LEERSTOF BIOLOGIE 2e semester BIOCHEMIE: wat te kennen? Zie handboek pp. 31 – 37 1.2.1: de sachariden of suikers: betekenis, de begrippen met voorbeelden en kunnen herkennen van geziene en ongeziene figuren: monosachariden, hexosen, pentosen, disachariden, polysachariden, 1.2.2: eiwitten of proteïnen: betekenis, aminozuren, dipeptiden, polypeptiden, kunnen herkennen van geziene en ongeziene figuren, structuur (primair, secundair, tertiair, quaternair) 1.2.3: vetten of lipiden: betekenis, verzadigde, (mono-, poly-)onverzadigde vetzuren, kunnen herkennen van geziene en ongeziene figuren, verwante structuren: fosfolipiden, steroïden ENZYMEN: wat te kennen? Zie handboek pp. 47 – 49: 1.2 enzymen 1.2.1: de naam “biokatalysatoren” en de naamgeving van enzymen, niet het voorbeeld van waterstofperoxide 1.2.2: de bouw 1.2.3: de werking, niet het voorbeeld van vitamine B1 1.2.4: factoren die de enzymwerking beïnvloeden KERNZUREN: wat te kennen? nota’s over DNA + replicatie van DNA nota’s over RNA + transcriptie van DNA CELDELING: wat te kennen? nota’s over chromosomen nota’s over de celcyclus nota’s over mitose nota’s over meiose zie ook boek p. 97 – 98 zie ook boek p. 98 zie afbeelding in boek p. 107 zie afbeelding in boek p. 107 STOFWISSELING IN CELLEN (ENERGIEWINNING): wat te kennen? nota’s biosociale problematiek: roken: nota’s