IN DE BAN VAN DE ORIËNT Naar het einde van de wereld en de Grote Buitenste Zee. De verovering van het Oosten door Alexander de Grote Verlangen naar het onbereikbare Op zijn achttiende won hij zijn eerste veldslag tegen de Grieken, op zijn vierentwintigste was hij koning van Macedonië, hegemon van de Korintihische Bond van Griekse staten en farao van Egypte, op zijn vijfentwintigste koning van het onmetelijke Perzische Rijk. Men vertelde dat hij een ontembaar paard had onderworpen en een onontwarbare knoop had doorgehakt. Men noemde hem Megas Alexandros, Alexander de Grote, en zei dat hij werd voortgedreven door pothos, een verlangen naar het onmogelijke, het onbereikbare. Dat verlangen had hem in 326 v.Chr. onwaarschijnlijk ver gebracht, tot aan de oever van de rivier de Hydaspes, een eind ten oosten van de Indus, zo’n vierduizend kilometer van huis. Want hij wilde behalve al het land dat achter hem lag ook al het land dat vóór hem lag veroveren, tot hij de rand van de aarde had bereikt. Aan de overkant van de Hydaspes stond een Indiase radja genaamd Poros hem op te wachten, met 35.000 soldaten en driehonderd strijdwagens, en vooraan, bij wijze van speciale afschrikking, tweehonderd vervaarlijke strijdolifanten. Zoals eerder wist Alexander ook deze schijnbaar onmogelijk te winnen strijd in zijn voordeel te beslechten. Een als Alexander verkleedde soldaat stuurde ogenschijnlijk zijn troepen aan in de voorbereidingen van de slag. Ondertussen stak de echte Alexander, onder dekking van het drukke gemanoeuvreer aan de noordelijke (rechter)oever waar zijn leger zich had gepositioneerd, met achtduizend van zijn troepen een kilometer of tien verderop de Hydaspes over. Bij het eerste licht van de volgende dag viel hij daarmee het leger van Poros in de flank aan, terwijl zijn hoofdmacht tegelijkertijd de rivier overstak en de vijandelijke troepen frontaal aanviel. Het werd een slagveld en een bloedbad, maar Alexander won. De Punjab, Indiaas meest noordelijke regio, lag voor hem open. Toch zou het zijn laatste slag worden. Zijn manschappen, na acht jaar verlangend naar huis, zouden niet veel later weigeren nog verder naar het oosten te trekken. De warme en vochtige streek, met haar meedogenloze moessons, eiste haar tol in de vorm van malaria en andere ziektes. En dus besloot Alexander, na drie dagen morrend in zijn tent te hebben gelegen, dat het leger zou omkeren. Macedonië heeft hij nooit meer gezien. Op zijn terugtocht in Babylon aangekomen werd hij ziek en na een paar weken waarin zijn toestand steeds verder verslechterde, stierf de door pothos voortgedreven veroveraar. Zijn enorme rijk viel uiteen in vier grote stukken. In deze rijken van de Diadochen (letterlijk: opvolgers) zou de erfenis van Alexander nog lang worden bewaard en uitgebreid. Tegenwoordig spreken we van de Hellenistische cultuur: het was Alexander die de Griekse cultuur tot in India heeft verspreid. Zonder hem zou de invloed van de Griekse cultuur in de westerse (en oosterse!) wereld waarschijnlijk veel minder groot en duurzaam zijn geweest. Zoon van Zeus Alexander was dan ook niet zomaar iemand. In zijn veronderstelde stamboom bevonden zich grootheden als Achilles, de Trojaanse held uit de Ilias. Bovendien was koning Philippus II van Macedonië weliswaar zijn wettelijke vader, maar iedereen wist dat hij feitelijk was verwekt door Zeus. Daarmee was hij dus een halfbroer van zowel Dionysos als Herakles, die ook door Zeus waren verwekt. Achilles, Herakles en Dionysos zouden een belangrijke rol spelen in de mythologie waarmee Alexander werd omgeven. Met zulke verwanten moest voor Alexander wel een grote rol zijn weggelegd. Zijn eigen durf, pothos en strategisch inzicht deden de rest. Dat Alexander in Egypte goddelijke status had hoeft niemand te verbazen; alle farao’s werden tenslotte als goddelijk gezien. Om in de ogen van de Macedoniërs en de Grieken een dergelijke status te verwerven, moest de goddelijke afkomst van Alexander echter nog wel worden bevestigd. Dat gebeurde door het Orakel van Zeus-Amon, bij Siwa, in de Egyptische woestijn. Dit orakel werd al eeuwen ook door Grieken bezocht en de priesters spraken er Grieks met de bezoekers uit Hellas. Bij aankomst van Alexander in Siwa werd hij begroet door de hogepriester met de Griekse woorden 'oh zoon van Zeus' (waarschijnlijk een beleefdheidsfrase, aangezien Alexander inmiddels ook farao van Egypte was). Meer bevestiging had de veroveraar niet nodig. Goddelijk attributen Alexander liet de verslagen van de veldtochten dagelijks bijhouden door de krijgshistoricus Kallisthenes, een neef van Aristoteles. Bij een gunstig verloop liet hij hierin noteren dat er sprake was van goddelijke tussenkomst. Ook liet hij in zijn verhalen over toekomstige veroveringen de goedkeuring van de priesters en de voorspellingen van het orakel opnemen. Alexander kreeg meer en meer het idee dat zijn overwinningen hem recht gaven op een plaats in het Pantheon, de tempel voor alle goden. In zijn ogen waren zijn overwinningen inmiddels al veel beter dan die van Herakles en Achilles. Tijdens feestmalen droeg Alexander de purperen mantel en de gehoornde ramskop van ZeusAmmon. Ook op schilderijen en muntstukken liet hij zich vaak afbeelden met de ze attributen. Bij andere gelegenheden tooide hij zich met de attributen van Herakles; dan bedekte hij zijn hoofd met een helm van leeuwenhuid. En op in Babylon geslagen munten is hij afgebeeld met de bliksems van Zeus. Steeg de goddelijke status Alexander naar zijn hoofd? Gaandeweg zou dat meer en meer het geval zijn. De Macedoniërs en de Grieken, met hun ‘klassieke’ Griekse verleden van democratie en rationaliteit opgegroeid, zouden zich er navenant aan storen. Het leidde tot grote conflicten, waarbij Alexander in zeker één geval in blinde woede zijn criticaster – een veteraan die ook zijn vader nog had gekend – doodde. Waarschijnlijk heeft deze tragische confrontatie mede geleid tot de weigering van zijn troepen nog verder met Alexander naar het oosten te trekken. De erfenis van Alexander: het Hellenisme De hellenistische wereld besloeg het Macedonische Rijk (334–301 v.Chr. in stamland Macedonië, het Griekse vasteland en het voormalige Perzische Rijk van Egypte tot in het noordwesten van India) en de Griekse opvolgersstaten daarvan (dediadochenrijken), waarbinnen grootschalige handel en culturele uitwisseling op gang kwam. Het leger van Alexander de Grote nam de Griekse cultuur met zich mee naar het oosten, onder meer door het stichten van vele ‘Griekse’ steden. Niet alleen werden er vele ‘Alexandriës’ gesticht – waarvan de beroemdste in Egypte – ook zouden de opvolgers van Alexander een groot aantal steden stichten die ze naar zichzelf of hun verwanten vernoemden (bijvoorbeeld het latere Antiochië en Nicea). Dit proces van culturele aanpassing op het hellenisme was vooral van invloed op de oriëntaalse gebieden in het Oude Nabije Oosten. Op zijn beurt had de oriëntaalse cultuur invloed op deze Oud-Griekse cultuur. Deze mengcultuur bracht de hellenistische kunst voort. De hellenisering van de bevolking van het Nabije Oosten zorgde ervoor dat de stedelijke bevolking in Syrië en Klein-Azië nog tot ver in de middeleeuwen een vorm van Grieks spraken, het Koinè. De Alexander-legende De naam van de Macedonische veroveraar is blijven voortleven in talloze verhalen en legenden; niet alleen in het westen, maar ook in het oosten. In de gebieden die door Alexander werden veroverd, wordt tot op de dag van vandaag in liederen en verhalen de herinnering aan Megas Alexandros, Sakander of Iskander levend gehouden. Maar ook in recentere vormen van documentatie en mythevorming – in tv-documentaires en films – wordt het leven en de veroveringstocht van Alexander vastgelegd en doorgegeven. De BBCdocumentaire In de voetsporen van Alexander de Grote van Michael Wood geeft is daarvan een mooi voorbeeld. En mocht u een degelijke biografie over Alexander de Grote willen lezen dan is de gelijknamige biografie van Robin Lane Fox een aanrader. Zijn boek geldt als hét standaardwerk over de Macedonische veroveraar.