Onderwerp: advies over het gebruik van laptops en tablets in colleges Gemaakt door: OC studentleden Anniek Schalij, Simon Drolsbach, Sjoerd Voogd en Nina Groot (verslag) Datum: voorjaar 2017 Dit advies gaat over het gebruik van laptops en tablets bij hoorcolleges en werkcolleges. Het advies is geschreven vanuit het oogpunt van studenten, waarbij de informatie is verzameld door met studenten te praten uit de verschillende jaarlagen. In het verslag wordt geen onderscheid gemaakt tussen laptops en tablets, daarentegen wordt er wel onderscheid gemaakt tussen telefoons en laptops. Over het algemeen geven heel veel studenten aan dat laptops niet verboden moeten worden. Daarentegen snappen veel studenten een verbod op telefoons wel. Argumenten voor het gebruik van een laptop Er zijn een aantal punten die vanuit de studenten naar voren zijn gekomen die voor het gebruik van laptops en tablets zijn. Zo zijn er een aantal praktische argumenten. Ten eerste, studenten geven aan dat ze hun handschrift niet kunnen lezen als ze aantekeningen maken op papier. Ze hebben vaak niet genoeg tijd om netjes te schrijven, waarna ze het vervolgens niet meer kunnen lezen. Verder hebben studenten met dyslexie baat bij een laptop omdat er onder andere een spellingscontrole op de laptop zit. Ten derde, bepaalde studenten geven aan dat ze sneller kunnen typen op hun laptop dan kunnen schrijven in hun schrift. De docent gaat sneller door de dia’s heen dan dat studenten aantekeningen kunnen maken, daardoor geven ze aan dat ze achter de feiten aan lopen en de docent niet bij kunnen houden. Door op hun laptop te werken merken ze dat hun aantekeningen vollediger zijn. Ten vierde, er wordt door studenten het argument gegeven dat ze in Word op hun laptop gebruik maken van bepaalde opsommingstekens, tabellen en pijltjes. Verder zoeken ze op Google naar de grafieken en plaatjes uit de colleges zodat ze die meteen in hun aantekeningen kunnen verwerken. Ditzelfde geldt voor het opzoeken van woorden bij Google Translate. Hierbij draagt de laptop dus bij aan het maken van volledige aantekeningen en kan het ook de student helpen om de stof beter te begrijpen. Ten vijfde, op een laptop kunnen studenten alle documenten overzichtelijk bij elkaar bewaren in bepaalde mapjes van bepaalde vakken. Een ander argument dat genoemd is door studenten heeft betrekking op de werkcolleges. Studenten wordt vaak gevraagd hun gemaakte opdrachten geprint mee te nemen. Dit gebeurt vaak op de computer. Als dit zonder computer moet dan kost dit geld en moeite om te printen. Daarnaast zijn er ook nog een aantal argumenten die gaan over andere zaken in relatie tot het gebruik van laptops. Zo is het de eigen verantwoordelijk van studenten op een universiteit om te beslissen of ze wel of niet gebruik maken van een laptop. Een ander argument dat naar voren is gebracht, kwam van Sjoerd en luidde als volgt: “Er is duidelijk een probleem over hoe studenten om moeten gaan met laptops die in dienst kunnen staan van hun leerproces. Het verbieden van laptops in het eerste jaar is volgens mij geen oplossing voor het probleem. Er zijn een aantal zaken waar docenten moeite mee hebben en die worden in mijn ogen alleen maar vooruitgeschoven door laptops in het eerste jaar te verbieden. Volgens mij moet er bewustzijn gecreëerd worden over hoe de laptop in dienst kan staan van het leerproces van studenten. Daarnaast is het belangrijk om met studenten en docenten samen wat normen af te spreken over hoe omgegaan kan worden met laptops en telefoons. Volgens mij is iedereen er namelijk wel over eens dat een mobieltje niet in dienst kan staan van je eigen leerproces en het redelijk asociaal is als iemand iets verteld en jij met je mobiel bezig bent. Verder denk ik ook dat er bepaalde problemen worden benoemd zoals weinig interactie tussen docent en student die nu af worden geschoven op het gebruik van een laptop. Overigens kan een oplossing hiervoor ook worden gezocht in het aanpassen van bestaande werkvormen en het toepassen van andere onderwijsvormen. De gedachte, om iets te verbieden voor een jaar, is volgens mij geen constructieve oplossing voor dit probleem. Het jaar later zitten we namelijk met hetzelfde probleem omdat studenten nog steeds niet aangeleerd is hoe er om moet worden gegaan met laptops. Er moet tussen docenten en studenten een bepaalde cultuur worden gecreëerd van hoe laptops gebruikt kunnen worden tijdens colleges en werkgroepen en hoe dit middel (wat volgens mij erg handig is) zo effectief mogelijk ingezet kan worden voor het bevorderen van het leerproces.” Verder hebben we als studenten het idee dat alleen een verbod op laptops niet zal zorgen voor een vergroting van de interactie in colleges. Dit komt omdat studenten die schriftelijk aantekeningen maken ook gebogen zitten over hun schrift. Het hoeft daardoor niet direct tot meer interactie te leiden. Als er weinig interactie is, kan dat ook liggen aan de colleges en de docenten zelf. Tegen het gebruik van een laptop Vanuit een aantal studenten is als nadeel van het gebruik van laptop aangegeven dat het zorgt voor afleiding tijdens de colleges. Studenten zitten naast het maken aantekeningen ook anderen dingen te doen op hun computer. Dit zorgt voor afleiding bij de studenten zelf en bij studenten die naast of achter de laptopgebruiker zitten. Een ander nadeel voor het gebruik van een laptop die wordt gegeven is het feit dat de student daadwerkelijk meer leert van het maken van aantekeningen op papier dan het maken van aantekeningen op de laptop. Op de laptop zullen studenten eerder alles overtypen in plaats van de kern eruit te halen. Conclusie Over het algemeen benoemen studenten veel meer voordelen van het gebruik van laptops dan nadelen. Verder werd het argument over eigen verantwoordelijkheid vaak genoemd. Bij sommige studenten werden de argumenten van docenten uitgelegd door oc-studentleden. De studenten begrepen dan wat de docenten bedoelden met hun argumenten, maar vaak hadden de studenten er nog niet eerder zo over nagedacht. Uiteindelijk vonden ze dan als nog dat laptops niet verboden moeten worden. Meer kennis over waarom een schriftelijk aantekeningen maken beter is zet de student wel meer aan het twijfelen over de kwestie. Aanbevelingen Over het algemeen wordt het verbieden van laptops in het eerste jaar niet als een constructieve oplossing gezien. We denken dat er namelijk in de latere jaren alsnog gebruik wordt gemaakt van een laptop. Als we de argumenten doornemen, dan lijkt het probleem voor een deel te zitten bij het maken van aantekeningen. Workshops, zoals het leren maken van aantekeningen maken of actief leren, kunnen mogelijk ervoor zorgen dat studenten beter leren aantekeningen te maken. Deze workshop kunnen bijvoorbeeld gegeven worden in het eerstejaars vak Academische Vaardigheden. Een andere manier waarop leerlingen aantekeningen maken goed kunnen leren en ze het verschil kunnen ervaren tussen aantekeningen maken op papier of op de laptop, is niet het gehele eerste jaar de laptop verbieden maar bijvoorbeeld bij bepaalde colleges laptops te verbieden. Zo worden de leerlingen gedwongen om te ervaren hoe het is om schriftelijk aantekeningen te maken waarop ze vervolgens zelf een keuze kunnen maken wat ze hiermee doen. Verder gebruiken sommige docenten nu al in hun college verschillende regels wat betreft het gebruik van laptops. Zo is er een docent waar laptopgebruikers achter in de klas moeten zitten, zodat ze niet voor afleiding zorgen. Dit kan in de ogen van de studenten in ieder geval een goede oplossing zijn voor het afleidingsprobleem.