VI Richtlijn classificatie halsklierdissecties Inleiding 532 1. Uitgangspunten 532 2. Omschrijving groepen lymfklieren 532 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 Classificatie halsklierdissecties Radicale halsklierdissectie Gemodificeerde radicale halsklierdissectie Selectieve halsklierdissectie Meer uitgebreide halsklierdissectie (ERND) 534 534 535 535 535 4. Verkorte schrijfwijze halsklierdissecties 536 5. Verslaglegging bij histopathologisch onderzoek 536 6. Literatuur 536 531 Augustus 2002 [naar hoofdmenu] [naar inhoudsopgave richtlijn] u en n a ar ho ofd m u en n a ar ho ofd m Richtlijn classificatie halsklierdissecties Inleiding In 1991 publiceerde de Committee for Head and Neck Surgery and Oncology van de American Academy for Otolaryngology - Head and Neck Surgery een officieel rapport, waarin de naamgeving van halsklierdissecties wordt gestandaardiseerd.1,2 Het gebruik van de in dit rapport vermelde nomenclatuur en classificatie wordt aanbevolen door de American Society for Head and Neck Surgery, de Society of Head and Neck Surgeons, verschillende grote Europese kankercentra en de UICC.3 1. Uitgangspunten Het grondprincipe voor deze naamgeving en classificatie is het onderscheid dat wordt aangebracht tussen het lymfklierdragend weefsel en de niet-lymfatische structuren M. sternocleidomastoideus (SCM), V. jugularis interna (VJI) en N. accessorius (NA). Voor de onderverdeling van het lymfklierdragend weefsel in groepen wordt de indeling in niveaus, ontworpen door het Memorial Sloan Kettering Cancer Center te New York gebruikt. De classificatie is gebaseerd op de volgende principes: 1. de radicale halsklierdissectie (‘radical neck dissection’, RND) is de basisprocedure waarmee alle andere vormen van halsklierdissectie worden vergeleken; 2. bij de gemodificeerde radicale halsklierdissectie (‘modified radical neck dissection’, MRND) worden één of meer van de niet-lymfatische structuren gespaard (SCM en/of VJI en/of NA); 3. bij de selectieve halsklierdissectie (‘selective neck dissection’, SND) worden, naast de onder 2. genoemde niet-lymfatische structuren, één of meer lymfkliergroepen gespaard; 4. bij de meer uitgebreide radicale halsklierdissectie (‘extended radical neck dissection’, ERND) worden één of meer lymfatische en/of niet-lymfatische structuren extra verwijderd, meer dan bij RND. 2. Omschrijving groepen lymfklieren Niveau I Niveau II Niveau III Niveau IV Niveau V Niveau VI submentaal submandibulair hoog jugulair mid jugulair laag jugulair achterste halsdriehoek voorste compartiment 532 Augustus 2002 [naar hoofdmenu] [naar inhoudsopgave richtlijn] Niveau I Dit niveau omvat de submentale en de submandibulaire groep. Submentaal - de lymfklieren in de driehoek begrensd door de voorste buik van de M. digastricus links en rechts en het os hyoideum en de mandibula. Submandibulair - de lymfklieren in het gebied begrensd door de voorste en achterste buik van de M. digastricus en het corpus mandibulae. De Gl. submandibularis is in het preparaat opgenomen als de lymfklieren uit deze driehoek worden verwijderd. Niveau II Hoog jugulair - de lymfklieren gelegen rond het bovenste derde deel van de VJI en het naburige deel van de NA, vanaf het niveau van de bifurcatie van de A. carotis (chirur533 Augustus 2002 [naar hoofdmenu] [naar inhoudsopgave richtlijn] u en n a ar ho ofd m u en n a ar ho ofd m gisch markeringspunt) of het cornu majus ossis hyoidei (klinisch markeringspunt) tot de schedelbasis. De achterste begrenzing is de dorsale rand van de SCM en de ventrale grens is de laterale rand van de M. stylohyoideus. Het craniale gedeelte van deze groep wordt gevormd door de subdigastrische (of jugulodigastrische) klieren. Niveau III Mid jugulair - de lymfklieren rond het middelste derde deel van de VJI, reikend vanaf de bifurcatie van de A. carotis craniaal tot de M. omohyoideus (chirurgisch markeringspunt) of het overgangsgebied tussen cartilago cricoidea en cartilago thyreoidea (klinisch markeringspunt) caudaal. De achterste grens is de dorsale rand van de SCM en de ventrale grens is de laterale rand van de M. sternohyoideus. Niveau IV Laag jugulair - de lymfklieren rondom het onderste derde deel van de VJI, reikend vanaf de M. omohyoideus craniaal tot de clavicula caudaal. De achterste grens is de dorsale rand van de SCM en de ventrale grens is de laterale rand van de M. sternohyoideus. Niveau V Achterste halsdriehoek - deze groep lymfklieren omvat voornamelijk de klieren langs de caudale helft van de NA en de A. cervicalis transversa. Ook de supraclaviculaire klieren behoren tot deze groep dorsale klieren. De achterste begrenzing is de voorrand van de M. trapezius, de voorste begrenzing is de achterrand van de SCM en de caudale begrenzing is de clavicula. Sommigen onderscheiden binnen deze groep ook nog de hoog dorsale, mid dorsale en laag dorsale klieren. Niveau VI Voorste compartiment (viscerale compartiment) - deze groep omvat de lymfklieren gelegen bij de viscerale structuren mediaan in de hals, craniaal vanaf het os hyoideum tot caudaal de incisura jugularis (manubrium sterni). 3. Classificatie halsklierdissecties 3.1 Radicale halsklierdissectie Omvat het verwijderen van alle homolaterale lymfklierstations vanaf de onderrand van de mandibula craniaal tot de clavicula caudaal en mediaal van de laterale grens van de M. sternohyoideus, het hyoid en de contralaterale voorste buik van de M. digastricus tot lateraal de voorste grens van de M. trapezius. Alle lymfkliergroepen van niveau I tot en met V zijn ingesloten. De NA, VJI en SCM worden eveneens verwijderd. De operatie omvat niet het verwijderen van de suboccipitale klieren, de klieren in en rondom de Gl. parotidea (behalve de klieren rond de onderpool, gelokaliseerd in het dorsale deel van de submandibulaire driehoek), de buccale, retropharyngeale en paratracheale lymfklieren. 534 Augustus 2002 [naar hoofdmenu] [naar inhoudsopgave richtlijn] 3.3 Selectieve halsklierdissectie Elk type halsklierdissectie waarbij één of meer lymfkliergroepen worden gespaard die bij RND worden verwijderd. Er worden vier subtypen onderscheiden. a. Supraomohyoidale halsklierdissectie (SOND) Verwijderen van de lymfkliergroepen in niveau I, II en III. De dorsale grens van de dissectie wordt aangegeven door de cutane takken van de plexus cervicalis en de dorsale grens van de SCM. De caudale grens is de bovenste buik van de M. omohyoideus waar deze de VJI kruist. b. Posterolaterale halsklierdissectie (PLND) Verwijderen van de suboccipitale en retroauriculaire lymfklieren samen met de klieren in niveau II, III, IV en V. c. Laterale halsklierdissectie (LND) Verwijderen van de klieren van niveau II, III en IV. d. Voorste compartimentsdissectie (AND) Omvat het verwijderen van de lymfklieren romdom de viscerale structuren in het voorste gedeelte van de hals, niveau VI. Daarbij behoren de pretracheale en de paratracheale klieren, de klieren rondom de Gl. thyreoidea en de klier voor het cricoid (‘Delphian node’). De craniale grens van de dissectie is het hyoïd, de caudale grens is de incisura jugularis en de laterale grenzen worden gevormd door de A. carotis communis links en rechts. Andere variaties van halsklierdissecties, waarbij lymfkliergroepen worden gespaard, moeten worden benoemd als selectieve halsklierdissectie waarbij de verwijderde groepen met name worden genoemd. 3.4 Meer uitgebreide halsklierdissectie (ERND) Bij deze dissectie worden één of meer lymfkliergroepen en/of niet-lymfatische structuren extra verwijderd dan bij de radicale halsklierdissectie. Voorbeelden van dergelijke lymfkliergroepen zijn de parapharyngeale (retropharyngeale) klieren, de buccale klieren, de klieren in het bovenste mediastinum en de paratracheale lymfklieren. Voorbeelden van niet-lymfatische structuren zijn de A. carotis, N. hypoglossus, N. vagus en de diepe paraspinale spieren. De kliergroepen of niet-lymfatische structuren die extra worden verwijderd moeten met name worden genoemd. 535 Augustus 2002 [naar hoofdmenu] [naar inhoudsopgave richtlijn] u en n a ar ho 3.2 Gemodificeerde radicale halsklierdissectie Deze operatie omvat het verwijderen van alle lymfkliergroepen zoals die bij de radicale halsklierdissectie worden verwijderd, echter met sparen van één of meer niet-lymfatische structuren: NA, VJI en SCM. De structuren die worden gespaard moeten met name worden genoemd. ofd m u en n a ar ho ofd m 4. Verkorte schrijfwijze halsklierdissecties 1. 2. 3. RND MRND met sparen van óf NA, en/of VJI en/of SCM SND (sparen NA, VJI, SCM) a. SOND - niveau I, II, III b. PLND - suboccipitaal, retroauriculair, II, III, IV, V c. LND - II, III, IV d. AND - VI e. andere benoemen naar verwijderde kliergroepen ERND, benoemen van extra verwijderde lymfkliergroepen of niet-lymfatische structuren. 4. 5. In het staan: - Verslaglegging bij histopathologisch onderzoek: histopathologisch verslag van een halsklierdissectie dient tenminste vermeld te totaal aantal gedetecteerde lymfeklieren aantal tumorpositieve lymfeklieren met vermelding van levels diameter grootste positieve lymfeklier aantal klieren met kapseldoorbraak met vermelding van levels aard maligniteit al of niet ingroei in meeverwijderde structuren (VJI/NA) radicaliteit 6. Literatuur 1. Robbins KT, Medina JE, Wolfe GT, Levine PA, Sessions RB, Pruet CW. Standardizing neck dissection terminology. Arch Otolaryngol Head Neck Surg 1991; 117:601-5. Robbins KT, ed. Pocket guide to neck dissection classification and TNM staging of head and neck cancer. Alexandria: American Academy of Otolaryngology Head and Neck Surgery Foundation Inc. 1991. Hermanek P, Henson DE, Hutter RVP, Sobin LH, eds. TNM Supplement 1993. Commentary on uniform use. Berlin: Springer Verlag, 1993. 2. 3. 536 Augustus 2002 [naar hoofdmenu] [naar inhoudsopgave richtlijn]