Procentuele verandering • 90 – 80 = absoluut: 10 • 10 van de 80 = 0,125 = 12,5% = Δ 12,5 • (Nieuw-Oud)/ Oud Elasticiteit = gevoeligheid. Algemene formule: Elasticiteit = procentuele verandering gevolg gedeeld door Procentuele verandering oorzaak; Bijvoorbeeld: oorzaak: prijs gaat met 10% omhoog, gevolg: vraag daalt met 5%. de elasticiteit is dan -5/ +10= = -0,5 Δ -5 Δ +10 met hoeveel % het gevolg verandert als de oorzaak met 1% verandert. Prijselasticiteit Δ gevolg/ Δ oorzaak prijselasticiteit (Evp) := Δ afzet/ Δ prijs voorbeeld: oorzaak: prijs gaat met 10% omhoog, gevolg: vraag daalt met 5%. de elasticiteit is dan -5/ +10= = -0,5 Dit product is prijsongevoelig/inelastisch <- -1: prijsgevoelig/elastisch -1 en 0: prijsongevoelig/elastisch >0: status Kruiselingse prijselasticiteit (= Ek): welke invloed een (%) prijsverandering van goed ‘y’ heeft op de gevraagde hoeveelheid van goed ‘x’. Ek = %qvx %py Mogelijkheden: a) Substitutiegoederen: b) Complementaire goederen: c) Overige: Uitkomst: Ek = positief Goederen die elkaar kunnen vervangen. Bijv.: boter en margarine Goederen die elkaar Ek = aanvullen. negatief Bijv.: shag en vloeitjes Goederen die geen relatie met Ek = 0 elkaar hebben. Bijv.: vis en fietsen Inkomenselasticiteit (= Ei): Ei = % Δ vraag / % Δ inkomen Stel: inkomen stijgt met 10%, Q stijgt met 5% Ei = 5/10 = 0,5 Product is vraag inelastisch met het inkomen. Elasticiteiten en soorten goederen: Uitkomst: Soort goed: Prijselasticiteit v.d. vraag (= Epv) negatief normale goederen positief statusartikelen Kruiselingse prijselasticiteit (= Ek) negatief complementaire goederen positief substitutiegoederen nul goederen zonder relatie negatief inferieure goederen positief elastisch luxe goederen positief inelastisch noodzakelijke goederen Inkomenselasticiteit (= Ei) Meer info en uitleg: http://www.economiehulp.nl/elasticiteit