omgev¡ngsd¡enst HAAGLANDEN Zaaknummer 00476533 Ons Kenmerk Datum oDH-2017-00025199 1 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag I APR, ?OI7 T (070)2189902 E [email protected] I www.odh.nl Onderwerp Opdracht ex artikel3.18, eerste lid, Wet natuurbescherming om de plaatselijke omvang van de populatie van de vos op of nabij schadelocaties in de provincie Zuid-Holland te beperken. Besluit Wijbesluiten in afwijking van het bepaalde in artikel 3.10, eerste lid van de Wet natuurbescherming een opdracht ex artikel 3.18, eerste lid van de Wet natuurbescherming ter beperking van de plaatselijke omvang van de populatie van de vos op of nabij schadelocaties in de provincie Zuid-Holland te geven aan: a. de jachthouder in zijn jachtveld; b. personen met schriftelijke toestemming c. d. il van de jachthouder, mits de jachthouder lid is van de wildbeheereenheid; leden van de wildbeheereenheid; personen in het gezelschap van de onder a, b ofc bedoelde personen; dat bij de uitvoering van deze opdracht gebruik kan worden gemaakt van de middelen: geweren, honden (geen lange honden), kastvallen en vangkooien; lll. lV. de voorschriften 1. tot en met 3. te verbinden aan deze opdracht; dat deze opdracht geldig is tot 15 augustus 2017 Onderteken¡ng Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor ing. L. an Hoofd ng & Vergunningverlening Milieu van de Omgevingsdienst Haaglanden Rechtsmiddelen Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wijop de desbetreffende tekst in het begeleidende schrijven. omgevingsdienst HAAGLANDEN VOORSCHRIFTEN 1 . Alle personen die aanwezig zijn bij een bestrijdingsactie dienen op de hoogte te zijn van de inhoud van dit besluit. 2. Bestrijding mag alleen plaatsvinden met toestemming van de grondgebruiker van de betreffende gronden. 3. De op basis van dit besluit gedode vossen moeten worden geregistreerd in het registratiesysteem van de Faunabeheereenheid Zuid-Holland (Dora). 214 omgev¡ngsd¡enst HAAGLANDEN OVERWEGINGEN Aanleiding Wij besluiten over te gaan tot het geven van een opdracht ex artikel 3.18, eerste lid, van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) om de plaatselijke omvang van de populatie van de vos op of nabij schadelocaties in de provincie Zuid-Holland te beperken. Deze opdracht dient ter vervanging van de Iandelijke vrijstelling die (tijdelijk) niet gebruikt kan worden door het ontbreken van een goedgekeurd faunabeheerplan. Toetsingskader en grondslag beschikking Op grond van artikel 3.10, eerste lid Wnb is het verboden om in het wild levende zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen, dagvlinders, libellen en kevers van de soorten, genoemd in de bijlage, onderdeelA, bijde Wnb, opzettelijk te doden of te vangen. De vos staat op de genoemde bijlage. Op grond van artikel3.18, eerste lid Wnb, kunnen Gedeputeerde staten aan faunabeheereenheden of wildbeheereenheden, aan andere samenwerkingsverbanden van personen, of aan personen opdracht geven om, in afrruijking van het bepaalde bij of krachtens artikel 3.10, eerst lid, Wnb, de omvang van een bij de opdracht aangeduide populatie van dieren te beperken. Deze opdracht kan worden verleend voor de redenen, genoemd in artikel 3.17, eerste lid, onderdelen b en c van de Wnb. Artikel 3.10, tweede lid, Wnb is overeenkomstig van toepassing op de opdracht. Dit betekent onder meer dat de opdracht alleen kan worden verleend als er geen andere bevredigende oplossing bestaat, een of meer belangen worden gediend en de maatregelen niet leiden tot een verslechtering van de staat van instandhouding van de desbetreffende soort. Beoordeling Belang, andere bevredigende oplossing en staat van instandhouding Op grond van artikel 3.15, eerst lid, van de Wnb kunnen bijalgemene maatregel van bestuur dieren als bedoeld in artikel 3.10, eerste lid van de Wnb worden aangewezen, die niet in hun voortbestaan worden bedreigd of dat gevaar lopen, en die in het gehele land schade veroorzaken. Uit artikel 3.1 Besluit natuurbescherming volgt dat de vos een soort is als bedoeld in artikel3.15, eerste lid van de Wnb. Voor de dreiging van schade, de staat van instandhouding en de afwezigheid van andere bevredigende oplossingen verwijzen wij naar de beoordeling van de Staatssecretaris bij het plaatsen van de vos op de landelijke vrijstellingslijst. ln de Nota van Toelichting bij het Besluit natuurbeschermingl wordt dit toegelicht. Zo blijkt uit genoemde toelichting dat de schade die vossen veroorzaken bestaat uit predatie van kippen, ganzen, eenden, konijnen en lammeren in buitenrennen; daarnaast brengen zijziekten over, zoals hondsdolheid en de vossenlintworm. De belangrijkste door de vos veroorzaakte schade betreft de fauna. Predatie door vossen van weidevogels heeft een negatieve invloed op de populatieontwikkeling van deze vogels. De stand van de weidevogels, met name die van de grutto, is in Nederland al zeer kwetsbaar en gaat de laatste jaren sterk achteruit. Tenslotte blijkt uit de toelichting dat de vos niet in zijn voortbestaan wordt bedreigd en er, gezien de kenmerken van vossen en de omvang van de populatie, geen andere bevredigende oplossingen bestaan om de schade te voorkomen. De vos is in Zuid-Holland een algemeen voorkomende soort, met uitzondering van Goeree-Overflakkee. Voor wat betreft de schadedreiging in Zuid-Holland merken wij het volgende op. De opdracht wordt verleend ten behoeve van het voorkomen van schade aan de wilde flora en fauna; ernstige schade aan met name de gewassen, veehouderij, bossen, visgronden, wateren of andere vormen van eigendom, maar ook ter voorkoming van schade of overlast, met inbegrip van schade aan sportvelden, schietterreinen, 1 Staatsblad 2016 383, pag. 68 e.v 314 omgevingsdienst HAAGLANDEN industrieterreinen, kazernes, of begraafplaatsen. Voor effectieve bestrijding kan het nodig zijn om ook in de nabijheid van de schadelocaties vossen te doden. Deze (potentiële) schadelocaties komen verspreid in de gehele provincie Zuid-Holland voor. Gelet daarop concluderen wij dat de landelijk vastgestelde dreiging van schade ook geldt voor Zuid-Holland. Middelen en methoden Op grond van artikel 3.25, eerste lid, van de Wnb dienen, bij het geven van een opdracht, de middelen te worden aangewezen die voor het vangen en doden worden gebruikt. Bij de plaatsing van de vos op de landelijke vrijstellingslijst heeft de Staatssecretaris bepaald welke middelen er geschikt zijn en gebruikt mogen worden. Bij deze opdracht sluiten wij hierbij aan, zij het dat de door de Staatssecretaris opgestelde lijst een gezamenlijke lijst voor zowel het konijn als de vos betreft. Voor deze opdracht hebben we de lijst met middelen beperkt tot de middelen die voornamelijk worden toegepast bü de bestrijding van vossen, namelijk geweren, honden (niet zijnde lange honden), kastvallen en vangkooien. Uitvoering Op grond van artikel 3.18, eerste lid van de Wnb kunnen wij aan faunabeheereenheden of wildbeheereenheden, aan andere samenwerkingsverbanden van personen, of aan personen opdracht geven. We geven de volgende personen opdracht de plaatselijke omvang van de populatie van de vos te beperken: a. de jachthouder in zijn jachtveld; b. personen met schriftelijke toestemming van de jachthouder, mits de jachthouder lid is van de wildbeheereenheid; c. leden van de wildbeheereenheid; d. personen in het gezelschap van de onder a, b of c bedoelde personen. Deze personen zijn verplicht de op basis van dit besluit gedode vossen te registreren in het registratiesysteem van de Faunabeheereenheid Zuid-Holland (Dora). Samenhangende besluiten Er kunnen nog andere bepalingen van kracht zijn, op grond waarvan vergunningen, toestemmingen, ontheffingen of meldingen benodigd zijn om deze opdracht te kunnen uitvoeren. Die mogelijkheid geldt bijvoorbeeld voor de vergunning op grond van de Wet natuurbescherming in het kader van de gebiedenbescherming (Natura 2000). Hiervoor zijn wij bevoegd gezag. Gonclusie Op grond van het vorenstaande kan worden geconcludeerd dat de opdracht voor de plaatselijke beperking van de populatie vossen ter voorkoming van schade of overlast kan worden gegeven. 414