Mol en molaire massa m(a) : (absolute) massa van een atoom of molecule (= absolute atoom- of molecuulmassa) (eenheid: kg of g) Ar : relatieve atoommassa (geen eenheid) waarde opzoeken in PSE vb: Ar(He) = 4,0 merk het verschil met het massagetal van He: 4 vb: Ar(Cl) = 35,5 merk het verschil met het massagetal van Cl: 35 Mr : relatieve molecuulmassa (geen eenheid) waarbij Mr (XiYj) = i Ar(X) + j Ar(Y) vb: Mr(O2) = 2 . Ar(O) = 2 . 16,0 = 32,0 vb: Mr(H2SO4) = 2 . Ar(H) + Ar(S) + 4 . Ar(O) = 2 . 1,0 + 32,1 + 4 . 16,0 = 98,1 mu : (internationale) atoommassa-eenheid of unit waarbij mu = 1,66 . 10-27 kg Ar = ma ma Ar . mu of mu Mr = ma ma M r . mu mu vb: de (absolute) massa van 1 atoom He: Ar(He) . mu = 4,0 . 1,66.10-27 kg = 6,6.10-27 kg vb: de (abs.) massa van 1 molecule H2SO4: Mr(H2SO4) . mu = 98,1 . 1,66.10-27 kg = 1,63.10-25 kg NA : constante (of getal) van Avogadro waarbij NA = 6,023 . 1023 deeltjes/mol N : absolute aantal deeltjes n : stofhoeveelheid (aantal mol van een stof of aantal deeltjes van een stof uitgedrukt in mol) (eenh: mol) vb: 1 mol He bevat 6,023.1023 atomen He vb: 1 mol O2 bevat 6,023.1023 moleculen O2 vb: 1 mol NaCl bevat 6,023.1023 entiteiten NaCl (ionbinding dus ionrooster: geen moleculen!) M : molaire massa van een stof (massa (in g) van 1 mol van een stof) (eenheid: g/mol) vb: M(H2SO4) = 98,1 g/mol Oefeningen: Hoeveel mol stof zit er in 27,0 g H2SO4 ? n= m 27,0 g 0,275 mol M 98,1 g / mol Welke massa komt overeen met 10,0 mol H2SO4 ? m = M . n = 98,1 g/mol . 10,0 mol = 981 g Hoeveel atomen zitten er in 14,0 g He ? a) Ar(He) = 4,0 b) M(He) = 4,0 g/mol c) n = m 14,0 g 3,5 mol M 4,0 g / mol d) N = n . NA = 3,5 mol . 6,023.1023 atomen/mol = 2,1.1024 atomen He Hoeveel moleculen zitten er in 15,0 g H2SO4 ? a) Mr(H2SO4) = 98,1 b) M(H2SO4) = 98,1 g/mol c) n= d) N = n . NA = 0,153 mol . 6,023.1023 moleculen/mol = 9,22.1022 moleculen H2SO4 m 15,0 g 0,153 mol M 98,1 g / mol