Verslag PNW drainage dec

Praktijknetwerk Regelbare drainage
Door J.R. van der Schoot (PPO), E. van Essen (Aequator) en H. van Norel (Waterschap Hunze en Aa’s)
Praktijknetwerk regelbare drainage
Veenoxidatie met als gevolg maaivelddaling is een groot probleem in de Veenkoloniën. Regelbare drainage is een mogelijke oplossing om
gemiddeld hogere grondwaterstanden te hanteren en tegelijkertijd indien nodig snel het peil te verlagen. Het doel van dit praktijknetwerk is
kennis over problemen en oplossingen van een slechte waterhuishouding te delen en aangeven wat de meerwaarde van regelbare
drainagesystemen kunnen zijn voor de teelt van akkerbouwgewassen. Percelen langs de Hondsrug hebben daarnaast te maken met kwel. In
een pilot wordt nagegaan of met regelbare drainage de grondwaterstand zodanig kan worden verlaagd dat de teelt van suikerbieten mogelijk
is, zonder dat veenoxidatie optreedt.
Verslag bijeenkomst
Op 2 december 2014 is de tweede bijeenkomst van het praktijknetwerk Regelbare drainage gehouden bij drainagebedrijf Combi Drain in
Assen. Er waren 13 personen aanwezig, waarvan 4 akkerbouwers en daarnaast deelnemers van het Combidrain, het Waterschap, Aequator,
Nieuwe oogst en PPO. De opkomst was niet hoog, maar er is goed gediscussieerd over het onderwerp. Doel van deze bijeenkomst was aan te
geven wat het landbouwkundige belang is van een goede waterhuishouding, het bespreken van de resultaten van de pilot Achterste diep en
een kijkje te nemen op het bedrijf en de machines van Combidrain. De presentaties zijn bijgevoegd. Onderdeel van de bijeenkomst was een
bezoek aan het drainagebedrijf. Han Reindsen heeft over deze ochtend een artikel geschreven (Nieuwe Oogst van 6 dec 2014).
Presentaties
Belang van een goede waterhuishouding door Everhard van Essen (Aequator)
Aan de hand van een aantal sheets laat Everhard zien dat een goed waterbeheer de opbrengsten en kwaliteit van gewassen verhoogd, de
doorlatendheid van de bodem verbetert, de landbouw droogtebestendiger maakt en zorgt voor een betere nutriëntenbenutting.
Zowel op moerige grond als zandgrond is de kans op schade het kleinst bij een grondwaterstand van 50-100 (GHG-GLG). Bij een hogere GLG
dan de optimale 50 cm minus maaiveld neemt de kans op natschade toe en bij een lagere GLG dan de genoemde 100 cm minus maaiveld
neemt de kans op droogteschade toe.
Verbetering van de ontwatering is meer dan alleen drainage. Egaliseren van percelen, verlagen van het peil, opheffen van storende lagen
kunnen ook bijdragen. De benodigde maatregelen moeten op perceelsniveau worden bekeken.
Pilot Achterste diep door Henk van Norel en Hermen Klomp (Waterschap Hunze en Aa’s)
Het effect van de drainage op de grondwaterstand is duidelijk zichtbaar. Het lage gedeelte van het perceel is veel droger geworden. De hoge
stikstof- en fosfaatgehalten in het drainwater geven wel aan dat veenoxidatie is opgetreden. Een voldoende buffer voor de opvang van zware
buien, zoals in mei 2014, is belangrijk. De grondwaterstand steeg toen snel tot soms slechts 30 cm onder het maaiveld. Na een week was het
water weer weggezakt. Het opzetten van het peil – door het verhogen van de stuwen - in de zomer lukte maar matig. Een oorzaak zou de
trage reactietijd van de grond zijn. Deze winter wordt geprobeerd daar wat meer zicht op te krijgen.
Vervolg
In 2015 is volgende bijeenkomst van dit praktijknetwerk gepland. Een goed optie lijkt een bezoek aan één van deelnemers van het project
‘Landbouw op Peil’ met een aantal percelen met regelbare drainage. Wij houden u op de hoogte.
Met het meten van de geleidbaarheid kan snel worden ingeschat in welke mate het veen oxideert.
Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
Postbus 430, 8200 AK Lelystad
Contact:
[email protected]
T +31 (0)320 291359
www.wageningenur.nl/ppo
Dit project is mogelijk gemaakt door de EU en het Ministerie van
Economische zaken.
Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling:
Europa investeert in zijn platteland
Initiatiefnemers (namens een groep Veenkoloniale akkerbouwers): G en JH
Zikken (Exloo) en G. Kamst (Tweede Exloermond)