen medicatie
 Controle van bloeddruk en pols
 Toedienen van bepaalde bloedverdunnende medicatie - per os, SC. - I.V vb.
via spuitpomp(Heparine)
 Bloedtransfusies
 intraveneuze therapie: via perifeer infuus.
Goede observatie van de insteekplaats.
Aandacht voor nazorg bij ontsteking
 centraal veneuze therapie: patiënten krijgen een centrale katheter in de
vena subclavia geplaatst (of vena jugularis).
Aandacht voor insteekplaats en correcte verzorging (steriliteit!)
str 50 inwendige 5 140918
 Centrale katheters worden ook dikwijls geplaatst indien er een lange
intraveneuze therapie nodig is of als patiënt zodanig verzwakt is dat er
TPN-toediening nodig is.
 Aandacht voor verminderde bloedcirculatie CAVE: -voetwondproblemen

Huid en zintuigen
kan toezicht houden op en het verband wisselen bij een gesloten chirurgische
wonde (2)
kan naadloze wondhechting aanbrengen (2)
kan de soorten wondnaden herkennen en hechtingsmateriaal verwijderen:
haakjes en draadjes (2)
kan een receptorzakje aanbrengen bij een passief drainagemiddel
toezicht houden op en een verbandwisseling uitvoeren bij een
vacuumdrainage en het opvangrecipiënt verwisselen (2)
kan een passief drainagemiddel inkorten (2)
kan een actief- en passief drainagemiddel verwijderen (2)
kan toezicht houden op en verbandwisseling uitvoeren bij:
zuivere open wonden: oppervlakkig / diep exsudaat: weinig / veel
maceratie
geïnfecteerde wonden op advies van de arts verzorgen
een staal wondvocht opnemen
een wonde peilen en spoelen
oude wieken verwijderen en nieuwe wieken inbrengen
wondinstillatie toepassen
de wonden onderkennen in de granulatiefase, biologische
ontstekingsfase en necrotische fase (2)
passieve en interactieve wondverbanden aanbrengen: (2)
kan de stomazorg uitvoeren en aangepast materiaal gebruiken bij een
patiënt met anus praeter (3)
kunstnierpatiënten hebben soms last van een droge en jeukende huid (door
een te hoog ureumgehalte in het bloed). Aangepaste zeep + ureum crème
wordt hiervoor voorgeschreven. Bij ernstige problemen wordt een consult
dermatoloog gevraagd.

Spijsverteringsstelsel
 stimuleren om op te zitten, eventueel rond te lopen, aangepaste voeding
aangenaam maken, zorgen voor een rustige omgeving, ongemakken
voorkomen, voldoende laten drinken
 Toedienen van medicatie per os of IV
 Eventueel plaatsen van een maagsonde
 voeding via microsonde bij dementerende en psychiatrische patiënten.
Wordt ook gebruikt bij patiënten die nog niet voldoende voeding kunnen
innemen.
 Na plaatsing steeds controle in RX. RADIO OPAKE KATHETER.
 gastrostomiekatheter: blijvende katheter door de huid rechtstreeks in de
maag geplaatst via
PEG = Percutane Endoscopische Gastrostomie
 Eerste 24 uur geen vocht of voeding => onstekingsgevaar.
 Preventief wordt er antibiotica toegediend
 Soort voeding wordt door de arts doorgegeven.
9
str 50 inwendige 5 140918




10
Steeds spoelen na voedseltoediening.
Opletten bij diabetespatiënten.
Verbandzorg
Uitscheidingsstelsel
Zorg voor mictie en defeacatie van de patiënt
 biedt hulp aan de patiënt die niet zelfstandig kan urineren of defeaceren:
met gebruikmaking van toilet of toiletstoel in bed met behulp van bedpan,
urinaal bij incontinentie of uridoom.
 Lavementen: klein lavement : zoals fosfaatlavement, groot lavament
 Anaal verwijderen van faecalomen wanneer andere laxativa niet helpen
 draagt er zorg voor dat de zelfstandigheid en de privacy hierbij zo weinig
mogelijk geschaad worden
observeert en rapporteert, zo nodig, de frequentie en de toiletgewoonten
van de patiënt, herkent macroscopische afwijkingen => stoelgangblad
 maakt zo nodig observatie mogelijk door opvang en verzameling van urine
en faeces voor labo-onderzoek
 bevordert de defaecatie en neemt maatregelen om obstipatie te
voorkomen door:
o te stimuleren tot meer beweging
o gebruiken van een aangepaste voeding en vochtinname
toedienen van orale of rectale laxativa
 kan een eenmalige blaaskatheterisatie uitvoeren bij een mannelijke en
vrouwelijke patiënt voor: staalname, urineretentie en
residu (2)
 kan alleen / met hulp een verblijfkatheter plaatsen bij een mannelijke en
vrouwelijke patiënt en kan het vereiste toezicht
hierop uitoefenen (2)
 kan een urinestaal afnemen bij een verblijfskatheter (2)
 Voert de zorg uit bij een suprapubische sonde
 Kan residu bepalen met behulp van de bladderscan
voeding en vochttoediening
Zorg voor voldoende voedsel en vochtopname
 kan de voedingstoestand van de patiënt beoordelen
 dient de maaltijd op met zorg voor de omgeving en de sfeer
 stimuleert de zelfstandigheid van de patiënt bij de maaltijd
 biedt hulp aan bij patiënten die niet zelfstandig kunnen eten en drinken
 dient voedsel en vocht toe met gebruik van hulpmiddelen zoals tuitkannetje,
aangepast bestek
 maakt de voedingsbalans correct op (blad aan het voeteinde van het bed)
Er steeds attent op zijn of de patiënt nuchter moet zijn:
 voor operatie
 voor het onderzoek
 door zijn diagnose/pathologie (bijv. pancreatitis)
 na een onderzoek (vb na zijn gastroscopie mag de pt. tot 60’ na het
onderzoek niets nuttigen omdat de keel verdoofd werd met xylocaïne spray) > verstikkingsgevaar
Er zijn verschillende diëten, de meest voorkomende zijn :
Diabetesdieet, Na-arm, Na-2000, Na-3000, C.A.V. (cholesterolarme voeding),
L.V. (lichtverteerbare voeding), Glutenvrij-dieet, Vetarme voeding, Eiw 80 –
vochtbeperking.
str 50 inwendige 5 140918
mobiliteit
Zorgt voor de juiste houding in bed en afwisseling hierin
 rugligging, zijligging, buikligging, wisselligging, half zittend, rechtop zittend,
Trendlenburg, anti-Trendlenburg, Fowler, met hoogliggende arm of been.
 maakt goed gebruik van de hulpmiddelen: ruggesteun, voetensteun,
dekenboog, bedgalg, bedverhogers, zandzakken, veiligheidshekkens,
alternaitingmatras en andere hulpmiddelen die de druk onder de
drukplaatsen herverdelen
 helpt zonodig bij beweging: passief bewegen van de ledematen
 mobiliseert de zieke:
o zittend op de rand van het bed
o zittend in zetel of rolstoel
o lopend aan de arm/of met andere hulpmiddelen
o kan de patiënt vervoeren met bed, brancard rolstoel
o kan de tillift gebruiken en kan de patiënt in en uit bed tillen
hygiëne:
De student zorgt bij de dagelijkse lichaamshygiëne van de patiënt of voor de hulp
hierbij bestaande uit:
 de volledige of gedeeltelijke verzorging van de patiënt, op bed, aan de
lavabo onder de douche
 schenkt bij de verzorging van de huid telkens aparte aandacht aan de
verschillende drukplaatsen, met de bedoeling decubitus te voorkomen,
voorkomt en behandelt intertrigo
 verzorgen van de uitwendige geslachtsorganen, na mictie of defaecatie, bij
incontinentie, tijdens de menstruatie
 het voorkomen van verwikkelingen van bedlegerigheid en immobiliteit:
decubitus, contractuur, trombose, atrofieën, luchtwegeninfectie,
incontinentie, urineretentie, afname van eetlust, darmtraagheid, constipatie
en psychische gevolgen
 helpt de patiënt die in zijn beweging gestoord is door informatie te geven
over de gevaren van langdurige immobiliteit
 dagelijkse mondverzorging: tanden poetsen, mond spoelen, prothese
verzorgen, voorkomen en/ of eventueel behandelen van
mondaandoeningen, mondverzorging bij de patiënt die daar zelf niet toe in
staat is, stimuleren van speekselsecretie, lippen verzorgen
 dagelijkse haarverzorging: haar borstelen of kammen, baard scheren, haar
wassen in bed of aan de lavabo
 nagelverzorging van handen en voeten
 biedt hulp bij aan - en uitkleden en laat het kiezen van de kleding zoveel
mogelijk over aan de patiënt
Zorgt voor een goed opgemaakt bed
 kan bed opmaken en afhalen:
o de patiënt mag uit het bed
o de patiënt mag in bed draaien maar niet opstaan
Fysieke beveiliging:
Gebruik maken van bedsponden en fixatiemateriaal.
Steeds zorgen voor beveiliging, vb. onrusthekkens omhoog, bij onrustige patiënten
fixatiemateriaal aanwenden zoals een voorzettafel, fixatiegordel, polsbinden,
verpleeglaken, driepuntsfixatie
11
str 50 inwendige 5 140918
12
Bed in de laagste stand zetten bij het verlaten van de kamer
Er voor zorgen dat het belsignaal altijd in het bereik van de patiënt ligt.
Verpleegactiviteiten die verband houden met het stellen van diagnose:
Observeert de lichaamstemperatuur: rectaal, oraal of axillair; voelt en telt de pols,
maar ook vb. kleur, pijnprikkels, alertheid, sufheid, ademhalingsritme
Kan glycemie bepalen met behulp van de beschikbare middelen
Specifieke voorbereidingen bij onderzoeken en behandelingen
Colonscopie
 Algemene aandachtspunten bij een colonscopie:
o Avond voor onderzoek
 Beschuit of yochurt
o Observatie van de stoelgang
o Controle op nausea, een verlaagde RR
o Patiënten stimuleren om te drinken
o VM onderzoek
 2 liter moviprep
 2 liter water
 Phosfaatlavement / fleet
 1 liter water
o NM onderzoek
 1 liter moviprep (zoutoplossing)
 1 liter water
o Patiënten moeten vervoerd worden met bed
o O.P.- hemdje
o identificatie-armbandje = wit
o etiket met patiënt gegevens onder plastiek hoesje aan het voeteinde
van het bed (adres + telefoonnummer doorhalen met zwarte stift dit om
de privacy van de patiënt in acht te houden)
o Na het onderzoek mag de patiënt onmiddellijk eten.
o Steeklaken, onderlegger
o Vals gebit en juwelen moeten uit voor het onderzoek
 Enkele tips om de voorbereiding van de patiënt aangenaam te maken:
o Bij nausea kan er primperan toegediend worden.
o Er is mogelijkheid om appelsap toe te dienen aan de moviprep, om de
smaak te verbeteren
o Kauwgom werkt preventief bij nausea (patiënt dient dit wel zelf mee te
brengen)
o Soms helpt het om met een rietje te drinken.
o Zorg dat het water voor de moviprep uit de koelkast komt
Colonscopie onder verdoving
 Idem coloscopie
Gastroscopie
 Hierbij dient de patiënt enkel nuchter te zijn, en mag hij/zij na het onderzoek
niet direct iets nuttigen omdat de keelholte nog verdoofd is door xylocaïnespray, de patiënt dient nog een uurtje geduld uit te oefenen om te eten.
str 50 inwendige 5 140918
13
ERCP
 Dit onderzoek gebeurt ook onder anesthesie dus is er ook een anesthesiefiche
en een dagelijks observatieblad nodig, de patiënt is nuchter. ERCP=
Endoscopic Retrograde Cholangio-Pancreatography, is een diagnostische
procedure voor het onderzoek van lever, galwegen en pancreas. Aangezien
het gebeurt onder sedatie worden de patiënten afgehaald op recovery).
 Nazorg bij ERCP: controle parameters, eerste uren na het onderzoek niet eten
of drinken, tenzij anders vermeld op het dagelijks observatieblad.
MRCP
 Het MRCP is de magnetische resonantie (N.M.R.) van de galwegen en de
pancreas. Dit onderzoek gebeurt op de dienst medische beeldvorming en is
louter diagnostisch.
C.T. abdomen
 De patiënt is nuchter, een verpleegkundige van radiologie brengt een fles
met contrastvloeistof naar de afdeling dit dient de patiënt uit te drinken op
het aangegeven tijdstip vermeld op de fles, telkens 1 beker met een
tussenperiode van 20’, na de derde beker mag de patiënt niet meer plassen
zodat contraststof in het lichaam blijft.
 Nazorg: veel drinken, zeker 1l extra, melden aan de patiënt dat hij/zij dunne
ontlasting kan hebben.
Slik-act slokdarm
 De patiënt dient nuchter te zijn
 Nazorg: het drinken van een laxeermiddel: prepacol
Maag-darm: bariumklysma
 De patiënt dient nuchter te zijn
 Nazorg: 30 ml olie te drinken, dit mag verdunt worden met een andere
vloeistof
Maag-darm: gastrografineklysma
 De patiënt dient nuchter te zijn
 Nazorg: melden aan de patiënt dat hij/zij dunne ontlasting kan hebben
Dunne-darmtransit
 De patiënt dient nuchter te zijn
 Nazorg: 30 ml olie drinken
RX-colon
 De avond voor het onderzoek dient de patiënt een flesje prepacol te drinken
 Nazorg: 30 ml olie drinken
Leverpunctie/ leverbiopsie
 De patiënt moet nuchter zijn.
 O.P. hemdje
 Dagelijks observatieblad
 Nazorg: de patiënten dienen een tijdje op hun Re- zij te blijven liggen, dit om
de bloeding te stelpen; controle verband.
str 50 inwendige 5 140918
14
Ascitespunctie
 De patiënt hoeft niet nuchter te zijn
 Verzamelen van materiaal op plateau:
 steriele set
 steriele handschoenen
 iso-betadine (op groen medicatieformulier vermelden)
 xylocaïne 1% (op groen medicatieformulier vermelden)
 groene / grijze punctienaald
 aciteszakken : verpakking met een trousse en 2
opvangzakken. Deze zakken worden nadien in de gele
container gedeponeerd.
 kleefband
 extra deppers
 nierbekken
 steriel opvangrecipiënt voor staalname
 naaldcontainer
 eindverband (primapore, mepore op deppers + opsite)
Andere verpleegtechnische handelingen
Ademhalingsstelsel
 toedienen van zuurstof
 toedienen van aërosol + klaarmaken van aërosolmedicatie
Bloedsomloopstelsel
 nemen van bloeddruk en polsslag
 geven van bloedverdunnende medicatie p.o. of i.v. onder toezicht van een
verpleegkundige
Spijverteringsstelsel
 plaatsen van een maagsonde/microsonde
 geven van een laxavit, fleet of groot lavament
 nemen van een stoelgangstaal
Specifieke aandachtspunten voor de afdeling
Zorgt voor de patiënt en zijn omgeving
 draagt zorg voor de materiële inrichting en de rustige omgeving in de
ziekenkamer of het dagverblijf
 zorgt voor de leefsfeer van de patiënt: bezoek, bloemen, fruit, post, kleding,
telefoon
 zorgt voor het recreatief bezig zijn van de patiënt, onderkent door observatie
en gesprek waarin de patiënt belang stelt in verband met ontspanning en
bezigheid
 reinigt en onderhoudt het gebruikte verplegingsmateriaal, past regels voor
persoonlijke en algemene hygiëne zodanig toe dat infecties voorkomen
worden
 functioneert als goed teamlid en medestudent op de afdeling met een
verantwoordelijkheid die beperkt is tot wat van een beginnende student kan
verwacht worden en zoals hierboven beschreven
Cognitieve en sociale vaardigheden: De student:
 kan een opnamegesprek voeren bij een patiënt (2)
 kan algemene préoperatieve zorgen plannen en uitvoeren (2)
str 50 inwendige 5 140918
 kan informatie geven aan de patiënt met betrekking tot onderzoeken en
ingreep (2)
 heeft inzicht in de gehanteerde verpleegprotocols op een inwendige
verpleegeenheid
 heeft inzicht in de wijze waarop patiënten het operatiegebeuren beleven(2)
 kan informatie geven aan inwendige patiënten i.v.m. verpleegkundige
interventies. (2)
 kan observaties op somatisch en niet-somatisch vlak rapporteren en
bespreekbaar stellen en team(2)
 kan een verpleegplan hanteren (2)
 kan postoperatieve verwikkelingen bij patiënten observeren en signaleren
i.v.m. o ademhalingsstelsel, gastro-intestinaal stelsel, cardio-vasculair stelsel,
urinestelsel, huid, zenuwstelsel (2en 3)
Technische vaardigheden De student:
 kan de basisprincipes toepassen: hygiëne en steriliteit, veiligheid, beleving
van de patiënt, comfort, zelfzorg en inspraak, ergonomie, economie en
ecologie (2)
15
str 50 inwendige 5 140918
16
ORGANISATIE EN WERKING VAN DE AFDELING
Dagschema
Vroegdienst:
6u30 - 6u45
6u45
8u
8u30
11u
12u
13u30-14u12
Tussendoor:
14.12u
Overdracht N – V
De overdracht gebeurt per unit naar de unitverpleegkundige
Controle van medicatie en toedienen ervan
Controles van parameters
Indien mogelijk wordt de verzorging reeds opgestart
Overdracht per unit naar dienst – of dagverantwoordelijke. De student
is aanwezig tijdens de overdracht
Ochtendverzorging met oa verwisselen van incontinentiemateriaal
Medicatie uitdelen, glycemiecontrole
Vroegdienst zet medicatie klaar voor de komende 24 uur
Overdracht L
- beloproepen beantwoorden
- geplande opnames
- bloedafname
- studenten begeleiden
Einde vroegdienst
Laatdienst :
13u30
14u
15u
16u45
18u
tussendoor
19u
20.45 u
21.12u
Nachtdienst :
Overdracht V- L
Controle van parameters
comfortzorg
Veranderen van infusen
Opzetten van patiënten
Namiddagtoer
Verzorging
Opdienen avondmaal
Avondtoer
Installeren patiënten in bed
Ronddelen medicatie 18u
Verversen van incontinentiemateriaal bij bedlegerige patiënten
glycemiecontrole
- beloproepen beantwoorden
- familie te woord staan
- studenten begeleiden
medicatietoer
overdracht naar ND
Einde laatdienst
str 50 inwendige 5 140918
20.45 u
22u
24u
04u
06u30
6.45u
17
- Overdracht L – N
- medicatie ronddelen, pt. installeren voor de nacht…
- aanpassen medicatiefiches
- beantwoorden bellen
- verversen van incontinentiemateriaal bij bedlegerige patiënten
glycemiecontrole
Medicatietoer
Tijdens de nacht: doorschrijven van medicatiefiches en
verzorgingsdossiers
Veranderen van infusen
medicatietoer
patiënteninfo uitprinten volgens aantal vroegdiensten
glycemycontrole
overdracht N - D
Einde nachtdienst - slaapwel
Diensturen verpleegkundigen
Dagdienst
Vroegdienst
Late dienst
Nachtdienst
8u tot 16u42 (1u pauze).
06u30 tot 14u12 (geen pauze)
13u30 tot 21u12 (geen pauze)
20u45 tot 06u45 (geen pauze)
Diensturen studenten
De diensturen voor studenten zijn dikwijls verschillend per school.
Toch volgen de studenten de uren van de medewerkers = 7.42u
Laat dagelijks je urenlijst aftekenen door de verantwoordelijke.
Als je naar de introductie komt de eerste stagedag, breng ook je urenlijst mee en laat je
deze door de begeleidingsverpleegkundige aftekenen.
Afdelingsgebonden tips:






Aandacht voor urine en stoelgangcollecties.
Let op een goede houding tijdens de maaltijden van de patiënte,(rechte houding) om
slikpneunomie te voorkomen
Bij het afruimen van de maaltijdplateaus, aandacht besteden voor de voedingsbalans,
gelieve deze in te vullen.
Bij dermatologische patiënten met erysipelas, controle of de verbanden nog vochtig zijn
(in beginstadium van de ziekte)
Aandacht voor het nuchter houden van gastro-enterologische patiënten in afwachting
van bepaalde onderzoeken.
Aandacht voor het eten geven van gastro-enterologische patiënten na bepaalde
onderzoeken. Soms is er een wachttijd van 1 uur na verdoving van de keel (vb.
gastroscopie)
str 50 inwendige 5 140918


Endocrinologische patiënten :
 Cave hypoglycemie/zweten – bewustzijnsverlies  hyperglycemie.
 Steeds aandachtig zijn. HGT bepalen. Bij High aangifte op toestel.
 Labo laten prikken om suikergehalte exact te laten bepalen.
Kijk dagelijks op de dagplanning van den patiënt welke onderzoeken er voorzien zijn. Zo
kan je tijdig navragen of je het onderzoek kan bijwonen.
Orbis
Op deze afdeling in AZ Sint-Lucas werkt men met het nieuwe elektronisch
verpleegkundig dossier Orbis. Om al eens een zicht te krijgen hoe dit systeem werkt
en in elkaar zit, stellen we online een e-learning module ter beschikking.
Deze e-learningmodule is opgedeeld in verschillende lestopics waarin aan de hand
van schermfilmpjes en geanimeerde presentaties wordt getoond hoe het
elektronisch verpleegdossier binnen AZ Sint Lucas werkt.
Deze e-learningmodule kun je bereiken via http://www.lereninazstlucas.be
18
str 50 inwendige 5 140918
19
BIJLAGE
vzw AZ Sint-Lucas & Volkskliniek
Campus Sint-Lucas
Groenebriel 1
9000 Gent
Tel. 09/224 61 11
Fax 09/224 61 10
[email protected]
Campus Volkskliniek
Tichelrei 1
9000 Gent
Tel. 09/224 56 11
Fax 09/224 56 10
[email protected]
WERKPOSTFICHE STAGIAIRS
in uitvoering van het KB van 21/09/04 betreffende de bescherming van stagiairs
Onderneming : AZ Sint-Lucas
Werkposten : Verpleegafdeling E5 straat 44 Typefunctie : Verpleegkundige
Opleiding
: Bachelor in verpleegkunde / 4 e graadsopleiding verpleegkunde
LUIK A
Beschrijving van de werkzaamheden :
- Waar : Verpleegafdeling E4 straat 42
- Welke machine, transportmiddel, producten : ……………………………………………………………………………………………………………………..
- Taken : Verpleegkundige taken
Resultaat risico-evaluatie (1) :
- Risico’s : Risico biologische agentia groep 2 : TBC + bloedoverdraagbare infectieziekten, dragen van lasten, contact met voeding
- Genomen preventiemaatregelen : Vaccinaties, standaardvoorzorgsmaatregelen
- Specifieke instructies, opleiding : standaardvoorzorgsmaatregelen beheersen, hef- en tiltechnieken
Risico’s en hinder (2)
 val  op de begane grond
 van hoger gelegen vlak
LUIK B
Verplicht medisch toezicht (3)
 risico beroepsziekten :  fysisch……………………………..
 chemisch…………………………..
 biologisch………………………….
 prikwonden/snijwonden
 lawaai
 longaandoening…………………
 verbrijzelingen
 trillingen
 huidaandoening………………..
 rondvliegende scherven
 warmte
 veiligheidsfunctie? : ………………………………………………………..
 brandwonden
 koude
 contact met voedingswaren
 elektrische risico’s
 vochtigheid
 gebruik van beeldschermen (4)
 manueel hanteren van lasten (met gevaar voor rugletsel)
 val van voorwerpen
 chemische hinder
 inentingen/test :
 tetanus
 tuberculoses
 geïsoleerd werk
 spatten
 hepatitis B  andere :……………
 andere ………………….
 stof
 ioniserende stralingen
…………………………………………….
 gassen, dampen
noodzakelijke maatregelen bij zwangerschap en borstvoeding.
Conform risicolijst AZSL
aard v/h gericht onderzoek………………………………………………….
Periodiciteit 1 x geldig voor de volledige opleiding
Welke werkkledij/persoonlijke beschermingsmiddelen worden gedragen ? (verantwoordelijkheid gebruiker)
 broekpak/schort/andere : broekpak of schort
 ademhalingsbescherming (type) :…………………………………..
 veiligheidsschoenen (type) :……………………………………………..  oorkap/oorpropjes (type) :……………………………………………..
 handschoenen (type) : PVC of Latex
 helm/kapje (type) : ………………………………………………………….
 bril/scherm (type) : bij risico op bloedspatten
 andere :………………………………………………………………………………..
Voor de onderneming : naam en handtekening
Ondergetekende werd geïnformeerd over de in te nemen werkpost.
Datum :
Datum :

(1)
indien het een arbeidspost zonder specifieke gezondheids-en veiligheidsrisico’s betreft, dient de tabel “Risico’s en kinder” niet aangevuld te worden
(2)
geeft de specifieke kenmerken van de arbeidspostanalyse
(3)
aard van de blootstelling zoals voorzien in de inventaris opgemaakt in uitvoering van ARAB art.124 & 1b en meegedeeld aan de arbeidsgeneesheer
(4)
(5)
gebruik van beeldschermen gedurende een aanzienlijke deel van de normale werktijd (bv.meer dan 4 uur) in functie van wat bij de gebruiker geldt
algemene opmerking : de werkpostfiche is vooraf ter advies voorgelegd aan de diensten van preventie en bescherming op het werk en het comité
str 50 inwendige 5 140918
20
MEDISCHE TERMINOLOGIE
Etymologie
ALGEMEEN
a-
zonder
dys-
wijst op een stoornis
-ectomie
wegname
intra-
in
-itis
ontsteking
logos ( -logie, -loog)
leer
pathos ( -pathie)
lijden
poly-
veel
CARDIOVASCULAIR STELSEL
card-, cardi- (afgeleid van het Grieks)
hart
cardiologie leer of studie van de hartziekten
cardiopathie het lijden aan een hartziekte
vas- (afgeleid van het Latijn)
(bloed)vat
BLOED- EN LYMFESTELSEL
hem-, hemat- (afgeleid van het Grieks)
bloed
RESPIRATOIR STELSEL
trache- (afgeleid van het Latijn)
houdt verband met de luchtpijp
tracheitis ontsteking van de luchtpijp
bronch- (afgeleid van het Latijn)
wijst op een luchtpijpvertakking
bronchitis ontsteking van de luchtpijpvertakking
pneum-, pneumon- ( van het Grieks)
houdt verband met de long
pneumectomie wegnemen van de long
pneu (van het Grieks)
houdt verband met het ademen
apnoe toestand waarbij tijdelijk het ademen
ophoudt
dyspnoe een moeilijke ademhaling
str 50 inwendige 5 140918
21
polypnoe snel en veelvuldig ademen
SPIJSVERTERINGSSTELSEL
stomat- (afgeleid van het Grieks)
mond
stomatologie studie van de mondaandoeningen
stomatitis mondslijmvliesontsteking
gastr- (afgeleid van het grieks)
wijst op maag
gastrectomie wegnemen van de maag
gastritis maagontsteking
enter- (afgeleid van het Grieks)
darm
enteritis darmontsteking
gastro-enteritis ontsteking van maag en darm
hepat- (afgeleid van het Grieks)
lever
hepatitis infectie aan de lever
UROGENITAAL STELSEL
nefr- (afgeleid van het Grieks)
houdt verband met de nier
ur- (Grieks)
wat verbandt houdt met de urine
ureter (Latijn) urineleider
cyst- (afgeleid van het Grieks)
houdt verband met de blaas
cystitis blaasontsteking
uterus (Latijn)
baarmoeder
hyster- (afgeleid van het Grieks)
houdt verband met de baarmoeder
hysterectomie wegnemen van de baarmoeder
gynaec- (afgeleid van het grieks)
wat verband houdt met de vrouw
gynaecologie vrouwenziekten
ZENUWSTELSEL
neur- (afgeleid van het Grieks)
zenuw
neurologie studie van de zenuwen, zenuwziekten
encefal- (afgeleid van het Grieks)
hersenen
cerebr- (afgeleid van het Latijn)
hersenen
psych- (afgeleid van het Grieks)
ziel
psychiatrie tak van de geneeskunde die zich bezighoudt
met het behandelen en genezen van
str 50 inwendige 5 140918
22
geestesaandoeningen
OSTEOMUSCULAIR STELSEL
oste- (afgeleid van het Grieks)
houdt verband met het been
muscul- (afgeleid van het Latijn)
spier
intramusculair inspuiting in de spier
artr- (afgeleid van het Grieks
gewricht
artritis gewrichtsaandoening
pod- (afgeleid van het Grieks)
voet
podologie studie van de voet
thorac (afgeleid van het Latijn)
borstkas
OTORINOLARYNGOLOGIE, OFTALMOLOGIE, DERMATOLOGIE
ot- (afgeleid van het grieks)
oor
otitis oorontsteking
rin- (afgeleid van het Grieks)
neus
oftalm- (afgeleid van het Grieks)
oog
dermat- (afgeleid van het grieks )
heeft betrekking op de huid
dermatoloog dokter in de huidziekten
cut- (afgeleid van het Latijn)
huid
subcutane injectie
inspuiting onder de huid
PREFIX
Aantal / hoeveelheid
hemi-, semi-
helft
hemiplegie verlamming van een lichaamshelft
uni-, mono-
één
bi-, di-
twee
tri-
drie
oligo-
weinig
oligofrenie weinig verstand, een verstandelijke handicap
poly-, multi-
veel
polypnoe veel en snel ademen
Afmeting
str 50 inwendige 5 140918
23
micro-
klein
micro-organisme klein organisme, bijv. een bacterie
macro-
groot
macroscopisch wat te zien is met het blote oog
mega-, megalo-
groot
Gelijkenis / verschil / tegenstelling
auto-
zelf
homo-, iso-
gelijk
homoseksueel Zich aangetrokken voelen tot hetzelfde
geslacht
isomorf dezelfde vorm
hetero-
ander
hetero-anamnese bevraging van een familielid
anti-
tegen
antibioticum tegen de ziekte
Graad / hoedanigheid
hypo-
onder, te weinig, onvoldoende
hypotensie te lage bloeddruk
hyper-
boven, te veel, overdreven
hypertensie te hoge bloeddruk
dys-
moeilijkheid, stoornis
dyspnoe moeilijke ademhaling
Ontkenning
a-, an-
zonder, gebrek aan
anemie bloedarmoede
in-, im-
niet
incontinentie niet kunnen ophouden van urine
Plaats
in-, intra-, en-, endo-, ento-
in, binnen
intramusculair in de spier
e- ec-, ex- exo-
uit, buiten
inter-, meso-
tussen, in het midden
str 50 inwendige 5 140918
24
Snelheid
brady-
traag
bradycardie trage hartslag
tachy-
snel
tachycardie snelle hartslag
Tijd
ante-, pre-, pro-
voor
prematuur vroeggeboorte
post-
na
posttraumatische stress stress na een trauma
SUFFIX
-algie
pijn
gastralgie maagpijn
-ectomie
wegnemen
-emie
houdt verband met bloed
glycemie suikergehalte van het bloed
-fobie
vrees
claustrofobie vrees voor kleine ruimten
-geen, -genese
ontwikkeling, vorming
pathogeen ontwikkelen van een ziekte
-itis
ontsteking
cystitis blaasontsteking
-manie
drang
kleptomanie neiging tot stelen
-pathie, -paat
aandoening
cardiopathie hartlijden
-scopie
onderzoek
gastroscopie maagonderzoek
-therapie
behandeling
farmacotherapie behandeling met medicatie
str 50 inwendige 5 140918
25
Woordenschat
A
Abces
etterbuil, ophoping van pus in het lichaam
Abnormaal
afwijkend van de norm
Abortus
miskraam
Abrasie
schaafwond
Abrupt
plotseling
Absence
kortstondig bewustzijnsverlies
Absorptie
opname
Abstinentie
onthouding van medicijnen, alcohol, drugs
Accidenteel
toevallig, of als gevolg van een ongeluk
Acne
puistjes
Activeren
werkzaam maken
Acuut
plotseling en hevig
Adolescent
puber, jeugdig persoon
Adult
volwassene
Afasie
spraakstoornis
Agitatie
opwinding
Alert
oplettend
Allergie
overgevoeligheid
Amnesie
geheugenverlies
Analyse
ontleding
Anamnese
vraaggesprek naar de ziektegeschiedenis
Anesthesie
verdoving of narcose
Anorexia
magerzucht, eetstoornis
Antibioticum
geneesmiddel dat bacterien doodt
Antidepressivum
middel tegen ziekelijke neerslachtigheid
Apathie
lusteloosheid
Artrose
gewrichtsaandoening
Autonoom
zelfstandig
str 50 inwendige 5 140918
26
B
Biopsie
een stukje weefsel uit een orgaan verwijderen voor
onderzoek
Bronchitis
ontsteking van de luchtpijptak
C
Carcinoom
kankergezwel
Cardiaal
met betrekking tot het hart
Caries
tandbederf
Causaal
oorzakelijk verband (oorzaak – gevolg)
Cellulitis
ontsteking van het onderhuidse bindweefsel
Celmembraan
wand, omhulsel van de cel
Cerebraal
met betrekking tot de grote hersenen
Cerebrovasculair
met betrekking tot de bloedvaten in de hersenen
Chemotherapie
behandeling van kanker met medicijnen
Chirurgisch
operatief
Cholesterol
lichaamsvet
Chronisch
van lange duur
Circulatie
(bloeds)omloop
Classificatie
indeling, rangschikking
Cognitief
met betrekking tot het denkproces
Coitus
geslachtsgemeenschap
Combinatie
verbinding
Complex
ingewikkeld
Complicatie
bijkomende ziekte
Conceptie
bevruchting
Conditie
toestand waarin iemand verkeert
Contraceptivum
voorbehoedsmiddel
Convulsie
stuip, toeval
Coronair
m.b.t. de kransslagaders van het hart
Correlatie
samenhang
Crisis
ernstige ziekteaanval
str 50 inwendige 5 140918
27
Criterium
toets, een reden
Curatief
genezend
Curve
kromme lijn
Cyclus
terugkerende regelmatige reeks
Cytoplasma
celvloeistof
Cyste
holte gevuld met vocht
D
Decubitus
doorligwond
Deficit
gebrek
Delirium
acuut psychische stoornis t.g.v. een lichamelijke
aandoening, vergiftiging of onthouding van middelen
Dementie
geestelijke achteruitgang
Dermatologisch
met betrekking tot de huisziekten
Detectie
opsporing, ontdekking
Diabetes
suikerziekte
Diagnose
vaststelling van een ziekte
Distilleren
zuiveren
Donor
degene die zijn orgaan afstaat
Dosis
hoeveelheid van een geneesmiddel
Drainage
vochtafvoering
E
Echografie
beeld van organen
Eczeem
oppervlakkige huidaandoening
Effectief
doeltreffend
Efficiënt
doelmatig
Ejaculatie
zaadlozing
Elastisch
rekbaar
Elektro-Encefalo-Grafie
beeld van de elektrische hersenstroom
Elektrocardiografie
onderzoek van de elektrische activiteit van het hart
Eliminatie
verwijdering
Embolie
bloedvatverstopping
Embryo
vrucht in het moederlichaam
str 50 inwendige 5 140918
28
Emesis
braken
Emfyseem
longaandoening
Emotioneel
gevoelsmatig
Epidemie
besmettelijke ziekte die zich verspreid onder een
bevolkingsgroep
Epilepsie
vallende ziekte, toevallen
Equivalent
gelijkwaardig
Etiologie
leer van de ziekteoorzaken
Euforie
verhoogd gevoel van welzijn
Evaluatie
beoordeling
Evolutie
ontwikkeling
Excessief
overdreven
Excitatie
opgewondenheid
Extern
uitwendig
F
Faeces
ontlasting
Fataal
noodlottig
Fenomeen
verschijnsel
Fertiliteit
vruchtbaarheid
Fixatie
vasthechting
Fobie
ziekelijke vrees
Fractuur
been(bot)breuk
Fysisch
lichamelijk
G
Genetisch
met betrekking tot de erfelijkheid
Genitaal
met betrekking tot de geslachtsorganen
Geriatrisch
medische zorg voor de oudere mens
Gradueel
trapsgewijs
Gynaecologisch
met betrekking tot de vrouwenziekten
H
Hallucinatie
zinsbedrog, waanvoorstelling
Hemopathie
bloedziekte
str 50 inwendige 5 140918
29
Hepatitis
leverontsteking
Homogeen
gelijksoortig
Hygiënisch
met betrekking tot de lichaamszorg
Hyperkinesie
overmatige bewegingsdrang
Hypersecretie
verhoogde afscheiding
Hypersensitiviteit
verhoogde gevoeligheid
Hypertensie
verhoogde bloeddruk
Hyperventilatie
angstige ademhaling
Hypotensie
te lage bloeddruk
Hysterectomie
verwijdering van de baarmoeder
I
Identificatie
vereenzelviging
Immaturiteit
onrijpheid
Immobilisatie
onbeweeglijk maken
Immuniteit
onvatbaarheid voor een ziekte
Implantatie
inplanting
Implicatie
verwikkeling
Impotentie
onvermogen tot geslachtsgemeenschap
Impregnatie
binnendringen van de zaadcel in de eicel
In vitro
in een reageerbuis
In vivo
in het levende organisme
Inactief
onwerkzaam
Incidenteel
bijkomend
Incisie
insnijding
Inclusief
met inbegrip van
Incompatibel
onverenigbaar
Incontinentie
onvermogen om urine of ontlasting op te houden
Incubatie
sluimeren van een ziektekiem
Indicatie
aanwijzing
Indicatief
aanduidend
Indirect
niet rechtstreeks
Individueel
afzonderlijk
str 50 inwendige 5 140918
30
Inductie
gevolgtrekking
Infantiel
kinderlijk
Influenza
griep
Infuus
vochttoediening in de bloedvaten
Inhalatie
inademen van dampen
Injectie
inspuiting
Insomnia
slapeloosheid
Intensiteit
sterkte
Interactie
onderlinge beïnvloeding
Interval
tussenperiode
Interventie
ingreep
Intoxicatie
vergiftiging
Intramusculair
in de spier
Intraveneus
in de ader
Irreversibel
onomkeerbaar
Irritatie
prikkeling
Isoleren
afsluiten
K
Katheter
buisje
Kinetisch
wat beweging veroorzaakt
Klinisch
direct voor de arts zichtbaar
L
Lactatie
borstvoeding
Latent
sluimerend
Lateraal
aan de zijkant
Leukemie
bloedkanker
Libido
geslachtsdrift
Lipide
vetachtige stof
Lokaal
plaatselijk, van beperkte omvang
Lumbago
lendenpijn
M
Malaise
gevoel van onwelzijn
str 50 inwendige 5 140918
31
Manie
ziekelijke neiging
Manifest
onmiddellijk herkenbaar
Melanoom
kwaadaardig gezwel van de huid
Membraan
dun vlies
Menarche
eerste maandstonden
Meningitis
hersenvliesontsteking
Menopauze
overgangsjaren
Menstruatie
maandstonden
Mentaal
verstandelijk
Metabolisme
stofwisseling
Microbiologisch
met betrekking tot de kleinste levende wezens
Microniseren
verpulveren
Mimiek
gezichtsuitdrukking
Mobilisatie
beweeglijk maken
Modificeren
wijzigen
Monotherapie
behandeling met één geneesmiddel
Morbiditeit
ziektecijfer
Mortaliteit
sterftecijfer
Motorisch
met betrekking tot beweging
Mucus
slijm
Musculair
met betrekking tot de spieren
Mutisme
onvermogen om te spreken
N
Narcoticum
verdovend middel
Nasaal
met betrekking tot de neus
Neonataal
m.b.t. de eerste weken na de geboorte
Nervositeit
zenuwachtigheid
Neveneffect
bijwerking
Nihil
niets
O
Obesitas
overgewicht, vetzucht
Obsessie
dwangvoorstelling
str 50 inwendige 5 140918
32
Obstipatie
moeilijke stoelgang
Obstructie
verstopping
Occasioneel
nu en dan voorkomend
Odor
reukzin
Oedeem
waterzucht
Oestrogeen
vrouwelijk hormoon
Oraal
met betrekking tot de mond
Osteoporose
botontkalking
Otitis
oorontsteking
Ovulatie
eisprong
P
Palliatief
verzachtend
Parallel
evenwijdig
Paralyse
verlamming
Paranoia
achtervolgingswaanzin
Parese
gedeeltelijke verlamming
Partikel
klein deeltje
Pathologisch
ziekte
Pediatrisch
m.b.t. de kindergeneeskunde
Penetratie
binnendringing door de huid heen
Perceptie
waarneming
Periodiek
regelmatig terugkerend
Peristaltiek
darmbeweging
Permanent
blijvend
Permeabiliteit
doordringbaarheid
Pigmentatie
verkleuring
Placebo
geneesmiddel zonder werking
Placenta
moederkoek
Pneumonie
longontsteking
Populatie
bevolking
Post Partum
na de bevalling
Postnataal
na de geboorte
str 50 inwendige 5 140918
33
Postoperatief
na een heelkundige ingreep
Posttraumatisch
na een letsel
Potentie
kracht
Potentieel
mogelijk
Predispositie
vatbaarheid
Prematuur
voortijdig
Prenataal
voor de geboorte
Preoperatief
voor de operatie
Preventie
voorkoming (van ziekte)
Prognose
voorspelling van het verloop en de afloop van een
ziekte
Progressief
voortschrijdend
Proteïne
eiwit
Prothese
kunstmatig lichaamsdeel
Pseudotumor
schijngezwel
Psychisch
geestelijk
Psychologisch
m.b.t. het gevoelsleven
Psychomotorisch
m.b.t. bewegingen door de geest veroorzaakt
Psychose
geestelijke stoornis
Psychosomatisch
m.b.t. het verband tussen geest en lichaam
Punctie
prik
Purgatief
middel tegen verstopping
R
Radiografie
fotograferen d.m.v. röntgenstralen
Radiotherapie
bestraling
Recuperatie
herstel van krachten
Referentie
verwijzing
Regressie
achteruitgang
Reïnfectie
hernieuwde besmetting
Renaal
m.b.t. de nier
Repetitief
zich herhalend
Reproductie
vermenigvuldiging
str 50 inwendige 5 140918
34
Research
wetenschappelijk onderzoek
Resistent
bestand tegen
Respons
antwoord
Retardatie
vertraging, achterstand
Reversibel
omkeerbaar, veranderbaar
Rhinitis
(neus)verkoudheid
Routinematig
zoals gewoonlijk
S
Salivatie
speekselvloed
Sarcoom
kwaadaardig gezwel
Secretie
afscheiding
Sedativum
kalmerend middel
Segment
onderdeel
Seniliteit
geestelijke en lichamelijke ouderdomsverschijnselen
Sensorieel
zintuiglijk
Simultaan
gelijktijdig
Solutio
oplossing
Somatisch
m.b.t. het lichaam
Spasme
kramp
Sporadisch
zeldzaam
Sputum
fluim, speeksel
Stase
stilstand
Steriliteit
onvruchtbaarheid
Substitutie
vervanging
Supervisie
toezicht
Suppositorium
zetpil, pil die via de anus wordt ingebracht
Symptoom
ziekteverschijnsel
Syncope
plotseling bewustzijnsverlies
Syndroom
ziektebeeld
Systematisch
stelselmatig
Systemisch
over het hele lichaam verspreid
T
str 50 inwendige 5 140918
35
Tendens
neiging, richting van een ontwikkeling
Terminaal
in het eindstadium
Tetanus
infectieziekte die door gifstof leidt tot spierspasmen
Therapie
geneeswijze, behandeling
Thermisch
met betrekking tot warmte
Thoracaal
m.b.t. de borstkas
Thrombus
bloedprop
Tic
zenuwtrek
Tolerantie
verdraagzaamheid
Tonus
spierspanning
Toxicomanie
verslaving aan gifstof
Toxisch
giftig
Tranquillizer
middel dat opwindingstoestanden bedaart
Transfer
overdracht
Transformatie
verandering
Transplantatie
overplanting
Traumatisch
door een letsel ontstaan
Tremor
beving
Trombose
vorming van bloedprop in bloedvat of hart
Tumor
gezwel
U
Ulcus
zweer
Uniform
éénvormig
Urgentie
dringende noodzaak
Uterus
baarmoeder
V
Vaccinatie
inenting
Variabiliteit
veranderlijkheid
Vasculair
m.b.t. de bloedvaten
Vegetatief
buiten het bewustzijn om
Veneus
m.b.t. de aders
Vertigo
duizeligheid
str 50 inwendige 5 140918
36
Viraal
door een virus veroorzaakt
Visioen
droombeeld
Visueel
m.b.t. het zicht
Download