VUmc MS-Informatiedag PROGRAMMA KENNISCAFÉ Zaterdag 6 oktober 2012 Tijd: 12.15 – 14.00 uur 1. Veelvraten in MS Daphne Vogel, promovendus, afdeling moleculaire celbiologie en immunologie Mijn onderzoek richt zich op de rol van macrofagen (Grieks voor veelvraten) bij MS. Macrofagen maken onderdeel uit van ons immuunsysteem en ruimen abnormale cellen op, zoals kankercellen of dode cellen. Ze zijn erop gebouwd om normale, gezonde cellen met rust te laten. In MS spelen macrofagen een dubbele rol; ze zijn in staat zowel schade te veroorzaken als herstel te bevorderen. Uit eerder onderzoek blijkt dat macrofagen verschillend kunnen ‘opgroeien’ en dat ze afhankelijk daarvan een positieve of negatieve functie kunnen hebben. Hopelijk kunnen we binnenkort de ‘goede’ macrofagen onderscheiden van de ‘slechte’ en deze inzetten bij het ontwikkelen van een nieuw medicijn tegen MS. 2. Goed begonnen is half gewonnen? Gijs Nagtegaal, promovendus, afdeling radiologie Van alle patiënten met Clinical Isolated Syndrome krijgt 65% later MS. CIS betekent zoveel als: een op zichzelf staande, op MSlijkende littekenverharding (laesie), op één specifieke locatie met een bijbehorende opflakkering als symptoom. Als we in dit voorstadium al medicatie geven, kan dat later bij de ‘openbaring’ van MS, positieve effecten opleveren. Deze behandeling is echter mentaal en fysiek erg zwaar en bovendien duur. In mijn onderzoek gebruik ik MRI beelden om patroonmatige afwijkingen in het hersenweefsel te ontdekken, die typerend zijn voor wie wel of niet MS krijgen na een CSI. Zo hoeven mensen niet onnodig te worden behandeld en zijn we er op tijd bij om juist die mensen te behandelen die er later voordeel bij hebben. Deels een kosten-batenanalyse maar eigenlijk meer nog een ‘lasten’-batenanalyse. 3. Worm, redder in (ontstekings)nood? Irma van Die, afdeling moleculaire celbiologie en immunologie In ontwikkelingslanden komen aandoeningen als MS bijna niet voor, daarentegen komen we wel veel infecties met wormen tegen. Deze worminfecties lijken te beschermen tegen verschillende chronische (ontsteking)ziekten, zoals bv. aandoeningen van de darmen (Crohn). Er zijn aanwijzingen dat wormen ook kunnen helpen bij MS. Aangezien het niet erg aantrekkelijk is om mensen te behandelen met levende wormen, wordt onderzocht welke delen (stoffen) van de worm invloed hebben op het tegengaan van ontstekingen bij MS. 4. MS beter in beeld met nieuwe MRI technologie Martijn Steenwijk, promovendus, afdeling radiologie De hersenen worden grofweg in twee gebieden verdeeld, de witte en de grijze stof. Bij MS wordt meestal gedacht aan ontstekingen in de witte stof, terwijl dit type ontsteking ook in de grijze stof wordt gevonden. Intussen is duidelijk dat ook de grijze stof dus een belangrijke rol speelt. Ik onderzoek met de nieuwste MRI-technologie waarom ook de grijze stof in de hersenen van mensen met MS ziek is. Veroorzaakt schade in de grijze stof ontstekingen in de witte stof, of juist andersom? Heel belangrijk om te weten, omdat met deze kennis gewerkt kan worden aan een betere behandeling. 5. Geheugenfunctie bij MS: wat ‘ziet’ de MRI scan? Hanneke Hulst, promovendus, afdeling radiologie Geheugen, aandacht- en concentratiestoornissen (cognitieve problemen) komen vaak voor bij mensen met MS. Het voorkomen van deze stoornissen is enorm belangrijk, maar voordat we zover zijn, moeten we eerst begrijpen wat er nu eigenlijk mis gaat in de hersenen. Als mensen met MS in de MRI scanner een cognitieve taak uitvoeren, kan ik precies zien welke hersengebieden ‘aan’ of ‘uit’ staan en hoe dat verschilt van gezonde mensen. Deze resultaten geven aanknopingspunten voor het verfijnen van cognitieve therapie. 6. Internetcursus ‘Minder Zorgen’ tegen somberheid Rosa Boeschoten, promovendus, GGZinGeest Veel mensen met MS krijgen op een zeker moment te maken met depressies. Dat psychotherapie werkt, weten we. Omdat mensen MS echter vaak kampen met vermoeidheid, is het moeilijk om wekelijks naar de bijeenkomsten te gaan. Een behandeling via internet zou de oplossing hiervoor kunnen zijn. Er wordt gekeken naar somberheid en/of depressieve klachten die kunnen optreden bij MS. Ook worden nieuwe behandelingsmogelijkheden onderzocht. Zo kunnen mensen met de diagnose MS en somberheidsklachten, deelnemen aan een 5-weekse zelfhulpcursus via internet. Er wordt onderzocht of de therapie via internet inderdaad goed werkt. Deelnemers die de cursus volgen worden vergeleken met deelnemers op een wachtlijst. Voor en na de cursus vinden metingen plaats. Zo wordt onder andere gekeken naar de mate van somberheid, angst en de impact van MS op de kwaliteit van leven. Resultaten van eerdere pilotstudie zijn veelbelovend. 7. MS-laesies beter ‘zichtbaar’ met hoogveld 7 Tesla MRI Iris Kilsdonk, arts-onderzoeker afdeling radiologie Met een 7 Tesla (T) - de meest gevoelige MRI-scanner op dit moment - kunnen we meer details van het brein zien dan met een standaard 1.5T of 3T scanner. In mijn promotieonderzoek onderzoek ik het brein van mensen met MS. We kijken dan naar het verschil tussen de beelden en resultaten van een 7T- t.o.v. de 3T-. De nieuwe 7T MRI scanner moet het verschil tussen MS laesies en laesies van mensen met vaatafwijkingen zichtbaar beter in beeld brengen. Op standaard MRIbeelden lijken dit type laesies dusdanig veel op elkaar dat ook de patiëntengroepen niet meer van elkaar te onderscheiden zijn. 8. Vroegtijdige signalering psychosociale problematiek bij Multiple Sclerosis Kim Bakker, MS-verpleegkundige, afdeling neurologie Psychosociale problemen komen vaak voor bij mensen met Multiple Sclerose (MS). Vermoeidheid, geheugen, aandacht- en concentratiestoornissen zijn meestal voor de buitenwereld niet zichtbaar maar hebben wel een grote impact op het fysieke functioneren, het sociale leven en daarmee het ‘dagelijkse’ leven. Om de psychosociale gevolgen hiervan tijdig te herkennen, onderkennen en te behandelen, is een screeningsinstrument ontwikkeld in de vorm van een vragenlijst. Deze wordt gebruikt om - tijdens gesprekken met de MS-verpleegkundige - problemen zo vroeg mogelijk in kaart te brengen. Verbetering van de kwaliteit van leven met MS is het uitgangspunt. Ook wordt gekeken naar verbetering van de efficiency van het verpleegkundig spreekuur. 9. Nrf-2, held tegen zuurstofradicalen Jamie Lim, promovendus, afdeling moleculaire celbiologie en immunologie Er zijn verschillende stoffen verantwoordelijk voor schade in de hersenen bij MS. Eén van deze stoffen zijn reactieve zuurstofdeeltjes beter bekend als ‘vrije radicalen’ - die ‘normaal’ gesproken in een gezond lichaam worden bestreden door antioxidanten. Mijn onderzoek richt zich op de invloed van deze zuurstofradicalen bij de ontwikkeling en het verloop van MS. Bij MS vindt een overproductie plaats aan vrije radicalen in het zenuwstelsel. Ik probeer uit te vinden wat hieraan vooraf gaat en of we met behulp van lichaamseigen antioxidant de hersenen (therapeutisch) kunnen beschermen tegen deze zuurstofradicalen. We weten in ieder geval dat een bepaalde stof nodig is, Nrf-2 genaamd, om grote hoeveelheden antioxidant aan te maken. Hoe dit precies werkt, wordt onderzocht.