PSYCHOFARMACA ↔ SOMATISCHE MEDICATIE ANTIDEPRESSIVA PIJNMEDICATIE BENZODIAZEPINEN W.Garenfeld 12122011 en 15122011 CASUS Mw. J. ; 72 JARIGE DAME • VERWEZEN IVM DEPRESSIEVE STEMMING EN PANIEKKLACHTEN • PSY-VG: BLANCO • SOCIAAL: ECHTGENOOT IN VERPLEEGHUIS VANWEGE DEMENTIE • A/ SINDS ENKELE MAANDEN DEPRESSIEVE STEMMING GENIETEN↓; "OPGEBRAND"; EETLUST ↓; GEWICHT ↓; SLAPEN ↓; HUILBUIEN ; SUICIDALITEIT: SINDS 3 WEKEN TOENEMEND ANGST/PANIEK , GEJAAGDHEID, TREMOREN, HARTKLOPPINGEN, OPVLIEGERS, TRANSPIREREN • SOMATIEK: COXARTROSE ; PIJN ↑ • R/ CITALOPRAM 20MG, SINDS 3 WEKEN VERHOOGD NAAR 30MG R/ TRAMADOL 2DD50MG DISCUSSIE • WAT IS UW WAARSCHIJNLIJKHEIDSDIAGNOSE ? • WAT VINDT VAN DE KEUZE VOOR CITALOPRAM ? • WAT VINDT U VAN DE DOSERING ? • WAT VINDT U VAN DE COMBINATIE MET TRAMADOL ? SEROTONINE GERELATEERDE BIJWERKINGEN • • • • • • • • • • • • GEJAAGDHEID ANGST AGITATIE OVERMATIG TRANSPIREREN MISSELIJKHEID, DIARREE URINE INCONTINENTIE BLOEDRUKWISSELINGEN, VERSNELDE HARTSLAG VERSNELDE ADEMHALING BEWEGINGSONRUST, SPIERSTIJFHEID, MYOCLONIEËN DESORIENTATIE, VERWARDHEID, HALLUCINATIES CONVULSIES BEWUSTZIJNSDALING, COMA NOCICEPTIEVE PIJN • PARACETAMOL • NSAID'S (Ibuprofen, Diclofenac [+ misoprostol], Naproxen) • COX-2-REMMERS (Celecoxib, Etoricoxib) • TCA's (Chronische pijn) • ZWAKKE OPIAAT-Agonist (Codeïne ; Tramadol) • STERKE OPIAAT-Agonist (Morfine, Oxycodon , Fentanyl) NEUROPATHISCHE PIJN • AD: TCA (Amitriptyline); SNRI (Duloxetine) • ANTICONVULSIVA (Carbamazepine, Gabapentine, Pregabaline) • ANTIPSYCHOTICA (Haloperidol) • TRPV1-Agonist (Capsaïcine) (Lokale desensibilisatie) • OPIAAT-Agonist (Tramadol, Oxycodon , Methadon) • GABA-B-Agonist (Baclofen) Folmer H, et al Farmacother. voor de huisarts.2009 UPCM (Univ Pijncentr Maastricht. 2011) Farmacotherapeutisch Kompas .2011 ARACHIDONZUUR METABOLISME Naar: Totten J. 2006 ENKELE OPMERKINGEN M.B.T. PIJNSTILLERS I.C.M. PSYCHOFARMACA • NSAID's : o.a. Cardio-, Nefro-, Hepato-toxische effecten ; Trombo-aggregatie ↓ • (Ibuprofen blokkeert bloedplaatjesremmende werking van acetylsalicylzuur) • NSAID + SSRI: Trombo-aggregatie ↓ • Diclofenac + Misoprostol → Diarree → Absorptie ↓ • NSAID + Lithium: Lithiumspiegel ↑↑ • COX-2 Remmers: Cardiovasculaire risico's ; Geen invloed op trombo-aggregatie • OPIAAT-ANTAGONISTEN - Demping CZS - Potentiëring Benzodiazepinen - Afhankelijkheid - Serotonine-heropname ↓↓ ; Noradrenaline heropname ↓ - Tramadol niet combineren met SSRI's of MAO-remmers VERWANTSCHAP ANALGETICA, ANTIARITMICA, ANTIEMITICA, ANTIPSYCHOTICA ALGEMENE FARMACOLOGIE FARMACOKINETIEK • ABSORPTIE • DISTRIBUTIE • METABOLISERING • EXCRETIE FARMACODYNAMIEK • FARMACON -> RECEPTOR -> EFFECT ABSORPTIE / TOEDIENINGSROUTE • ORAAL (POEDER,TABLET,DRAGEE,CAPSULE,DRANK,MATRIX,OROS) • SLIJMVLIEZEN (BUCCAAL,SUBLING.,NASAAL,OOGSLIJMVLIES,OOR) (SPRAY,SPOELING,DRUPPELS) • INHALATIE (AEROSOL,NEVEL,GAS) [2μm - 100 μm] • DERMAAL (STROOIPOEDER,ZALF,PASTA,CREME,LOTION) • TRANSDERMAAL (PLEISTER,POUR-ON) (LIPOFIELE STOFFEN) • RECTAAL (ZETPIL,RECTIOLE,KLYSMA) • INJECTIE (S.C, I.M, I.V.) • INFUSIE • ABSORPTIE • T(Max) : AFH. VAN VOEDING , LAXANTIA, ETC. : AFH. VAN TOEDIENINGSROUTE DISTRIBUTIE • VERDELINGSVOLUME • LICHAAMSGEWICHT • HARTMINUUTVOLUME • EIWITBINDING • BLOED-WEEFSEL-BARRIERES • BLOED-HERSEN-BARRIERE • ENDOTHEEL-CELMEMBRAAN-PERMEABILITEIT • DIFFUSIE (LIPOFIELE STOFFEN !) • ACTIEF TRANSPORT • SPECIFIEKE TRANSPORT-EIWITTEN • TRANSCYTOSE (FAGOSOOM-LYSOSOOM) • ENDOCYTOSE (RECEPTOR-ENDOSOOM) METABOLISERING (BIOTRANSFORMATIE) VNL. IN DE LEVER (endoplasmatisch reticulum) MOEDERSTOF / PRO-DRUG ↓ FASE 1: FUNCTIONALISERINGSREACTIES (HYDROLYSERING; OXIDATIE; REDUCTIE; (DES)ALKYLERING) (CYP-450-ENZYMEN) (IN)ACTIEVE METABOLIET ↓ FASE 2: CONJUGATIEREACTIES (KOPPELING AAN GLUCURONZUUR / ZWAVELZUUR) WATEROPLOSBARE STOF CYTOCHROOM P450 ENZYMEN CELLULAIRE GEKLEURDE ENZYMEN (HAEM-GROEP) MONOXYGENASE (OXIDATIE-HYDROXYLASE) REACTIE CYP450-Fe3+ → CYP450-Fe2+ SUBSTRAAT + O2 + 2H+ + 2e- → SUBSTRAAT-OH + H2O EXCRETIE • LEVER / DARMEN • NIEREN • HUID • LONGEN REKENING HOUDEN MET: • LF-STOORNISEN • NF-STOORNISSEN • DIURETICA • NSAID's FARMACODYNAMIEK FARMACON > RECEPTOR > EFFECT • KLINISCH EFFECT • FARMACODYNAMISCHE BIJWERKINGEN • FARMACODYNAMISCHE INTERACTIES METABOLISME BIJWERKINGEN: Potentiering van centraal dempende stoffen Stapeling bij metabolieten / Lange T½ Oversedatie / Overmyorelaxatie / Valgevaar Ademdepressie Nadelige cognitieve effecten Retrograde amnesie Paradoxale reacties / Rebound reacties Tolerantie / Verslaving (m.n. bij korte T½ ) Zopiclon Bittere Smaak Dromen / Psychotische symptomen CYTOCHROOM P450 INTERACTIES: METABOLISERING VIA CYP3A4 : DIAZEPAM (VALIUM ; STESOLID) MIDAZOLAM (DORMICUM) TRIAZOLAM (HALCION) ZOLPIDEM (STILNOCT) ZOPLICON (IMOVANE) ALPRAZOLAM (XANAX) REMMING VAN CYP3A4: AZOOLANTIMYCOTICA (MICONAZOL ; KETOCONAZOL; ITRACONAZOL) CIMETIDINE ERYTROMYCINE GRAPEFRUITSAP HIV-PROTEASE-REMMERS GEEN CYTOCHROOM P450 INTERACTIES: TEMAZEPAM (NORMISON) LORAZEPAM (TEMESTA) LORMETAZEPAM (LORAMET) OXAZEPAM (SERESTA) ANTIDOTUM: FLUMAZENIL (ANEXATE) Titreren I.V. in stapjes van 0.1mg. Max 1mg LET OP: T½ = 1uur Risico op Re-Intoxicatie !