Paarden: vrijdag 29 April Osteochondrose is een aandoening die zich ontwikkeld bij jonge dieren. Een veulen wordt geboren met vrij dik en zacht kraakbeen in de gewrichten. In het eerste levensjaar vindt een transformatie plaats van dit jonge kraakbeen naar kraakbeen dat geschikt is voor de belasting gedurende de rest van het paardenleven. Tijdens deze belangrijke groeifase kan een storing optreden en dit kan resulteren in osteochondrose (OC). Bij OC is het kraakbeen afwijkend van dikte, samenstelling en kan zelfs los liggen van het onderliggende bot. Het is gebleken dat diverse factoren van invloed zijn op de ontwikkeling van OC te weten: erfelijkheid; belasting; voeding. OC kan voorkomen in alle gewrichten maar wordt met name gezien in de sprong; knie en kogel. Omdat we bewust zijn van het voorkomen van OC worden veel paarden op jonge leeftijd gescreend middels een röntgenologisch onderzoek. OC kan symptoomloos aanwezig zijn maar ook is het mogelijk dat één of meerdere gewrichten zich overvuld tonen en in uitzonderingsgevallen geeft het een kreupelheid. Afhankelijk van de ernst en de locatie van OC zijn diverse behandelingen mogelijk. Kleine laesies kunnen probleemloos blijven zitten zonder chirurgisch ingrijpen. In principe wordt geadviseerd om losse OC fragmenten te opereren op jonge leeftijd maar niet jonger dan 1 jaar. Dit laatste is omdat OC nog volop kan veranderen gedurende het eerste levensjaar. Het kan zich dus uitbreiden maar zeker ook verkleinen. Als OC nog aanwezig is na het eerste levensjaar wordt geadviseerd om zeker losse fragmenten kraakbeen van enige afmeting te verwijderen, daarnaast kunnen kraakbeen laesies glad worden gemaakt zodat het gewricht in de toekomst minder irritatie ondervindt. Met name losse fragmenten kunnen in de loop van het leven het overige kraakbeen beschadigen met uiteindelijk blijvende gewrichtsschade en kreupelheid als gevolg. De operatie methode die op dit moment meestal wordt gebruikt Abstracts European Veterinary Conference Voorjaarsdagen 2011 is de arthroscopie. Dit is een kijkoperatie waarbij met een camera het gewricht kan worden geïnspecteerd. Met een tweede opening de zogenaamde werkopening of arthrotomie kan met speciaal instrumentarium het kraakbeen worden behandeld of eventueel aanwezige fragmenten worden verwijderd. Door het gebruik van de camera is het mogelijk om het gewricht goed te beoordelen maar bovenal is het mogelijk om via zo klein mogelijke openingen het gewricht te benaderen. Dit is een voordeel voor de revalidatie en geeft een zo klein mogelijk litteken. De prognose voor de toekomst als rijpaard met een OC is afhankelijk van diverse factoren zoals welk gewricht, hoeveel gewrichten, de uitgebreidheid van de laesie en de eventuele schade die een fragment al heeft aangebracht in het gewricht. Daarnaast is de prognose natuurlijk ook afhankelijk van het gebruiksdoel van het paard. Artrose In tegenstelling tot osteochondrose is artrose een aandoening die voornamelijk voorkomt bij het oudere paard. Dit is zeker niet absoluut maar artrose ontstaat door slijtage van het kraakbeen en hoe ouder het paard is hoe meer slijtage zal optreden. Door (over) belasting van het gewricht ontstaat er een ontsteking in het gewricht wat uiteindelijk het kraakbeen aantast. Kraakbeen van een gezond gewricht kenmerkt zich tot een glad glanzend oppervlak waardoor het gewricht zich goed bijna wrijvingsvrij kan bewegen. Daarentegen is het kraakbeen van een artrotisch gewricht niet glad en glanzend maar ruw, dof en soms is het kraakbeen zelfs volledig verdwenen. Artrose kan in alle gewrichten voorkomen en het exacte ontstaansmechanisme is nog steeds niet geheel duidelijk. Trauma, langdurige overbelasting, erfelijkheid, afwijkende stand en mogelijk de voeding spelen in ieder geval een meer of minder belangrijke rol bij de ontwikkeling van artrose. Enkele kenmerkende symptomen voor artrose zijn overvuld gewricht; stijf bij aanvang van de arbeid tot zelfs kreupelheid, vaker struikelen en een kortere gang, verminderde halsbewegelijkheid. Enkele belangrijke gewrichten waar artrose op kan treden zijn hoef-, kroon-,koot- en spronggewricht of de gewrichten tussen de halswervels. 1 CHAPTER 5 Osteochondrose en artrose bij pa a r d e n : ‘j e u g d z i e k t e v e r s u s o u d e r d o m s k wa a l ? ’ Dr. M.. R. van der Harst, Specialist Chirurgie paard. Dierenhospitaal de Visdonk, Roosendaal. De diagnose klinische artrose wordt gesteld door een volledig kreupelheidonderzoek. Het belangrijkste hierbij is het klinisch onderzoek in combinatie met locale verdovingen. Vervolgens kan er gekozen worden voor diverse aanvullende onderzoeksmethodes zoals: röntgenfoto’s, echografie en soms zelfs de modernere technieken als de scintigrafie, MRI, CT scan en onderzoek van gewrichtsvloeistof. De behandeling van paarden met artrose is divers en onder te verdelen in 3 onderdelen: (tijdelijk) aangepaste beweging; (orthopedisch) beslag en medicamenteus. De prognose voor paarden met artrose is afhankelijk van de ernst, locatie en het gebruiksdoel. Maar in samenwerking met eigenaar, hoefsmid en dierenarts hoeft de carrière van het paard veelal niet beëindigd te worden! 2 Abstracts European Veterinary Conference Voorjaarsdagen 2011