DOC - Europa.eu

advertisement
EUROPESE COMMISSIE
José Manuel Durão Barroso
Voorzitter van de Europese Commissie
State of the Union 2013
Plenaire vergadering van het Europees Parlement/Straatsburg
11 september 2013
SPEECH/13/684
Mijnheer de voorzitter,
Geachte vertegenwoordiger van het voorzitterschap van de Raad,
Geachte leden,
Dames en heren,
Over acht maanden spreken de kiezers in Europa zich uit over wat we de afgelopen vijf
jaar hebben bereikt.
Gedurende die vijf jaar kreeg de burger meer dan ooit met Europa te maken. Europa
was het gesprek van de dag in koffiehuizen, cafés en talkshows.
Vandaag wil ik kijken naar wat we samen voor elkaar hebben gekregen. En naar wat we
nog moeten doen. Verder wil ik uiteenzetten over welke onderwerpen een echt Europees
politiek debat zou moeten worden gevoerd, gelet op de verkiezingen van volgend jaar.
Geachte leden,
Het is precies vijf jaar geleden dat de regering van de Verenigde Staten Fannie Mae en
Freddie Mac overnam en AIG redde, en dat de zakenbank Lehman Brothers faillissement
aanvroeg.
Een en ander veroorzaakte een wereldwijde financiële crisis. Deze ontwikkelde zich tot
een ongekende economische crisis en liep ten slotte uit op een sociale crisis, met
dramatische gevolgen voor veel van onze burgers. Deze gebeurtenissen hebben het
schuldenprobleem zodanig verergerd dat onze regeringen nu nog met een hogere
schuldenlast worstelen. Ook is de werkloosheid schrikbarend toegenomen, vooral onder
jongeren. Onze huishoudens en bedrijven ondervinden nog steeds de gevolgen.
Maar Europa is niet bij de pakken gaan neerzitten. De afgelopen vijf jaar is de Unie
doortastend opgetreden. Deze crisis raakte ons allemaal. En we beseften dat we haar
samen moesten bestrijden. Dat doen we dan ook, tot op de dag van vandaag.
Terugblikkend op alles wat we hebben gedaan om Europa heelhuids door deze crisis te
loodsen, kunnen we gerust stellen dat niemand dit vijf jaar geleden allemaal voor
mogelijk had gehouden.
We zijn de financiële sector ingrijpend aan het hervormen om het spaargeld van de
burger veilig te stellen.
We hebben ervoor gezorgd dat regeringen nauwer samenwerken, hun financiën op orde
brengen en hun economieën moderniseren.
We hebben meer dan 700 miljard euro beschikbaar gesteld voor het redden van landen
die door de crisis worden geteisterd – de grootste stabiliseringsoperatie tussen landen
die ooit is opgezet.
Ik herinner mij nog levendig een bijeenkomst die ik vorig jaar had met de topeconomen
van een groot aantal van onze belangrijkste banken. De meesten van hen verwachtten
dat Griekenland de eurozone zou verlaten. Allen vreesden dat de eurozone uiteen zou
vallen. Die angst is ongegrond gebleken: niemand heeft de eurozone verlaten en er is
ook niemand uitgezet. Dit jaar verwelkomde de Europese Unie haar 28e lidstaat. Volgend
jaar groeit de eurozone van 17 tot 18 lidstaten.
2
De vraag is nu wat hoe we tegen deze vooruitgang aankijken. Spreken we er lovend of
neerbuigend over? Putten we er vertrouwen uit om het karwei af te maken of doen we er
geringschattend over?
Geachte leden,
Ik ben net terug van de G20 in Sint-Petersburg. Anders dan voorgaande jaren is ons als
Europeanen ditmaal door niemand, uit welk werelddeel dan ook, voorgehouden hoe we
de crisis moesten aanpakken. We kregen waardering en steun.
Niet omdat de crisis voorbij zou zijn, want dat is niet zo. De veerkracht van de Europese
Unie wordt nog steeds op de proef gesteld. Maar men heeft vertrouwen in onze aanpak –
zolang we niet achterover gaan leunen.
We lossen onze problemen samen op.
We kunnen niet anders.
Ik denk dat wij bij alle geo-economische veranderingen en geopolitieke
aardverschuivingen alleen samen, als Europese Unie, de burger kunnen geven wat hij
verwacht, namelijk dat onze waarden, belangen en welvaart in dit tijdperk van
mondialisering worden beschermd en bevorderd.
Het is dan ook de hoogste tijd om verder te kijken dan naar louter nationale problemen
en deelbelangen, en Europa werkelijk vooruit te helpen. Het debat met de nationale
kiezers vraagt om een echt Europees perspectief.
Het gaat erom dat iedereen die Europa een warm hart toedraagt, ongeacht zijn politieke,
ideologische of nationale achtergrond, van zich laat horen.
Als wij ons niet achter Europa scharen, kunnen we dat evenmin van anderen
verwachten.
Geachte leden,
We zijn inmiddels een stuk verder dan aan het begin van de crisis.
In mijn State of the Union van vorig jaar merkte ik op dat onze maatregelen ondanks
alle inspanningen de burgers, de markten en onze internationale partners nog niet
konden overtuigen.
We zijn nu een jaar verder en alles wijst erop dat onze inspanningen inmiddels meer
vertrouwen inboezemen. De rentespreads nemen over het algemeen af. De
kwetsbaarste landen betalen inmiddels minder voor leningen. De industriële productie
stijgt. Het marktvertrouwen keert terug. De aandelenmarkten doen het goed. De
economische situatie wordt geleidelijk beter. Het consumentenvertrouwen neemt sterk
toe.
De landen die het gevoeligst waren voor de crisis en nu het meest hun best doen om
hun economieën te hervormen, nemen inmiddels de eerste positieve resultaten waar.
3
Dankzij de ingrijpende hervormingen en het toegenomen concurrentievermogen is in
Spanje de uitvoer van goederen en diensten nu goed voor 33% van het bbp, het
hoogste percentage sinds de invoering van de euro. Ierland slaagt er sinds de zomer van
2012 weer in om geld te lenen op de kapitaalmarkten, naar verwachting groeit de
economie in 2013 voor het derde achtereenvolgende jaar en Ierse fabrieken nemen weer
werknemers aan.
De betalingsbalans van Portugal, die structureel negatief was, is naar verwachting weer
min of meer in evenwicht en de groei trekt na vele rode kwartaalcijfers weer aan.
Griekenland heeft in slechts drie jaar een ronduit opmerkelijke begrotingsaanpassing
doorgevoerd. Het land herstelt zijn concurrentievermogen en koerst voor het eerst in
tientallen jaren af op een primair overschot. Ook Cyprus, dat later is begonnen, voert
zijn programma uit volgens plan: een vereiste voor nieuwe groei.
Er daagt licht aan het eind van de tunnel voor Europa.
We moeten natuurlijk wel op onze hoede blijven. Eén zwaluw maakt nog geen zomer.
Onze analyse moet realistisch zijn. Laten we de geleverde prestaties niet overschatten,
maar ook niet onderschatten. En één gunstig kwartaal betekent nog niet dat het
economisch ontij voorbij is. Het wijst er wel op dat we op de goede weg zijn. De huidige
cijfers en ontwikkelingen zijn beslist bemoedigend.
Nu komt het erop aan om door te zetten. Dat zijn we verschuldigd aan degenen die het
herstel nog niet voelen, die nog niet van de positieve ontwikkelingen profiteren. We zijn
het verschuldigd aan onze 26 miljoen werklozen. Met name aan de jongeren, die op ons
rekenen. Het draait in de economie ook om hoop en vertrouwen.
Geachte leden,
Dat we er vandaag beter voor staan, komt doordat wij vastbesloten zijn om onze politiek
en ons beleid aan te passen aan de lessen van de crisis.
En met 'wij' bedoel ik ons allemaal: we doen dit echt samen.
Bij elke stap heeft het Europees Parlement een beslissende rol gespeeld door een
ongekende wetgevingsprestatie te leveren. Persoonlijk denk ik dat de burgers van
Europa daar onvoldoende oog voor hebben en dat u meer erkenning verdient.
Ik wil u dan ook vragen om gezamenlijk te blijven streven naar hervorming van onze
economieën, met het oog op groei en werkgelegenheid, en naar aanpassing van onze
institutionele architectuur. Alleen dan kunnen we ook deze fase van de crisis achter ons
laten.
We kunnen tijdens de zittingsperiode van dit Parlement en van deze Commissie nog heel
veel tot stand brengen.
Concreet betekent dit dat we allereerst een bankenunie tot stand kunnen en moeten
brengen. Het gaat om de eerste en meest urgente stap om tot een hechtere
economische en monetaire unie te komen, overeenkomstig de blauwdruk die de
Commissie vorig najaar heeft gepresenteerd.
Het wetgevingsproces inzake het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme nadert zijn
voltooiing. Voordat de ECB haar toezichthoudende taak op zich neemt, zal zij eerst
overgaan tot een onafhankelijke beoordeling van de activa van banken.
4
Het is nu hoog tijd om werk te maken van het gemeenschappelijk
afwikkelingsmechanisme. Het voorstel van de Commissie ligt sinds juli op tafel en
gezamenlijk moeten wij ervoor zorgen dat het nog tijdens deze zittingsperiode wordt
aangenomen.
Dit mechanisme zorgt ervoor dat een bankfaillissement niet in de eerste plaats wordt
afgewenteld op de belastingbetalers. Het helpt bankrisico en landenrisico los te
koppelen.
Het verhelpt een van de meest verontrustende en onaanvaardbare gevolgen van de
crisis, namelijk de toegenomen versnippering van de financiële sector en de
kredietmarkten in Europa, die feitelijk neerkomt op hernationalisering.
En het draagt ook bij tot het herstel van de normale kredietverstrekking aan de
economie, met name aan kmo’s. Ondanks het coulante monetaire beleid is de
kredietverlening immers nog niet in de hele eurozone weer op gang gekomen. Dit vraagt
om een resolute aanpak.
Uiteindelijk gaat het hierbij maar om één ding: groei, die nodig is om het meest
dringende probleem van dit moment op te lossen: werkloosheid. Het huidige niveau van
de werkloosheid is economisch niet vol te houden, politiek onverdedigbaar en sociaal
onaanvaardbaar. Daarom willen wij hier binnen de Commissie allemaal – en ik ben
verheugd dat al mijn commissarissen hier vandaag bij mij zijn – intensief met u en de
lidstaten samenwerken om zoveel mogelijk punten van onze groei-agenda uit te voeren;
wij zetten daartoe alle instrumenten in, maar laten we eerlijk zijn: het gaat daarbij niet
steeds om Europese instrumenten, maar soms ook om nationale instrumenten. Ik wil de
nadruk leggen op de uitvoering van de besluiten inzake jeugdwerkeloosheid en de
financiering van de reële economie. Economisch herstel zonder werkgelegenheid moeten
wij voorkomen.
Europa moet daarom het tempo van de structurele hervormingen opvoeren. In onze
landenspecifieke aanbevelingen wordt aangegeven wat de lidstaten in dit opzicht moeten
doen.
Op het niveau van de EU – er zijn immers maatregelen die op nationaal niveau en
maatregelen die op Europees niveau kunnen worden genomen – moet het accent liggen
op datgene wat voor de reële economie het meest van belang is: het benutten van het
volledige potentieel van de eengemaakte markt staat voorop.
Onze eengemaakte markt voor goederen werkt goed en de economische voordelen
daarvan zijn tastbaar. Diezelfde formule moeten wij ook op andere gebieden gaan
toepassen: mobiliteit, communicatie, energie, financiën en e-handel, om er maar een
paar te noemen. Wij moeten de belemmeringen voor dynamische ondernemingen en
personen wegnemen. Wij moeten de Europese verbindingen voltooien.
Ik heb het genoegen hier aan te kondigen dat wij vandaag formeel een voorstel zullen
goedkeuren dat een flinke stap voorwaarts betekent op weg naar een eengemaakte
markt voor telecommunicatie. Burgers weten dat Europa roaming voor hen ongelofelijk
veel goedkoper heeft gemaakt. Ons voorstel zal zorgen voor sterkere waarborgen en
lagere prijzen voor consumenten, en zal ondernemingen nieuwe mogelijkheden bieden.
Wij weten dat in de toekomst handel meer en meer digitaal zal zijn. Is het geen paradox
dat wij een interne markt voor goederen hebben, maar dat er sprake is van 28 nationale
digitale markten? Hoe kunnen wij in de toekomst alle kansen benutten die de digitale
economie ons biedt wanneer wij deze interne markt niet tot stand brengen?
5
Dezelfde redenering gaat op voor de bredere digitale agenda: deze biedt een oplossing
voor reële problemen en verbetert het dagelijks leven van burgers. De kracht van de
toekomstige industriële basis van Europa hangt af van hoe goed mensen en
ondernemingen onderling met elkaar verbonden zijn. En door de digitale agenda op de
juiste wijze te verbinden met gegevens- en privacybescherming versterkt ons Europees
model het vertrouwen van de burgers. Het is voor de Europese Commissie zowel met
betrekking tot interne als externe ontwikkelingen van het hoogste belang dat de
voorgestelde wetgeving inzake gegevensbescherming wordt goedgekeurd.
De eengemaakte markt is een cruciale hefboom voor concurrentievermogen en
werkgelegenheid. Door in de komende maanden alle resterende voorstellen in het kader
van de Single Market Act I en II goed te keuren en uitvoering te geven aan de
financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, leggen wij de basis voor onze welvaart
in de komende jaren.
Aangezien wij ons ook op mondiaal niveau aan een dynamische verandering aanpassen,
moeten wij deze innovatieve dynamiek eveneens op Europees niveau stimuleren.
Daarom moeten wij ook meer investeren in innovatie, in technologie en in de rol van de
wetenschap. Ik heb een groot vertrouwen in de wetenschap, in de capaciteit van de
menselijke geest en in de creativiteit waarmee een samenleving zijn problemen kan
oplossen. De wereld verandert dramatisch. En ik geloof dat veel van de oplossingen, in
Europa en daarbuiten, afkomstig zullen zijn van nieuw wetenschappelijk onderzoek en
van nieuwe technologieën. En ik zou graag zien dat Europa op dit gebied mondiaal een
voortrekkersrol vervult. Daarom ook hebben wij – het Parlement en de Commissie – bij
de besprekingen over de EU-begroting zoveel voorrang gegeven aan Horizon 2020.
Daarom gebruiken wij de EU-begroting om in vaardigheden, onderwijs en
beroepsopleiding te investeren en daarbij talent te stimuleren en ondersteunen. En
daarom hebben wij ons sterk gemaakt voor Erasmus Plus.
En daarom ook zullen wij later deze herfst met verdere voorstellen komen voor een
industriebeleid dat is toegesneden op de 21ste eeuw en mobiliseren wij steun voor
kmo’s, vanuit de overtuiging dat een sterke en dynamische industriële basis onmisbaar
is voor een sterke Europese economie.
Onze 20-20-20-doelstellingen zijn niet alleen op de bestrijding van klimaatverandering
gericht, maar hebben onze economie ook de weg van groene groei en een efficiënt
omgaan met hulpbronnen doen inslaan, wat kosten bespaart en werkgelegenheid
schept.
Aan het einde van dit jaar zullen we met concrete voorstellen komen voor ons energieen klimaatkader tot 2030. En wij zullen vorm blijven geven aan de internationale agenda
door tegen 2015 met onze partners een omvattend, wettelijk bindend en wereldwijd
klimaatverdrag uit te werken. Europa kan de klimaatverandering niet in zijn eentje
tegengaan. De medewerking van de anderen is eerlijk gezegd net zo hard nodig.
Tegelijkertijd zullen wij onze werkzaamheden voortzetten op het gebied van het effect
van energieprijzen op het concurrentievermogen en van sociale cohesie.
Al deze stimulansen voor groei maken deel uit van onze “Europa 2020”-agenda en het is
belangrijker dan ooit deze agenda volledig en snel uit te voeren. In sommige gevallen
moeten wij verder gaan dat de 2020-agenda.
6
Dit houdt in dat wij ook onze handelsagenda actief en assertief moeten blijven
uitvoeren. Daarbij gaat het om het aanhalen van onze banden met de groeiende derde
markten en het handhaven van onze plaats in de wereldwijde productieketen. In
tegenstelling tot het idee dat bij de meeste burgers leeft, dat ons aandeel in de
wereldhandel afneemt, hebben wij een aanzienlijk, groeiend handelsoverschot van meer
dan 300 miljard euro per jaar wat betreft goederen, diensten en landbouw. Daarop
moeten wij voortbouwen. Ook dit zal de komende maanden onze volle aandacht vergen,
met name in het kader van het trans-Atlantisch partnerschap voor handel en
investeringen met de VS en de onderhandelingen met Canada en Japan.
En tot slot, maar daarom niet minder belangrijk, moeten wij onze inspanningen
vergroten om het meerjarig financieel kader, de Europese begroting, uit te voeren. De
EU-begroting is de meest concrete hefboom waarover wij beschikken om investeringen
te stimuleren. In sommige van onze regio's is de begroting van de Europese Unie het
enige middel om overheidsinvesteringen te verkrijgen omdat de middelen op nationaal
niveau ontbreken.
Zowel het Europees Parlement als de Commissie wilde meer middelen. Die strijd zijn wij
samen aangegaan. Hoe dan ook is met de EU-begroting over één enkel jaar meer geld
gemoeid – in huidige prijzen – dan destijds met het hele Marshall-plan. Laten we nu
ervoor zorgen dat op 1 januari 2014 met de programma’s kan worden begonnen; dat de
resultaten aan de basis merkbaar zijn; en dat wij gebruik maken van de mogelijkheden
van innovatieve financiering, variërend van instrumenten waaraan reeds een begin van
uitvoering is gegeven tot EIB-gelden en projectobligaties.
Wij moeten de toezeggingen die wij in juli hebben gedaan, nakomen. De Commissie van
haar kant, zal haar beloften gestand doen. Wij zullen bijvoorbeeld deze maand nog de
tweede gewijzigde begroting voor 2013 aanbieden. Er mag geen tijd verloren gaan en
daarom waarschuw ik tegen vertragingen bij de vaststelling ervan. Met name dring ik bij
de lidstaten aan op voortvarendheid.
Ik kan het niet genoeg benadrukken: burgers zullen niet door louter retoriek en beloften
worden overtuigd, maar alleen door een reeks concrete, gemeenschappelijke resultaten.
Wij moeten de vele gebieden onder de aandacht brengen waarop Europa voor burgers
problemen heeft opgelost. Europa vormt niet de oorzaak van problemen, maar is juist
een deel van de oplossing.
Op datgene wat ons nog te doen staat, ga ik dieper in in mijn brief van vandaag aan de
voorzitter van het Europees Parlement. Deze brief zult u ook hebben ontvangen. Ik zal
hier niet in detail ingaan op het programma voor het volgend jaar.
Mijn punt vandaag is duidelijk: met zijn allen moeten wij vóór de verkiezingen nog het
nodige bereiken. Het is niet het moment om de handdoek in de ring te gooien, maar tijd
om onze mouwen op te stropen.
7
Geachte leden,
Dit alles is niet eenvoudig. Het zijn moeilijke tijden, en de EU staat werkelijk voor een
stresstest. De weg van voortdurende en grondige hervorming is even veeleisend als
onvermijdelijk. Laten wij ons niet vergissen: voortgaan op de oude voet is niet meer
mogelijk. Sommigen geloven dat hierna alles weer bij het oude zal zijn. Zij hebben
ongelijk; deze crisis is anders. Het gaat niet om een conjuncturele, maar om een
structurele crisis. Wat vroeger normaal was, komt niet terug. Wij zullen moeten werken
aan een nieuwe normaliteit. Wij leven in een tijd van grote veranderingen. Wij moeten
dat werkelijk inzien en het niet bij woorden laten. Wij moeten daaruit juist alle
consequenties trekken, ook wat onze instelling betreft en de wijze waarop wij op
problemen reageren.
De eerste resultaten laten zien dat dit mogelijk is.
En we weten allemaal uit ervaring dat het nodig is.
Op dit moment, nu er sprake is van een kwetsbaar herstel, is het grootste neerwaartse
risico mijns inziens politiek van aard: een gebrek aan stabiliteit en aan vastberadenheid.
De afgelopen jaren hebben wij gezien dat alles wat twijfel doet ontstaan aan de
hervormingsgezindheid van regeringen, onmiddellijk wordt afgestraft. Daar staat
tegenover dat krachtige en overtuigende besluiten een aanzienlijk en direct effect
hebben.
In deze fase van de crisis is het de taak van regeringen de zekerheid en
voorspelbaarheid te bieden waaraan het markten nog ontbreekt.
U kent allen ongetwijfeld Justus Lipsius. Justus Lipsius is de naam van het gebouw van
de Raad in Brussel. Justus Lipsius was een zeer invloedrijke humanistische geleerde uit
de zestiende eeuw, die een zeer belangrijk boek, De Constantia genaamd, heeft
geschreven.
“Standvastigheid”, zo schreef hij, “is een echte en onwrikbare geestkracht, die door
externe of toevallige omstandigheden versterkt noch te neer gedrukt wordt.” Alleen een
“geestkracht”, zo betoogde hij, die is gebaseerd op “oordeel en gezond verstand” kan
een mens door verwarrende en onrustige tijden heen helpen.
Ik hoop dat wij allen in deze tijd, die voor ons allemaal, en ook voor de
vertegenwoordigers van de regeringen die in het Justus Lipsius-gebouw samenkomen,
een moeilijke tijd is, blijk zullen geven van die vastberadenheid, die volharding, wanneer
het op de uitvoering van de genomen beslissingen aankomt. Want het is belangrijk
coherent te zijn en niet alleen beslissingen te nemen, maar achteraf ook in de staat te
zijn die in de praktijk uit te voeren.
Geachte leden,
Het is niet meer dan normaal dat onze inspanningen de crisis te overwinnen de
afgelopen jaren al het andere hebben overschaduwd.
Wij moeten Europa echter als veel meer dan alleen een economisch concept zien. We
zijn veel meer dan een markt. Het Europese ideaal raakt juist aan de fundamenten van
de Europese samenleving. Het gaat om waarden en dat woord wil ik beklemtonen:
waarden. Het is gebaseerd op een sterk geloof in politieke, sociale en economische
waarden die in onze sociale markteconomie zijn ingebed.
8
In de wereld van vandaag is de EU onmisbaar voor de bescherming van deze waarden
en
normen
en
de
bevordering
van
de
rechten
van
burgers:
van
consumentenbescherming tot de rechten van werknemers, van de rechten van vrouwen
tot de eerbiediging van minderheden, van milieunormen tot gegevensbescherming en
privacy
Of het nu gaat om het verdedigen van onze belangen op het gebied van de
internationale handel, het veiligstellen van onze energievoorziening of het herstellen van
het rechtvaardigheidsgevoel van de burger door internationale belastingfraude en
belastingontduiking te bestrijden: alleen wanneer wij als Unie optreden, kunnen wij een
rol van betekenis spelen in de wereld.
Of het nu gaat om de doeltreffendheid van de ontwikkelings- en humanitaire hulp aan
ontwikkelingslanden, goed beheer van onze gemeenschappelijke buitengrenzen of een
krachtig veiligheids- en defensiebeleid voor Europa: alleen dankzij meer integratie
kunnen wij onze doelstellingen daadwerkelijk realiseren.
Het staat onomstotelijk vast dat onze interne samenhang en internationale relevantie
met elkaar zijn verweven. Onze economische aantrekkingskracht en onze politieke
stuwkracht zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Gelooft iemand hier werkelijk dat wij of de lidstaten internationaal gezien nog enige
geloofwaardigheid zouden hebben als de euro was ingestort?
Beseft iedereen nog wel hoe dankzij de uitbreiding de diepe wonden van het verleden
konden genezen door democratie te vestigen daar waar niemand dat voor mogelijk had
gehouden? Hoe het nabuurschapsbeleid de beste manier was en is om veiligheid en
welvaart te bewerkstelligen in regio's die cruciaal zijn voor Europa? Waar zouden we
staan zonder dit alles?
Landen als Oekraïne willen vandaag de dag graag nauwere betrekkingen met de
Europese Unie omdat zij worden aangetrokken door ons economische en sociale model.
Wij mogen hen niet afwijzen. Wij mogen de pogingen om de soevereine keuzes van deze
landen te belemmeren niet accepteren. Vrije wil en instemming moeten worden
geëerbiedigd. Dit zijn ook de beginselen die ten grondslag liggen aan het Oostelijk
Partnerschap, dat we verder willen verdiepen tijdens de top in Vilnius.
En herinnert iedereen zich nog hoe zwaar Europa de vorige eeuw heeft geleden onder
oorlogen en dat Europese integratie de juiste oplossing was?
Volgend jaar is het honderd jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak, een oorlog
die Europa verscheurde, van Sarajevo tot de Somme. Wij mogen vrede nooit als
vanzelfsprekend beschouwen. Laten we niet vergeten dat dankzij Europa voormalige
vijanden nu rondom de tafel zitten en samenwerken. Uitsluitend doordat hun een
Europees perspectief werd geboden, zijn zelfs Servië en Kosovo nu tot overeenstemming
gekomen, dankzij bemiddeling van de EU.
De Nobelprijs voor de vrede die de EU vorig jaar ontving, herinnert ons aan deze
historische prestatie: Europa is een vredesproject.
Daar moeten wij ons beter bewust van zijn. Ik denk weleens dat we niet bang moeten
zijn om trots te zijn. Niet arrogant, maar wel trotser. Wij moeten ons richten op de
toekomst, maar met de wijsheid die het verleden ons heeft gebracht.
9
Tegen allen die zich verheugd zijn over de problemen die Europa ondervindt en die de
integratie terug willen draaien en die zich weer willen isoleren, zeg ik: het verdeelde
Europa van voor de integratie, de oorlog, de loopgraven, dat is niet wat mensen willen
en mogen verwachten. Nog nooit eerder in de geschiedenis heeft het Europese continent
een zo lange periode van vrede gekend als sinds de oprichting van de Europese
Gemeenschap. Het is onze taak deze gemeenschap te bewaren en te verdiepen.
Geachte leden,
Juist vanuit deze waarden staan we voor de ondraaglijke situatie in Syrië, die het
geweten van de wereld sinds enkele maanden zo zwaar op de proef stelt. De Europese
Unie heeft het voortouw genomen bij de internationale hulpverlening door bijna
1,5 miljard euro te mobiliseren, waarvan 850 miljoen euro rechtstreeks afkomstig is uit
de EU-begroting. De Commissie zal haar uiterste best doen om de Syrische bevolking en
de vluchtelingen in de buurlanden te helpen.
We zagen onlangs dingen gebeuren waarvan wij dachten dat ze niet meer mogelijk
waren. Het gebruik van chemische wapens is een afschuwelijke daad, die duidelijk moet
worden veroordeeld en om een krachtig antwoord vraagt. De internationale
gemeenschap, waarvan de VN het hart vormt, moet collectief deze daden bestraffen en
een einde maken aan dit conflict. Het voorstel om de chemische wapens van Syrië
buiten gebruik te stellen kan een positieve ontwikkeling zijn. Het Syrische regime moet
nu aantonen dat het dit voorstel onverwijld zal uitvoeren. In Europa zijn wij ervan
overtuigd dat uiteindelijk alleen met een politieke oplossing de duurzame vrede kan
worden bereikt die het Syrische volk verdient.
Geachte leden,
Sommigen beweren dat een zwakker Europa hun land sterker zou maken, dat Europa
een last is en dat zij beter af zouden zijn zonder Europa.
Mijn antwoord daarop is helder: we hebben allemaal een Europa nodig dat verenigd,
sterk en open is.
De kernvraag van het debat dat overal in Europa plaatsvindt, is: Willen we Europa
verbeteren, of willen we Europa opgeven?
Daarop zeg ik heel duidelijk: doe mee!
Als Europa je in deze vorm niet aanstaat: verbeter het!
Probeer Europa sterker te maken, intern en internationaal, dan kun je op mijn warme
steun rekenen. Lukt dit met behoud van diversiteit en zonder dat het tot discriminatie
leidt, dan doe ik meteen mee.
Maar geef Europa niet op.
Ik geef toe dat Europa, net als elk menselijk project, niet perfect is.
Zo zullen we bijvoorbeeld nooit een definitieve oplossing vinden voor de
meningsverschillen over de taakverdeling tussen de lidstaten en het Europese niveau.
10
Ik hecht zelf ook grote waarde aan het subsidiariteitsbeginsel. Subsidiariteit is voor mij
geen technisch concept, maar een fundamenteel democratisch beginsel. De
verbondenheid tussen de burgers van Europa kan alleen sterker worden als beslissingen
in de grootst mogelijke openheid en zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen.
Niet alles hoeft op Europees niveau te worden opgelost. Europa moet zich richten op de
punten waar het de meeste waarde kan toevoegen. Als dat niet het geval is, moet de EU
zich er niet mee bemoeien. De EU moet de grote dingen groots aanpakken en de kleine
dingen op kleinere schaal – iets wat we in het verleden niet altijd hebben gedaan. De EU
moet laten zien dat zij zowel positieve als negatieve prioriteiten kan stellen. Net als alle
regeringen, moeten wij extra zorg dragen voor de kwaliteit en de kwantiteit van de
regelgeving in het besef dat, in de woorden van Montesquieu, "les lois inutiles
affaiblissent les lois nécessaires" [nutteloze wetten verzwakken noodzakelijke wetten].
Daarnaast, geachte leden, zijn er evenwel terreinen van groot belang waar Europa juist
meer integratie en meer eenheid moet bewerkstelligen. Waar alleen met een sterk
Europa resultaten kunnen worden geboekt.
Daarom geloof ik dat wij op termijn moeten streven naar een politieke unie, zoals ik in
mijn State of the Union van vorig jaar heb benadrukt. Dat zeg ik niet alleen als overtuigd
Europeaan. Het is onontbeerlijk om onze vooruitgang te consolideren en de toekomst
veilig te stellen.
Uiteindelijk hangt de deugdelijkheid van ons beleid, en van de economische en
monetaire unie, af van de geloofwaardigheid van de politieke en institutionele
constructie die eraan ten grondslag ligt.
Daarom heeft de Commissie in haar blauwdruk voor een hechte economische en
monetaire unie niet alleen de economische en monetaire kenmerken beschreven, maar
ook de vereisten, mogelijkheden en beperkingen van een verdieping van onze
institutionele configuratie op middellange en lange termijn. De Commissie zal verder
werken aan de implementatie van de blauwdruk, stap voor stap, fase voor fase.
Zoals vorig jaar aangekondigd, bevestig ik dat wij vóór de Europese verkiezingen ideeën
zullen presenteren over de toekomst van de onze Unie en de wijze waarop de
communautaire methode en de gemeenschappelijke aanpak op langere termijn het
beste kunnen worden geconsolideerd en verdiept. Op die manier kan een echt Europees
debat worden gevoerd. Wij zullen de beginselen en oriëntaties uiteenzetten die
noodzakelijk zijn voor een echte politieke unie.
Geachte leden,
Wij kunnen alleen het hoofd bieden aan de uitdagingen van vandaag als we het eens zijn
over de fundamentele doelstellingen.
Op politiek niveau moeten wij ervoor zorgen dat er geen verdeeldheid ontstaat als
gevolg van de verschillen tussen de eurozone en de landen daarbuiten, tussen de kern
en de periferie, tussen noord en zuid, tussen oost en west. De Europese Unie moet een
project van al haar leden blijven, een gemeenschap waarin alle leden gelijk zijn.
In economisch opzicht heeft Europa altijd kloven gedicht tussen landen, regio's en
mensen en dat moet zij blijven doen. Wij kunnen niet het werk van de lidstaten
overnemen. Zij behouden hun verantwoordelijkheden, maar wij kunnen en moeten deze
aanvullen met Europese verantwoordelijkheid en Europese solidariteit.
11
Daarom is het versterken van de sociale dimensie, in samenwerking met onze sociale
partners, de komende maanden een prioriteit. De Commissie zal op 2 oktober een
mededeling presenteren over de sociale dimensie van de economische en monetaire
unie. Solidariteit is een kernbeginsel van deelname aan Europa en het is iets waar we
trots op moeten zijn.
De bescherming van haar waarden, zoals de rechtsstaat, is altijd een van de kerntaken
van de Europese Unie geweest, vanaf de oprichting tot na de laatste uitbreidingsronden.
Vorig jaar, toen er in onze eigen lidstaten problemen met betrekking tot de rechtsstaat
waren, zei ik in mijn State of the Union dat er meer mogelijkheden moeten komen dan
de keuze tussen politieke overreding en gerichte inbreukprocedures enerzijds, en wat ik
noem de "nucleaire optie" van artikel 7 van het Verdrag (dat wil zeggen schorsing van
bepaalde rechten van een lidstaat) anderzijds.
De ervaring heeft het nut aangetoond van de rol van de Commissie als onafhankelijke en
objectieve scheidsrechter. Deze ervaring moet worden geconsolideerd door middel van
een breder kader, dat wordt gebaseerd op het beginsel van gelijkheid tussen de lidstaten
en waarop alleen een beroep moet worden gedaan bij een ernstige, fundamentele
bedreiging van de rechtsstaat, waarvoor van tevoren criteria moeten worden
vastgesteld.
De Commissie zal hierover een mededeling opstellen. Ik ben van mening dat dit debat
fundamenteel is voor ons idee van Europa.
Dit betekent niet dat de nationale soevereiniteit of de democratie wordt ingeperkt, maar
wij hebben een robuust Europees mechanisme nodig om invloed te kunnen uitoefenen
op situaties waarin onze gemeenschappelijke basisbeginselen op het spel staan.
Er zijn bepaalde waarden waaraan niet getornd kan worden en die de EU en haar
lidstaten te allen tijde moeten en zullen verdedigen.
Geachte leden,
De polarisatie waar de crisis toe heeft geleid, is een gevaar voor ons allemaal, voor het
project, het Europese project.
Als legitieme politieke vertegenwoordigers van de Europese Unie kunnen wij het tij
keren. Als rechtstreeks verkozen democratische vertegenwoordigers van Europa bent u
de spil van het politieke debat. Wat ik wil vragen is dit: welk beeld van Europa krijgen
de kiezers voorgeschoteld? Een waarheidsgetrouw beeld of een karikatuur? Feiten of
fabeltjes? De eerlijke, redelijke versie, of de extremistische, populistische versie? Dat is
een belangrijk verschil.
Ik weet dat sommigen Europa de schuld zullen geven van de crisis en de problemen.
Maar wij kunnen de mensen erop wijzen dat Europa deze crisis niet heeft veroorzaakt.
De crisis is het gevolg van slecht beheer van de overheidsfinanciën door nationale
regeringen en onverantwoordelijk gedrag op de financiële markten.
Wij kunnen uitleggen wat Europa heeft gedaan om de crisis te verhelpen. Wat we
zouden zijn kwijtgeraakt als we er niet in waren geslaagd om de interne markt en de
gemeenschappelijke munt overeind te houden. Want de interne markt lag onder vuur en
volgens sommigen was het afgelopen met de euro. Als wij geen herstelmaatregelen en
werkgelegenheidsinitiatieven hadden gecoördineerd.
Sommige mensen zullen zeggen dat Europa regeringen dwingt te bezuinigen.
12
Maar wij kunnen de kiezers eraan herinneren dat de overheidsschulden al ernstig uit de
hand waren gelopen vóór de crisis, niet door, maar ondanks Europa. We kunnen erbij
zeggen dat de meest kwetsbaren in onze samenleving en onze kinderen straks de
rekening gepresenteerd krijgen als wij nu niet doorzetten. Feit is dat landen binnen en
buiten de eurozone en binnen en buiten Europa proberen hun overheidsfinanciën op orde
te krijgen.
Sommigen zullen in hun campagne beweren dat wij te veel geld hebben gegeven aan
kwetsbare landen. Anderen zullen zeggen dat we te weinig hebben gegeven.
Maar ieder van ons kan uitleggen wat we hebben gedaan en waarom: er is een direct
verband tussen de leningen van het ene land en de banken van het andere land, tussen
de investeringen van het ene land en de bedrijven van het andere land, tussen de
arbeidskrachten van het ene land en de ondernemingen van het andere land. Door deze
onderlinge verwevenheid zijn alleen Europese oplossingen mogelijk.
Ik zeg altijd: als je in hetzelfde schuitje zit, kun je niet zeggen: “Jouw kant van de boot
is lek.” We zaten in hetzelfde schuitje toen alles goed ging en we zitten in hetzelfde
schuitje nu er moeilijkheden zijn.
Sommige mensen zullen in hun campagne misschien zeggen dat Europa te veel macht
naar zich toe heeft getrokken. Anderen zullen zeggen dat Europa altijd te weinig doet en
te laat in actie komt. Opvallend genoeg vinden degenen die van mening zijn dat Europa
te weinig doet, dat niet altijd een reden om Europa in staat te stellen om te doen wat
het moet doen.
Maar wij kunnen uitleggen dat de lidstaten taken en bevoegdheden aan Europa hebben
toevertrouwd. De Europese Unie is geen vreemde mogendheid. Zij is het resultaat van
democratische besluiten van de Europese instellingen en de lidstaten.
Tegelijkertijd moeten we erkennen dat Europa op sommige gebieden nog steeds niet
genoeg bevoegdheden heeft om zich waar te maken. Dat wordt wel eens vergeten door
diegenen, en dat zijn er niet weinig, die proberen successen op het conto van de
lidstaten te schrijven en mislukkingen op Europa af te schuiven. Wat we wel en niet
hebben, is uiteindelijk het resultaat is van democratische besluitvorming. En ik vind dat
we de mensen daaraan moeten herinneren.
Dames en heren,
Mijnheer de voorzitter,
Geachte leden,
Ik hoop dat het Europees Parlement deze uitdaging aangaat en al zijn idealisme weet te
paren aan de realiteitszin en de vastberadenheid waar deze tijden om vragen.
We kennen de argumenten.
We kennen de feiten.
We kennen de agenda.
Over acht maanden beslissen de kiezers.
Nu moeten wij ons sterk maken voor Europa.
13
Dat kunnen we doen door de komende acht maanden ons werk zoveel mogelijk af te
ronden. Er is nog veel te doen.
De Europese begroting, het MFK, formeel goedkeuren en uitvoeren. Dat is van
doorslaggevend belang voor de investeringen in onze regio’s.
Het is absoluut
noodzakelijk voor onze eerste prioriteit: de werkloosheid bestrijden, met name de
jeugdwerkloosheid.
Vaart zetten achter de bankenunie. Anders kunnen we de financieringsproblemen van
het bedrijfsleven en kmo’s niet oplossen.
Werkgelegenheid en groei: dat zijn onze prioriteiten.
Ons werk is nog niet af. We zijn in de beslissende fase gekomen.
Want, geachte leden, de verkiezingen gaan niet alleen over het Europees Parlement; ze
gaan ook niet over de Europese Commissie of over de Raad of over bepaalde personen.
Ze gaan over Europa.
Wij zullen samen worden beoordeeld.
Dus laten we ook samen werken: voor Europa.
Met passie en overtuiging.
Laten we niet vergeten dat Europa honderd jaar geleden, in 1914, aan de vooravond
stond van een catastrofe.
Ik hoop dat volgend jaar, in 2014, een verenigd, sterk en open Europa de crisis achter
zich kan laten.
Ik dank u voor uw aandacht.
14
Download