CASUS TvV 2/2017 • KNOV Redactie De casus van april WAT ZOU U DOEN? Dubbele prenatale screening? De casus van februari WAT VOND U HIERVAN? Bewegelijk kind Wat speelde? I Mevrouw Z. is 34 jaar oud, G3P1, vorige keer zonder problemen thuis bevallen. Nu heeft zij een onstabiele ligging. Tijdens het consult bij de gynaecoloog is er op de echo sprake van royaal vruchtwater. Er zijn geen zichtbare afwijkingen en het kind ligt in stuit. Haar bloedsuikers zijn niet afwijkend. Het kind blijft bewegelijk. De gynaecoloog stelt voor een versie te doen en mevrouw vervolgens in te leiden. Mevrouw Z. wil echter thuis in bad bevallen. Haar eigen verloskundige durft de zorg niet op zich te nemen. Mevrouw belt de naburige praktijk met het verzoek of zij de zorg willen overnemen. Wat zou u doen? k heb de casus wel vier keer moeten lezen om te begrijpen wat het ‘probleem’ is! We hebben hier toch te maken met een gezonde zwangere? Jammer dat er vanuit angst voor complicaties een beleid gemaakt wordt door de zorgverlener. Ik weet zeker dat ook deze verloskundigen heel goed in staat zijn om du­ rante partu de risico’s in te schatten bij aan­ vankelijk gezonde zwangeren. Waarom dan denken vanuit de risico’s en niet vanuit de fy­ siologie? Een onstabiele ligging als mevrouw 38 weken zwanger is, vind ik persoonlijk in deze situatie een wat vage diagnose. Onsta­ biel wordt het pas als het kind durante partu niet in hoofdligging blijkt te liggen. De reden om het thuis niet aan te durven is vanwege de kans op een uitgezakte navelstreng. Dan denk ik dat het lastig wordt om de verlos­ kunde in de eerste lijn met een fijn gevoel te kunnen uitvoeren. Als je onzeker bent over handelen in een noodsituatie, dan is een na­ scholing gewenst. Jammer dat deze angst nu geprojecteerd wordt op een gezonde zwange­ re. Om antwoord te geven op de vraag: Ja, ik zou de zorg voor deze mevrouw overnemen. Deze mevrouw is bereid om te overleggen over het te volgen beleid en de mogelijke ­risico’s. Ze geeft aan gewoon mee te gaan naar het ziekenhuis bij een afwijkende lig­ ging durante partu. Ik vraag mij weer af: wat is hier aan de hand? Linda van den Berg, eerstelijns verloskundige/echoscopiste en docent 40 M evrouw Z. is een zwangere met veel vertrouwen in haar eigen lijf. Wat ont­ zettend goed dat zij haar wensen kenbaar maakt. Zij heeft daar gezien haar situatie ook alle reden toe. De baby ligt weer in hoofdlig­ ging en er is dus sprake van een fysiologische situatie. Ik zou bereid zijn om mevrouw Z. over te nemen. Ik zou met haar een consult van ongeveer een uur plannen om informed choice te waarborgen en om de verschillende scenario’s te bespreken. Ik zou voorstellen aan mevrouw dat zij belt en gaat liggen wan­ neer de vliezen breken, zodat ik met een thuisvisite kan controleren of het voorlig­ gend deel het caput is, in hoeverre het caput is ingedaald en of er geen sprake is van een uitgezakte navelstreng. Wanneer de baring begint met weeën zou ik bij het eerste bezoek vaststellen of er sprake is van een hoofdlig­ ging. Daarnaast laat ik de vliezen durante partu staan. Dit heeft hoe dan ook mijn voor­ keur en is, wanneer sprake van een hoog­ staand caput, juist beleid. Wanneer durante partu blijkt dat er sprake is van een stuitlig­ ging zou ik de cliënt verwijzen naar de twee­ de lijn. Verder leg ik gedurende het gehele proces nauwkeurig verslag. Nathalie Brandwijk, vierdejaars verloskundige in opleiding De casus in deze rubriek komen uit de dagelijkse praktijk. Namen zijn altijd gefingeerd. Heeft u ook een interessante casus? Laat het ons dan weten: wij schrijven hem voor u op. M ijn primaire reactie is om mevrouw terug te verwijzen naar de collega’s van de andere praktijk. Het lijkt mij voor haar het prettigst als zij er met hen uit komt hoe ze de zorg vorm kunnen ge­ ven. Zeker nu het kind in hoofdligging ligt. Er is immers geen sprake van pathologie. Als de andere praktijk geen zorg aan deze mevrouw verleent en de afstand vanuit onze praktijk verantwoord is, zou ik haar wel overnemen. Dat het kind weer goed gedraaid is, is gunstig. Het betreft geen persisterende stuit. Ik zou haar instrueren laagdrempelig te bellen als ze vermoedt dat het kind weer terug draait en te gaan liggen bij het breken van de vliezen. Ver­ volgens zou ik misschien twee keer per week de ligging willen controleren. Wel­ licht blijft het vanaf nu een prachtige hoofdligging en bevalt mevrouw thuis in bad zonder pathologie. Als mevrouw merkt dat het kind draait of als wij zelf een stuitligging waarnemen bij een controle, dan zou ik met haar kortsluiten wat we het best kunnen doen indien de baring zich aandient. Ik zou zoeken naar oplossingen om deze zwangere te helpen. En ook weer even de stuitextractie handelingen repete­ ren. Een gewaarschuwd mens… Femke Wasscher, eerstelijns verloskundige De redactie behoudt zich het recht voor reacties in te korten. De VVV-bon gaat deze keer naar Nathalie Brandwijk Reacties U kunt uw reactie sturen naar tvv@ knov.nl. Onder de inzendingen verloten we een VVV-bon. Situatie Mevrouw Arias, 35 jaar, is G1P0 en zij is der­ tien weken zwanger. Bij een termijn van tien weken heeft zij een echo ‘intacte graviditeit’ gehad bij haar verloskundige. Er werd hart­ actie waargenomen en de termijn klopt met de berekening volgens de laatste menstruatie van mevrouw. De verloskundige heeft mevrouw Arias op haar verzoek gecounseld voor de prenatale screening op Down- Edwards- en Patau­ syndroom. Het beleid rondom de landelijke prenatale screening is net aangepast. Dit bete­ kent dat mevrouw gebruik kan maken van een niet-invasieve prenatale test (NIPT) als zij dat wenst. Bij elf weken neemt de verloskun­ dige bloed af voor de NIPT. De uitslag van de NIPT is niet afwijkend, er zijn geen aanwijzin­ gen voor een kind met een chromosomale ­afwijking. Vervolgonderzoek is niet geïndi­ ceerd. Mevrouw Arias wil nu echter ook nog een nekplooimeting. Wat zou u doen in dit geval en hoe counselt u mevrouw Arias vervolgens? > 41