Neuro-endocriene markers SKML rondzending 2012

advertisement
Neuro-endocriene markers
SKML rondzending 2012
Ruth Fleischeuer
Laboratorium Klinische Pathologie Midden Brabant
Indeling
• (Neuro-)endocriene cellen/tumoren
• Neuro-endocriene markers
• Resultaten SKML rondzending
Endocriene cellen
• Geven hun product
(o.a. hormonen) direct
af aan het bloed of
andere organen
Endocriene organen
• Hormonale productie (o.a.)
– Hypofyse: groeihormoon, oxytocine
– Schildklier: thyroxine, calcitonine
– Bijschildklier: PTH
– Bijnier: cortisol
– Pancreas: insuline
– Ovaria: oestrogeen, progesteron
– Testes: testosteron
Endocriene tumoren
• Uitgaande van tumoren
van endocriene
organen:
• Bv:
– Hypofyse: hypofyse adenoom
– Schildklier: medullair
carcinoom
– Bijnieren: pheochromocytoom
– Pancreas: insulinoom
Diffuus neuroendocrien systeem
• Zowel hormoonproducerende als
neurale kenmerken
• In bijna alle organen met
epitheliale bekleding aangetroffen
• Diffuse neuro-endocriene systeem
– 1897 Kultschitsky: chromaffine
cellen basaal in darmcrypten
– 1907 Oberndorfer: karzinoid
(carcinoma like)
Neuro-endocriene tumoren
Neuro-endocriene morfologie
•
•
•
•
Organoide nesting
Rosettevorming
Perifere palisadering
trabulae
GEP-NET
(gastroenteropancreatische neuro-endocriene tumoren)
• WHO classificatie 2010
– Neuroendocriene tumor
(NET) graad 1
– NET graad 2
– Neuroendocrien carcinoom
graad 3
• Kleincellig
• Grootcellig
– Mixed
adenoneuroendocrien
carcinoom (MANEC)
Neuroendocriene tumoren
• Funtioneel (hormoonproducerend):
– Bv. NET in darm kan serotonine produceren (5-HT)
– Carcinoid syndrome (10%):
•
•
•
•
flushing
diarree
gewichtsverlies
hartkloppingen
Indeling tractus digestivus NET
(1963)
Obv. morfologische, histochemische en
immuunhistochemische verschillen.
Expressie neuro-endocriene
markers
Foregut
Midgut
Hindgut
100%
100%
100%
Chromogranine A 88-100%
100%
24-40%
CD56
58%
20%
synaptofysine
76%
Longtumoren met neuroendocriene morfologie
• Carcinoid
• Atypisch carcinoid
• Kleincellig carcinoom
(SCLC)
• Grootcellig neuroendocrien carcinoom
(LCNEC)
carcinoid
LCNEC
atypisch carcinoid
SCLC
Expressie neuro-endocriene
markers
Carcinoid Atypisch SCLC
carcinoid
LCNEC
synaptofysine
84%
80%
100%
72%
Chromogranine A
100%
100%
100%
80%
CD56
100%
100%
50%
40%
Neuro-endocriene markers
• Chromogranine A
• Synaptofysine
• CD56
Chromogranine A
• Glycoproteinen in de
neurosecretoire granula.
Cytologie
Medullair schildklierca
• Aantoonbaar in bijna alle
neuro-endocriene tumoren
• Mate van positiviteit afhankelijk
van aantal granula
(cytoplasmatisch)
EM granula
Synaptofysine
• Transmembraneus glycoproteine
in presynaptische (micro)vesikels
QuickTime™ en een
TIFF (ongecomprimeerd)-decompressor
zijn vereist om deze afbeelding weer te geven.
• Functie nog niet geheel duidelijk
• Neuronale cellen punctate
aankleuring
• Neuroendocriene cellen diffuse
cytoplasmatische aankleuring
CD56
• Neural cell adhesion molecule
(NCAM)
• Rol in celbinding, migratie en
differentiatie
• Vooral in het zenuwweefsel,
maar ook elders.
• Membraneuze en
cytoplasmatische aankleuring
SKML rondzending 2012
7
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
6
4
2
5
3
1
Lever
Appendix
Neuro-endocriene tumor (goed gedifferentieerd)
Carcinoid
Kleincellig longcarcinoom
Medullair schildkliercarcinoom
Grootcellig neuro-endocrien carcinoom
Chromogranine A
• 41 laboratoria
• Clonen:
– 5H7: 3
– Polyclonaal: 19
– DAK-A3: 2
– LK2H10: 13
– LK2H10+PHE5:1
– Anders: 3
Chromogranine A
Clone: polyclonaal
2
Chromogranine A
Bij carcinoid wisselende mate van achtergrond
polyclonaal
polyclonaal
LK2H10
Chromogranine A
Chromogranine A
• Veel achtergrond bij carcinoid (van
ovarium), soms adequate beoordeling niet
mogelijk
• Wisselende intensiteit bij LCNEC (7)
Synaptofysine
• 39 laboratoria
• Clonen:
– 27G12: 9
– SP11: 7
– Sy38: 9
– Snp88: 8
– Polyclonaal: 5
– Anders: 1
Synaptofysine
Synapthofysine
controle
1
2
Synaptofysine
3
7
Fraaie aankleuring
4
6
Clone: Snp88
Synaptofysine
3
6
3
6
Clone: Snp88
Variatie binnen 1 clone
Synaptofysine
Appendix (controle)
27G12
Variatie tussen clonen
SP11
Synaptofysine
Carcinoid
27G12
Variatie tussen clonen
SP11
Synaptofysine
• Lever voor controle niet geschikt
• Variatie in intensiteit binnen clonen, geen
goede oorzaak aan te geven.
CD56
• 41 laboratoria
• Clonen:
– 1B6: 4
– 123C3D5: 15
– 123C3: 13
– CD564: 3
– Anders: 6
CD56
1
2
5
4
CD56
Variatie binnen 1 clone
Clone 123C3
CD56
Variatie tussen clonen
7
Clone:anders
Clone: 123C3.D5
CD56
• Stans 7 (grootcellig neuro-endocrien
carcinoom) bij 37/41 laboratoria negatief
• Alleen clone “anders” kleurt alle stansjes
(3/41)
• 2/41 niet koken: zwakke aankleuring
Conclusievragen
• Weefsel 3 (pancreas): goed gedifferentieerd
neuroeondocriene tumor (NET graad 1)
• Weefsel 4 (ovarium): carcinoid/goed gedifferentieerde
neuroendocriene tumor
• Weefsel 5 (meta longca): kleincellig carcinoom
• Weefsel 6 (schildklier): medullair schildkliercarcinoom
• Weefel 7 (long): grootcellig neuroendocrien carcinoom
Conclusie
• Over het algemeen goede, soms
wisselende aankleuring van neuroendocriene tumoren door:
– Verschillende markers (chromogranine A,
synaptofysine, CD56)
– Verschillende clonen van deze verschillende
markers
Download