Hoofdstuk 4 geluid Geluid Geluid ontstaat door trillingen. Trillingen ontstaan bij de bron. Trillingen hebben een tussenstof nodig om naar de ontvanger te komen. Vacuüm geen tussenstof! Geluid Geluidssterkte hoe hard het klinkt. Geluidssterkte meten we in decibel (dB) Verschil tussen dB en dB(A) dB(A) aangepast op gevoeligheid oor (mens) Akoestisch of elektrisch versterken van geluid. Klankkast versterker Geluid Risico Gehoorbeschadiging bij geluidssterkte van 90 dB Afschermen van geluid “isoleren” Geluidsoverlast kunnen we bestrijden bij Bron, tussenstof en ontvanger Verdubbeling van het geluid is + 3 dB Halvering van het geluid is – 3 dB Geluid Hoge tonen hebben een hoge frequentie Lage tonen hebben een lage frequentie Frequentie is het aantal trillingen in één seconde Eenheid van frequentie is hertz (Hz) KHz is kilo hertz 1 KHz is 1000 Hz Trillingstijd is de tijd die één trilling duurt Geluid Hoge tonen maken op gitaar: Snaar korter maken Snaar strakker spannen Dunnere snaar Hoe sneller iets trilt hoe hoger de toon! Hogere frequentie hogere toon! Geluid Geluid in beeld brengen: Oscilloscoop Geluid Gevoeligheid oor Welke tonen kunnen we horen? 20 Hz tot 20.000 Hz Snelheid van geluid, is geluid altijd even snel? Nee, tempratuur heeft invloed op snelheid en soort stof Geluid Geluid Hoe moet ik leren? Maak een samenvatting Kijk je aantekeningen goed door Zorg dat je alle opdrachten gemaakt hebt en nagekeken! Oefen nog wat! Succes!