- Scholieren.com

advertisement
Aardrijkskunde samenvatting
Hoofdstuk 4 Natuurrampen
§ 2 Aardbevingen
 Het buitenste laagje van de aarde dat bestaat uit stukken oceaanbodem en
stukken continent noem je de aardkorst
 Het bewegen van de aardkorstplaten heet platentektoniek.
 Een aardbeving ontstaat als de oceaanbodem onder het continent wil, de
druk word daardoor te groot en plotseling schiet de oceaanbodem dan met
een schok onder het continent. De trilling die hierbij ontstaat een trilling en wij
ervaren dat als een aardbeving.
 Het epicentrum is het punt waar de meeste
beweging plaatsvindt.
 Aan de hand van de schaal van Richter kun je
bepalen hoe krachtig de aardbeving is dat
loopt van 1 tot 12.
§ 3 Vulkanen
 De aarde is opgebouwd uit drie delen:
 De aardmantel
 De aardkorst
 De aardkern
 Doordat de kern in de aarde heel warm is, smelt het gesteente in de
mantel. Daardoor is de mantel heel stroperig. Hierdoor drijven de
oceaanbodem en de continenten.
 Op plaatsen waar platen uit elkaar bewegen ontstaat nieuwe aardkorst, en
op plaatsen waar platen botsen verdwijnt er aardkorst. In beide gevallen
ontstaan er vulkanisme en aardbevingen.
 Vulkanen ontstaan doordat gesteente van de oceaanbodem smelt. Het
materiaal dat verhit is lichter, daardoor staat de magma in de diepte onder
druk. De druk word te groot en vulkaan barst uit en er komt lava en as uit.
 In de oceaan ontstaan ook vulkaanuitbarstingen, daar vormt zich een berg
dat ook wel een midoceanische rug genoemd. Twee platen bewegen uit
elkaar en daar vult zich meteen een laag met lava dat stolt en zo ontstaat
er een nieuw stuk oceaanbodem.
 Na elke uitbarsting hopen lagen as en lava zich op en dat noem je een
vulkaankegel.
Download