Decubitus protocol Preventie en behandeling Decubitus Protocol Preventie algemene preventieve maatregelen specifieke maatregelen probleemverheldering Maatregelen die ingezet worden als de patiënt ook maar enig een verhoogd of extra verhoogd risico voor decubitus. Dit kan risico heeft voor decubitus. Betrek de patiënt/cliënt en/of per patiënt/cliënt verschillend zijn. Maatregelen die ingezet worden bij patiënten/cliënten met Beïnvloedende factoren vaststellen Voedingstoestand inschatten directe omgeving bij de preventie van decubitus. Geef de • neurologisch ziektebeeld/aandoening • recent gewichtsverlies patiëntenfolder over decubitus-preventie aan de patiënt/cli- Houding in bed/rolstoel • bloed- en circulatiestoornissen (Diabetes Mellitus, anaemie) • verhoogde energiebehoefte ënt of diens naaste(n). • zie ook algemene preventieve maatregelen • meerdere medicamenten (zie bijsluiter) • opname voeding • huidafwijkingen • abnormaal verlies van voedingsstoffen • tref bij bedreigde hielen zodanige maatregelen dat de hie- • inwerking van vocht op de huid • koorts Meest voorkomende plaatsen • abnormale anatomische verhoudingen (zie ‘met decubitus bedreigde gebieden’) Risicofactoren vaststellen • psychische conditie • bij intake len vrij komen te liggen (bv. Waffle Foot of dikke badstof- • goede hygiënische verzorging/wasbeurt met niet sokken bij schuifkrachten) ontvettende zeep • oneffenheden onderlaag/knellende verbanden/ schoeisel • toename immobiliteit Huidverzorging • dekenboog (druk van de dekens) • zorgen voor een schone, gladde, droge onderlaag • voetenbankje (schuifkrachten verminderen) • huidbeschadigingen voorkomen/let op huidconditie • bed in 30˚ semifowler houding (schuifkrachten verminderen en een andere drukverdeling, zie illustraties) • inspecteer de huid dagelijks • AD-kussen (Waffle) • bij verandering algehele toestand Houding • AD-matras (Waffle) Oorzaak bepalen • bij verhoogd en extra verhoogd risico min. 1 x per week • let op goede en foute houding (zie illustraties) • let bij rolstoelpatiënten op transfer, laat steunen of uit- • druk-, wrijf- en/of schuifkrachten • bij meer dan 4 uur zitten/liggen per dag in één houding • consequente wisselligging/houdingsveranderingen, à 4 uur (zijligging in 30 graden, eventueel buikligging) • indien mogelijk mobiliseren (zonodig hulpmiddelen bij ri s i co sco re li j st Aantal punten mentale toestand neurologie mobiliteit voedingstoestand voeding incontinentie 0 goed geen afwijkingen goed goed geen gewichtsverlies 1 transfers) 2 zwaar depressief, psychotisch, verward niet aanspreekbaar, comateus geringe stoornissen krachtsvermindering gevoelsstoornis halfzijdige verlamming (score x 2) dwarslaesie (score x 4) bedlegerig, alleen uit bed bij wassen en bed verschonen hele dag passief in stoel geheel bedlegerig matig, al enkele dagen niet gegeten, ongewenst gewichtsverlies tot 3 kg binnen 1 maand of 3-6 kg binnen een halfjaar • Voor adviezen met betrekking tot preventieve maatregelen 3 lusteloos, gedeprimeerd, in de war, angstig licht beperkt, loopt met hulp, rolstoel-patiënt met goede armfunctie steeksels zo nodig omwikkelen • let bij gevoelsstoornissen op knellend schoeisel en kleding overleg met specialistisch verpleegkundige, ergotherapeut Voeding/vocht of behandelend arts. • zorgen voor een volwaardige voeding • Bij onvoldoende resultaat en bij problemen overleg met • stimuleren tot voldoende vochtinname (indicatie 1,5 à geen eetlust, ongewenst gewichtsverlies van meer dan 6 kg in 1 maand of 12 kg binnen een halfjaar meer dan 5 dagen niet gegeten 1 week minder gegeten dan aanbevolen hoeveelheden meer dan 5 dagen slecht gegeten geen incontinentie af en toe urine voor urine en/of ontlasting, bij urinecatheter of uritip pleegkundige. • bij verslechtering toestand door verhoogde behoefte of • Inzetten van speciaal zit- en ligondersteunend materiaal, verminderde eetlust; overleg met diëtist slecht, al langer dan 1 week niet gegeten, braken, diarree, ongewenst gewichtsverlies tot 4 à 6 kg binnen 1 maand of 7 à 12 kg binnen een halfjaar eet zelf of krijgt volledige sondevoeding, eetlust goed de behandelend arts, ergotherapeut of specialistisch ver- 2 liter per dag) overleg met de behandelend arts, ergotherapeut of specialistisch verpleegkundige. Met decubitus Goede houdingen bedreigde gebieden Beengedeelte in dezelfde hoek omhoog als In ieder geval zorgen voor: hoofddeel ter vermijding van schuifkrachten. • steun nemen op gehele bovenbeen Beste zithouding: (voetsteun niet te hoog) • gewicht verdeeld over zitvlak, voeten, • steun nemen op voeten (voetsteun niet te laag) armen en rug • schuifkrachten afwezig door kantelzitting • steun nemen op armen (hoogte armleuning) • stuit moet vrij liggen • groot steunvlak op rug; maar zongeheel incontinent der verstelbare zittingen, niet te • rug met kussenondersteunen veel achterover zitten • kussen tussen kniëen plaatsen Foute houdingen leeftijd jonger dan 50 jaar tussen 50 en 60 jaar tussen 60 en 70 jaar ouder dan 70 temperatuur tussen 36,0 en 37,8 °C tussen 37,8 en 38,5 °C tussen 38,6 en 39,0 °C boven 39,0 °C en lager dan 36,0 °C medicijnen geen (of overig dan hiernaast vermeld) coticosteroïden, anti-coagulantia (geen calparine), slaapmiddelen pijnstillers, antidepressiva en antibioticapillen antibiotica via infuus, morfine diabetes geen alleen dieet dieet en pillen dieet en insuline •risicoscore < 8: geen verhoogd risico • risicoscore 8 tot en met 12: verhoogd risico • risicoscore >12: extra verhoogd risico Schuifkracht stuit en Te lage voetsteunen: Te hoge voetsteunen: Kussen in de rug geeft: hielen bij halfzit in bed. • minder gewicht op de voeten • de bovenbenen raken de onderuitzakken met als gevolg • patiënt schuift naar voren en onderen; schuifkrachten en kleiner gewichtsvlak • afknellen bovenbenen ter plaatse van rand zitting zitting niet, waardoor • schuifkrachten ter plaatse van gewicht op kleiner oppervlak (drukverhoging) • kleiner steunoppervlak bovenbenen zitbeenknobbels Decubitus Protocol Bij decubitus graad 3 en 4: altijd in overleg met behandelend arts en/of specialistisch verpleegkundige. probleemverheldering WONDVERZORGING Houding • vermijd zo mogelijk, het liggen of zitten op de decubituswond Zie probleemverhelderingsprotocol bij Preventie (z.o.z.). Voeding/vocht Risicoscore vaststellen Mate van voedings- en vochtaanpassing is afhankelijk van: • bij intake • -grootte van de wond • bij verandering algehele toestand - vochtbalans • bij meer dan 4 uur zitten/liggen per dag in één houding - algehele toestand van de patiënt/cliënt • bij onvoldoende resultaat en problemen diëtiste raadplegen Stadia decubitus vaststellen Verkleuring van de huid, warmte, oedeem en verhar- Wondverzorging Graad 1: n og intacte huid niet wegdrukbare cyanose of roodheid van de intacte huid Ter bescherming van de huid: folie, barrièrefilm of hydrocolloïd thin Graad 2: o ppervlakkige decubitus blaar ontvelling - voedingstoestand • bij verhoogd risico wekelijks Graad 1: Niet-wegdrukbare roodheid van de intacte huid. Stadia classificatie wonden Huidreiniging, schoonspoelen. Hydrocolloïd/hydro-actief verband of in water/NaCl gedrenkte gazen/antibacteriële wondzalf/hydrogel • veel exsudaat Spoelen met kraanwater/NaCl 0,9%. Alginaat Extra en absorberend verband of alleen foamverband in combinatie met antibacteriële wondzalf decubitus zonder necrose • weinig exsudaat met geel beslag In water/NaCl gedrenkte gazen/antibacteriële wondzalf/hydrogel afdekken met kompres of absorberend verband. Hydrocolloïd/ hydro-actief verband spoelen bij verband- wisseling • veel exsudaat Het classificatiemodel van de Woundcare Consultant Society mis), al dan niet met aantasting van de huidlaag daar- (WCS) op basis van de kleuren zwart, geel en rood is een prak- onder (lederhuid of dermis). Het defect manifesteert tische methode voor het beoordelen van genezingsfase van de zich als een blaar of een oppervlakkige ontvelling. wonden en biedt een leidraad voor de lokale wondbehandeling. Graad 3: Huiddefect met schade of necrose van huid en Veel fabrikanten houden deze indeling ook aan, dit maakt de onderhuids weefsel (subcutis). De schade kan zich keuze van verbandmiddelen iets eenvoudiger. Bij een samenge- uitstrekken tot aan het onderliggende bindweefsel- stelde wond (meerdere kleuren) wordt eerst de meest versto- vlies (fascie). rende factor behandeld. Klinische tekenen van (wond)infectie Graad 4: Uitgebreide weefselschade of weefselversterf zijn: roodheid, warmte, pus, functieverlies, pijn en zwelling. (necrose) aan spieren, botweefsel of ondersteunende weefsels, met of zonder schade aan opperhuid Zwarte fase (epidermis) en lederhuid (dermis). In de zwarte fase bestaat de wond uit zwart (meestal droog) decubitus met droge necrose Necrotectomie > droge necrose op hielen, vrijhouden van onderlaag, geen behandeling i.o.m. behandelend arts. Wond-behandeling met antibacteriële wondzalf of hydrocolloïd/ hydro-actief verband ecubitus met geel beslag/natte d necrose • weinig exsudaat Wond goed spoelen. Antibacteriële wondzalf met wondverband of hydrocolloïd/ hydro-actief verband of alleen een (zilver-)foamverband • veel exsudaat Alginaat Extra en met kompres/absorberend verband in combinatie met antibacteriële wondzalf, foamverband (zilver) Dit kan zwart getint zijn, maar ook grijs, donkerbruin, groen of blauw. De behandeling bestaat uit het verwijderen van de necrose (debridement, chirurgisch of niet chirurgisch). • de patiënt/cliënt (zo mogelijk) inlichten over de huidige stand van de decubitus en de maatregelen om deze te Gele fase verbeteren. Betrek de patiënt/cliënt en/of diens naasten bij Gele wonden zijn meestal overmatig exsuderend en kunnen de behandeling en bespreek wat hij/zij zelf kan doen (druk geïnfecteerd zijn. Ook kan er nog vervloeiende necrose aanwe- vermijden, wisselligging, pijn melden e.d.) en controleer dit zig zijn. De behandeling bestaat uit het reinigen door absorptie • pas algemene en specifieke maatregelen decubitus- Bij dreigende infectie: • Mesitran (antibacterieel/stimuleert wondgenezing) • Avance (antibacterieel zilverfoam- verband) van overmatig exsudaat. preventie toe • werk volgens hygiënische richtlijnen • behandeling decubitus vanaf graad 3 of bij infectieverschijnselen overleg met de arts en/of specialistisch verpleegkundige Alginaat Extra en met kompres/absorberend verband afdekken of alleen foamverband (zilver) in combinatie met antibacteriële wondzalf necrotisch weefsel, al dan niet met ontstekingsverschijnselen. algemene maatregelen wond afdekken met hydrocolloïd/ hydro-actief verband, vetgaas of foamverband Graad 3: oppervlakkige decubitus Graad 4: d iepe decubitus decubitus zonder necrose • weinig exsudaat zonder geel beslag ding (induratie) zijn andere mogelijke kenmerken. Graad 2: Oppervlakkig huiddefect van de opperhuid (epider- infectie voorkomen, blaar beschermen, droog verbinden, zonodig leegzuigen Rode fase De rode fase is het stadium van de vitale wond-bodem waarbij WONDBEDEKKERS Producten Hydrocolloïd • Kliniderm Hydro • Kliniderm Hydro • Kliniderm Hydro • Kliniderm Hydro Wondaspect Doel van de behandeling Productgroepen Oppervlakkige rode wonden Beschermen van het tere granulatieweefsel door het creëren van een vochtig wondmilieu. Voorkomen dat de wond geïnfecteerd wordt door de omgeving • Antibacteriële wondzalf/gel (honingbasis) in combinatie met: • Foamverband • Vetgaas/synthetisch netverband • Alginaat • Hydro-actief verband (honinggel) • Hydrocolloïd • Hydrogel • Transparante wondfolie Diepe rode wonden Beschermen van het tere granulatie-weefsel door het creëren van een vochtig wondmilieu. Voorkomen dat de wond geïnfecteerd wordt door de omgeving • Antibacteriële wondzalf/gel (honingbasis) in combinatie met: • Foamverband • Alginaat • Hydrogel Oppervlakkige gele wonden met weinig exsudaat en heeft een geel beslag Creëren van een vochtig milieu, waardoor het beslag loslaat. Reiniging van de wond door opname van het beslag in de wondbedekker • Antibacteriële wondzalf/gel (honingbasis) in combinatie met: • (Zilver-)foamverband • G aas met NaCl 0,9% • Alginaat • Hydro-actief verband (honinggel) • Hydrocolloïd • Hydrogel Oppervlakkige gele wonden met veel exsudaat Het absorberen van exsudaat, waardoor de wond gereinigd wordt • Antibacteriële wondzalf/gel (honingbasis) in combinatie met: • (Zilver-)foamverband • Alginaat (Extra) Diepe gele wonden met veel exsudaat Het absorberen van exsudaat, zodat pus en/of overtollig wondvocht verwijderd kan worden • Antibacteriële wondzalf/gel (honingbasis) in combinatie met: • Alginaat (Extra) • (Zilver-)foamverband • Eventueel geurneutraliserend verband Zwarte harde necrosekorst zonder ontstekingsverschijnselen Droog houden en beschermen tot de droge necrotische korst loslaat van het onderliggend weefsel Zwarte necrosekorst met ontstekingsverschijnselen Verwijderen van necrotisch weefsel als bij palpatie blijkt dat weefsels onder de zwarte korst aangetast zijn • Chirurgisch verwijderen • Antibacteriële wondzalf/gel (honingbasis) in combinatie met: • (Zilver-)foamverband • G aas met NaCl 0,9% • Hydrogel • Enzymatische necrose-oplosser Zwarte vervloeiende necrose in een gele wond Verwijderen van de necrose • Antibacteriële wondzalf/gel (honingbasis) in combinatie met: • Alginaat (Extra) • (Zilver-)foamverband • G aas met NaCl 0,9% • Hydrogel • Eventueel geurneutr. verband • Enzymatische necrose-oplosser Thin Standard Border (plakrand) Border S (sacraal) Alginaat • Kliniderm Alginate Standard • Kliniderm Alginate Extra • Kliniderm Alginate Cavity Hydrofiber • Aquacel (Zilver-) Foamverband • Lyofoam • Avance (zilver) Hydro-actief verband (honingbasis) • Mesitran Hydro • Mesitran Border • Mesitran Net (synthetisch honinggel netverband) Geurneutraliserend verband • Lyofoam C Hydrogel • Mesitran Soft Enzymatische necrose-oplosser • Mesitran Soft Vetgazen/geïmpregneerd verband • Klinitulle zalfkompres • Mesitran Net (synthetisch honinggel netverband)) Absorberend verband • Exsupad Transparante folie • Kliniderm Film • Kliniderm Hydro Thin (hydrocolloïd) Antibacteriële wondzalf (honingbasis) • Mesitran wondzalf Huidbescherming • Cavilon granulatie optreedt. Het moet beschermd worden tegen uitdroging en mechanische beschadiging. De behandeling bestaat Keuzebepaling verbandmaterialen en frequentie verbandwisseling is wondmilieu. algemene opmerkingen verbandmateriaal • resultaten van de behandeling rapporteren en evalueren Bij het toepassen van het WCS-classificatiesysteem wordt • lees altijd zorgvuldig de bijsluiter • 1e doel van de behandeling • evalueer minimaal 1x per twee weken en stel zonodig doe- expliciet gevraagd om tijdens de wondinspectie eerst een doel • verbandmateriaal moet patiënt- en • wondkleur (zwart, geel, rood) • bij onbegrepen koorts een wondkweek afnemen uit het beschermen van de wond en creëren van een vochtig • schakel bij vragen en problemen de behandelend arts, Note: Een foamverband is hetzelfde als een schuimverband. afhankelijk van: specialistisch verpleegkundige of ergotherapeut in len en wondverzorging bij Medeco B.V., Postbus 1555, 3260 BB Oud-Beijerland Telefoon (0186) 63 44 00, Fax (0186) 61 68 93 [email protected], www.medeco.nl • mogelijkheden van de patiënt/cliënt/ verzorger • wel of geen infectie • wondranden/wondomgeving Op grond daarvan bepaalt men welk soort wondverband nodig • hoeveelheid exsudaat • lokalisatie van de wond is: pas daarna volgt de invulling met een bepaald product. • oppervlakkig of diep • geur te stellen: Wat beoogt men met de lokale wondbehandeling? verpleegvriendelijk zijn Voor vragen en advies heeft Medeco een decubitusspecialist. Dit protocol is eerder ontwikkeld in samenwerking met Thuiszorgorganisaties, huisartsenposten, verpleeghuizen en Medeco. W 18 040 | Druk- en zetfouten voorbehouden. Medeco behoudt zich, te allen tijde, het recht voor haar producten en assortiment te wijzigen. Behandeling