http://www.tertio.be/archief/2007/T361/T361-k1.htm CHRISTELIJK OPINIEWEEKBLAD Tertio 361 - 10 januari 2007 - p. 8-9 Liturgische ruimten toegankelijk maken voor publiek Kerken openen hun deuren Koenraad De Wolf De stichting voor openbaar nut ‘Open kerken’ wil de liturgische ruimten van alle denominaties openstellen voor het publiek. Tot 31 januari kunnen Vlaamse kerken zich kandidaat stellen als open kerk. ‘Dat is een uitgelezen kans de kerkgebouwen opnieuw de maatschappelijke rol te geven die ze eeuwenlang hebben vervuld,’ vindt initiatiefnemer Marc Huynen. De meeste kerken in ons land openen om veiligheidsredenen hun deuren slechts enkele uren per week: alleen voor de liturgische vieringen. Marc Huynen uit Jodoigne ervoer tijdens een reis in Finland in de zomer van 1998 dat het anders kon. Hij kreeg toevallig een kaart in handen met daarop een aantal ‘open kerken’ die konden worden bezocht. Huynen deed een aantal kerken aan en was zo gecharmeerd door dat initiatief, dat het idee groeide die formule ook in ons land ingang te doen vinden. Maar door te drukke beroepsbezigheden bleef dat plan een aantal jaren in de lade liggen. Zodra Huynen met pensioen was, nam hij de draad opnieuw op. Toen hij werd aangezocht lid te worden van de kerkfabriek van zijn parochie, hapte Huynen na een aarzeling toch toe, nadat de kerkfabriek ermee instemde de kerk permanent open te stellen voor het publiek. De trend was gezet. Huynen legde tal van contacten om dat idee in ons land te promoten, met succes. Alle instanties die hij tot dusver aansprak – de Belgische bisschoppen, Toerisme Vlaanderen en het Koninklijk instituut voor het kunstpatrimonium (KIK) – reageerden enthousiast. Tertio sprak met initiatiefnemer Huynen. U maakte in Finland kennis met de formule van de open kerken. Vond die aanpak ondertussen ook elders in Europa ingang? ,,In Noorwegen, Zweden, Finland, Estland, Denemarken en Duitsland is dat initiatief wijdverspreid. In Groot-Brittannië vond in 1994 de oprichting plaats van de ‘Open Church Trust’. Aanvankelijk waren twintig kerken opengesteld voor het publiek, maar dat aantal steeg razendsnel. Vandaag zijn 11.000 van de 16.000 kerken in Groot-Brittannië permanent open voor het publiek. De belangstelling is overweldigend. Zo registreerde de Britse toeristische dienst 35 miljoen bezoekers in 2005. In Finland bezochten datzelfde jaar 2,5 miljoen mensen de 280 voor het publiek geopende kerken. Met uitzondering van Duitsland hinkt continentaal Europa achterop. In Frankrijk lopen initiatieven in enkele bisdommen en departementen, maar een nationale aanpak ontbreekt. Ook in ons land wordt daarover geen beleid gevoerd, hoewel een aantal kerken nu al toegankelijk is.’’ De door u opgerichte stichting is een privé-initiatief. Is dat geen nadeel? ,,Integendeel. Omdat wij ons richten tot de liturgische ruimten van alle denominaties, is het beter dat een onafhankelijke instantie als initiatiefnemer optreedt. De stichting, die op 23 oktober 2006 ontstond, kreeg meteen de steun van de Belgische bisschoppenconferentie. De Vlaming Ludo Collin, kanselier van het bisdom Gent, is ondervoorzitter en langs Waalse zijde is de katholieke kerk vertegenwoordigd door Raphaël Colinnet. Daarnaast hebben we contacten met vertegenwoordigers van de andere erkende denominaties en hopen we ook gebedshuizen van protestanten, orthodoxen, joden en moslims bij het project te betrekken. Ons initiatief start in de zomer van 2007 – van 1 juni tot 30 september. Ook de reacties bij de diensten die wij contacteerden, waren unisono positief. Zo verlenen Toerisme Vlaanderen en het Koninklijk instituut voor het kunstpatrimonium (KIK) hun volledige medewerking.’’ Hoe contacteerde u de kerken? ,,Ons land telt zowat 4.000 katholieke gebedshuizen, die ressorteren onder 250 dekenaten. In een brief aan alle dekens stelden we de vraag minstens een kerk open te stellen. Vandaag hebben we al zestig inschrijvingen. Vijftien kerkbesturen willen meewerken, maar moeten eerst nog een aantal praktische zaken uitklaren. Uit de contacten met vertegenwoordigers van de andere erkende denominaties blijkt dat dit punt zeer gevoelig ligt bij de joodse en de moslimgemeenschap. Toch hopen wij ook een aantal onder hen over de streep te halen. De inschrijvingen voor de campagne van 2007 worden op 31 januari afgesloten. Wij verwachten minimaal honderd inschrijvingen, maar vermoedelijk zal dat cijfer een stuk hoger liggen. Dat lijkt mij een behoorlijk aantal om te beginnen.’’ Waarom is 31 januari de uiterste datum van inschrijving? ,,Op 1 februari begint de voorbereiding van de nationale promotiecampagne. Zo voorzien wij in de publicatie van een landkaart van België met een aanduiding van alle deelnemende kerken met de vermelding – in een notendop – van alle praktische informatie. Die kaart, die wordt gedrukt op 50.000 exemplaren, zal worden aangeboden in alle toeristische centra en in de deelnemende kerken. Op 10 mei wordt het programma voorgesteld op een nationale persconferentie in het KIK.’’ Welke rol is weggelegd voor uw website? ,,Je kunt alle gegevens over de deelnemende kerken terugvinden op onze website www.openkerken.be. Overigens is die website – met het oog op een promotie in het buitenland – viertalig opgevat. Ze legt via een kaart van Europa ook een link naar de vergelijkbare websites in andere landen. Zo wandel je met een klik op de muis een groot deel van het Europese religieuze patrimonium binnen. Wel blijft de surfer – en dat is een groot voordeel – altijd op onze website.’’ Welke informatie is van elke deelnemende kerk te vinden? ,,Elke kerk krijgt een afzonderlijke pagina met daarop de vermelding van de naam, de ligging, de periode waarin de kerk is gebouwd en de stijl. Verder staan de praktische gegevens genoteerd: de naam van de pastoor, de uurregeling van de eucharistievieringen, de openingsuren en een korte beschrijving van de kerk. Daarnaast is er ruimte voor de aankondiging van concerten en manifestaties. Elke webpagina bevat ook een kaart met de ligging van de kerk en vier foto’s waarop je kunt inzoomen. Een bijkomende meerwaarde is dat je met een link de foto-inventaris van de inboedel van de Belgische kerken van het KIK kunt inkijken.’’ Wat met de kloosters, abdijen en bedevaartsoorden? ,,Die vormen een afzonderlijke categorie, omdat die vaak logies aanbieden. Uiteraard moet alle praktische informatie gemakkelijk toegankelijk zijn voor geïnteresseerden.’’ Is dit een nieuw initiatief? ,,Tachtig procent van de kerken die tot dusver intekenden, is nu al dagelijks open. Maar de komende jaren willen we veel verder gaan en zoveel mogelijk kerkgebouwen dagelijks toegankelijk maken. In de eerste plaats tijdens de vakantieperiode, maar op termijn ook gedurende het hele jaar. Ons doel is pas bereikt als alle liturgische ruimten in ons land dagelijks toegankelijk zijn. Wij plannen elk jaar de uitgave van een geactualiseerde kaart van alle kerkgebouwen die hun deuren openen.’’ U wil de kerken niet alleen openhouden, maar er ook gastvrije en rustgevende ruimtes van maken. Hoe gaat u dat doen? ,,Het openhouden van de kerken is slechts het vertrekpunt. We willen dat ze uitgroeien tot warme en gastvrije plaatsen. Dat doe je in de eerste plaats door het geven van duidelijke informatie: geen ellenlange teksten – die leest toch niemand –, maar korte en goed verstaanbare duiding over de architectuur, de aanwezige kunstobjecten en het kerkelijke leven. Ook moeten we de kans grijpen de basisbeginselen van de religies summier uit te leggen. Maar ook hier luidt het devies: geen theologische traktaten, maar laagdrempelige info. Een tweede wezenlijk element is het permanent draaien van passende achtergrondmuziek. Dat schept onmiddellijk een rustgevende sfeer als je een kerk binnenkomt. Aangepaste bloemen en planten kunnen het verblijf in de kerk nog aangenamer maken. Belangrijk is ten slotte de creatie van een open ruimte achteraan de kerk, waar het onthaal kan plaatsvinden.’’ Komt er ook een gastenboek? ,,Wij vinden het belangrijk dat elke kerk daarover beschikt. Dat is voor een goed begrip geen intentieboek, zoals je dat nu al op tal van plaatsen aantreft, maar een boek waarin de gasten hun naam en adres optekenen met een kleine ruimte voor commentaar. Op die manier weet elke kerk wie over de vloer komt. Vanuit onze ervaring dat kinderen vaak tekeningen maken in intentieboeken, is er ook een gastenboek voor de kinderen.’’ Wordt die informatie op een uniforme manier aangereikt? ,,Omdat veel promotoren niet goed weten hoe ze hun informatie moeten aanbieden, hebben we – op basis van bestaande voorbeelden in het buitenland – een eigen informatietafel ontworpen. Die biedt plaats voor de gastenboeken voor de volwassenen en de kinderen, het plaatsen van folders, enzovoort. De aankoop van zo’n tafel wordt voor zestig procent gesubsidieerd door Toerisme Vlaanderen.’’ Wellicht het belangrijkste knelpunt is de beveiliging van het kunstpatrimonium. Heeft u daar een oplossing voor? ,,Dat is vooral psychologisch een hoge drempel. Velen zijn van mening dat je door het openzetten van de kerkdeuren alleen maar potentiële dieven aantrekt. Maar niets is minder waar. In ons land gebeuren de meeste diefstallen in gesloten kerken in de nacht van zondag op maandag, omdat de inbraak dan pas aan het einde van de volgende week wordt ontdekt. Velen oordelen eveneens ten onrechte dat met het op slot doen van de kerkdeur, het gebouw ook is beveiligd. Ook die houding is fundamenteel verkeerd. De ervaring in het buitenland leert dat het openhouden van de kerken de beste garantie biedt tegen een mogelijke diefstal. Zo is in Groot-Brittannië het aantal diefstallen in kerken, sinds die massaal openstaan voor het publiek, gedaald. Vier verzekeringsmaatschappijen bieden speciale polissen aan voor de verzekering van de inboedel van kerken die toegankelijk zijn voor het publiek. Door het lage risico liggen de premies ook lager.’’ Is dat ook in ons land haalbaar? ,,We bestuderen dat aspect nog volop. Op 13 maart houden we – in samenwerking met het KIK – een studiedag voor de deelnemende kerken. Daarop komt het vraagstuk van het bewaren, het conserveren en het verzekeren van de inboedel uitvoerig aan bod. Wij zullen dan een uitgewerkt voorstel klaar hebben. Voor een goed begrip: het spreekt voor zich dat je waardevolle zaken niet zomaar te grabbel gooit. Ofwel toon je die in een voldoende beveiligde omgeving, ofwel worden die op een andere, meer veilige plaats bewaard.’’ Is ons religieus patrimonium voldoende waardevol om het permanent open te stellen voor het publiek? ,,Absoluut. Eerst en vooral bevindt ons gebouwenpatrimonium zich doorgaans in een goede tot zeer goede staat. Als je de bouwfysische toestand van de kerken en de interieurs in ons land bekijkt, besef je pas ten volle wat een goed werk de kerkfabrieken – met de steun van de lokale besturen, de provincies en de Vlaamse overheid – leveren. In Groot-Brittannië en Finland bijvoorbeeld moeten de kerkgemeenschappen zelf instaan voor het beheer van hun patrimonium en fondsen verzamelen voor de uitvoering van restauratiewerken. Wij beseffen te weinig dat veel katholieke kerken een rijk cultuurhistorisch patrimonium hebben. Want bij alle andere erediensten is de aanwezigheid van kunst in de cultusgebouwen niet evident. De islam kent geen beeldcultuur en in toepassing van de Decaloog – die expliciet spreekt over een beeldverbod, wegens het volledig anders zijn van God: ,, U zult geen beelden maken, geen afbeelding van enig wezen boven in de hemel, beneden op de aarde of in de wateren onder de aarde’’ (Ex 20,4) – vind je ook geen beelden in de cultusplaatsen van protestanten en joden. De protestantse geloofsbelijdenis van Calvijn en Zwingli leidde in 1566 zelfs tot een grootschalige beeldenstorm. In vergelijking met het buitenland hebben de katholieke kerken zoveel meer te bieden.’’ Is het openstellen van de kerken ook een dienst aan de gemeenschap? ,,Zeker, de overheid investeert elk jaar opnieuw handenvol geld voor het conserveren van ons cultuurpatrimonium – vooral kerkgebouwen –, maar die kerken zijn maar een of twee uur per week open voor het publiek. Daar knelt het schoentje. De kerk houdt zich te veel bezig met de groep van tien tot vijftien procent pratikerende gelovigen. Maar met de zestig tot zeventig procent van de bevolking die wel eens een kerk wil binnengaan, wordt geen rekening gehouden. Ik ben ervan overtuigd dat velen op dat aanbod zullen ingaan. Zo kreeg de Sint-Germanuskerk in Tienen in november 2005 12.000 personen – gelovigen incluis – over de vloer, zonder dat daarvoor publiciteit werd gemaakt. De spirituele honger in onze samenleving is groot. We beschikken over een onvoorstelbaar omvangrijk patrimonium waar mensen op adem kunnen komen, maar dat wordt vandaag onderbenut. Hier ligt een uitgelezen kans om kerkgebouwen opnieuw de maatschappelijke functie te geven die ze eeuwenlang hebben vervuld.’’ Wat met het financiële aspect? ,,De deelnameprijs voor dit project is zo laag mogelijk gehouden. Voor driehonderd euro krijgt een kerk een pagina op de website; een bedrukte staalplaat met ons logo, de naam van de kerk, de uren van de vieringen en de openingstijden; een gastenboek, de opname van de gegevens in een viertalige brochure alsook honderd exemplaren daarvan; en ten slotte een documentatiemap met praktische tips. Voorts kunnen de deelnemende kerken zich een onthaalstand, banieren, een onthaaltafel en welkomstpanelen aanschaffen.’’ Impliceert het openstellen van de kerken ook de permanente aanwezigheid van een verantwoordelijke? ,,Dat is een van de grote misvattingen over dit project. Dat hoeft geenszins. Want in de meeste gevallen werkt zo’n aanwezigheid storend. Bezoekers willen niet voortdurend in de gaten worden gehouden. De inrichting van de kerken moet zo gebeuren dat wie een kerk binnenstapt, het gevoel heeft welkom te zijn. Als we erin slagen dat de bezoeker daar tien tot vijftien minuten vertoeft, in die tijdspanne wat informatie krijgt en even in alle rust kan rondlopen of mediteren, is ons doel bereikt. Meer moet dat niet zijn. De maatschappelijke nood aan zo’n ‘vrijplaatsen’ is bijzonder groot. De kerkgemeenschappen hebben alle troeven in handen om daarop in te spelen. Overigens zijn geen grote investeringen nodig om een kerk open te stellen. Parochiegemeenschappen kunnen met een minimum aan inspanningen het grote publiek laten zien dat zij een open en gastvrije kerk zijn. Laat ons die gouden kans met beide handen grijpen.’’ Stichting open kerken. Meer info bij Marc Huynen op [email protected], of op www.openkerken.be, www.eglisesouvertes.be, www.openchurches.be en www.offenekirchen.be.