Scholekster Ecologie Buitendijks komen vele verschillende soorten vogels voor. Het Smient gaat o.a. om de scholekster en de lepelaar. Een aantal vogels broeden op het Noarderleech. De scholekster is hier één van. Op het Noarderleech gaat het nog vrij goed met de scholekster maar over het algemeen gaat het slecht met de scholekster. Lepelaar Als we kijken naar de planten dan zien we een overgang van Marrum, binnen– en buitendijks zoutminnende naar zoetwater vegetatiesoorten. Bij de zee vinden we voornamelijk zeekraal terwijl we dicht bij de dijk aardbeiklaver vinden. Een grote oppervlakte van het buitendijkse gebied bestaat uit zeeaster. Voor het vee dat buitendijks aanwezig is zijn dobben gemaakt. Dit zijn drinkplaatsen waar het vee zoet water kan vinden als het gebied met zout water overstroomt. Sneeuwgors Binnendijks vinden we andere flora en fauna als buitendijks. Binnendijkse vogels zijn op te delen in weidevogels (bijv. Kievit) en akkervogels (bijv. veldleeuwerik). Zowel binnen– als buitendijks komen de vos en de kiekendief voor. Als voedsel Bergeend nemen die weleens de eieren en of kuikens van de vogels. De flora van binnendijks verschilt sterk van buitendijks. We vinden voornamelijk akkerbouwgewassen en op de veehouderijbedrijven grasland percelen met engels raaigras met weinig biodiversiteit (weinig paarden- en pinksterbloemen) Veldleeuwerik In deze flyer leest u hoe het dorpje Marrum en zijn omgeving is ontstaan door de vele eeuwen heen. U leest hoe het is ontstaan vanuit de geologie en de ecologie. Ook komen de antropogene invloeden aan bod en wordt verteld wat de markante plekken in en rondom Marrum zijn. Seedykstertoer: (+31) 0518411434 A n t ro p o g e n e Invloeden Markante plekken Buitendijks heeft de mens veel invloed gehad. Vanaf de In en rondom Marrum zijn vele markante plekken te vinden. middeleeuwen heeft de mens geprobeerd land te winnen Op de karakteristieke zeedijk staat een monument omdat de van de zee. In 1876 heeft de Friesche Landaanwin- dijk tussen 1963 en 1993 op deltahoogte is gebracht. Achter ningsmaatschappij een groot deel van de Waddenzee deze dijk ligt het buitendijkse gebied Noarderleech. Dit is geprobeerd in te polderen door de aanleg van een dam. één van de grootste kwelders van Europa. Het gebied Deze liep van de Friese kust naar Ameland. Het onderhoud beslaat ongeveer 4180 hectare en heeft een grote natuur- van de dam was echter te duur waardoor het project is waarde. mislukt. Vanaf de 19e eeuw werd de Geologie Onder de klei en veen lagen bij Marrum vinden we bodem In het dorp vinden we de kerk op de oude terp. Deze laatste lagen uit de verschillende ijstijden (het pleistoceen). In de is nog steeds duidelijk zichtbaar. De straatnaam “de terp” is tabel staan de afzettingen die zijn gevormd in het gebied hiervan af te leiden. Verder vinden we de P.J. Wierstrastrjitte door de geologische perioden heen. Aan het einde van het die (waarschijnlijk) zijn naam te danken heeft aan P.J. Wier- pleistoceen was het klimaat koud en droog; Nederland was stra, een theologische schrijver die hier heeft gewoond. Ook een poolwoestijn. In het holoceen werd het steeds warmer kennen we nog de stasjonswei waar vroeger (1901-1940) waardoor de zeespiegel in het begin van het holoceen snel het treinstation was. Het pand is gerestaureerd en er is re- steeg en langzamerhand afnam. Naast de zeespiegelstijging cent een oude locomotief geplaatst. In Marrum is ook nog ontstond er veen in heel Nederland; ook daar waar Marrum de ringweg die om het centrum van Marrum heen loopt, de Het binnendijkse gebied is vanaf 6000 v. Chr. bewoond. nu ligt. Door de grote invloed van de zee in het noorden Pongastritte en de Botaniaweg. Deze heeft zijn naam te Na de laatste ijstijd (ca. 10.000 jaar v.Chr.) werd het werd het veen weer bedekt met zeeklei en ging in de loop danken aan een state (burcht of landhuis) die hier heeft klimaat milder en is er een veenmoeras ontstaan. Door- van de jaren het veen zelfs eroderen waardoor het gedeel- gestaan. telijk verdween. Marrum ligt nog op een (veen)terp. “landbouwersmethode” gehanteerd en hierna de “bezinkveldenmethode”. dat de zeespiegel steeg werd een deel van het veen weer afgebroken door de zee. Een ander deel van het veen Geologische periode werd bedekt met zeeklei. Als we kijken naar de terpen in het gebied langs de Middelzee dan zien we drie verschillende generaties terpen. Holoceen De eerste generatie waren kleine opgehoogde Subatlanticu m Subboreaal Tijdschaal in jaren vóór Christus 900 3000 woonheuvels van huisvuil mest en kwelderzoden. De tweede generatie is opge- Atlanticum Boreaal Preboreaal worpen tussen 200 v. Chr. en 200 n. Chr. En de derde generatie ontstond in de 7e eeuw n. Chr. Pleistoceen 6000 7700 8300 Ong. 70000 Aangetroffe n afzetting in dit gebied Jonge zeeklei Oppervlakte veen Oude zeeklei Basisveen Dekzand keileem