Plastische chirurgie Liften van de bovenarm www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Wanneer is een ingreep zinvol? ......................................................... Welke operaties zijn er mogelijk? . ..................................................... Plaatselijke vetophoping ............................................................... Gering huid- vetoverschot ............................................................. Uitgebreider huid- vetoverschot ................................................... Zijn er alternatieven voor een operatie? ............................................ Belangrijke aandachtspunten ............................................................. Voorbereiding op de operatie ............................................................ Pre-operatieve screening .............................................................. De opname ......................................................................................... Hoe verloopt de operatie? ................................................................. Pijn ................................................................................................ Risico’s en complicaties ...................................................................... Bloeding ........................................................................................ Gevoelsstoornissen ....................................................................... Beschadiging van de lymfevaten ................................................... Infecties ......................................................................................... Verstoorde wondgenezing . ........................................................... Contouronregelmatigheden en asymmetrie ................................. Trombose . ..................................................................................... Leefregels na ontslag .......................................................................... Wanneer neemt u direct contact op .................................................. Verhinderd........................................................................................... Vragen................................................................................................. Contactgegevens ................................................................................ Patiëntenvoorlichting: [email protected] PLA009 / Liften van de bovenarm / 10-11-2015 2 3 3 3 3 4 4 4 5 5 5 6 6 7 7 7 7 7 7 7 7 8 8 8 8 9 Liften van de bovenarm U heeft met de plastisch chirurg gesproken over de mogelijkheid om de bovenarm te liften. Tijdens deze operatie wordt overtollig vet en overtollige huid verwijderd. In deze folder leest u welke operaties er mogelijk zijn en hoe dat in zijn werk gaat. Houdt er rekening mee dat de situatie voor u anders kan zijn dan hier is beschreven. Als dat zo is, dan informeert de plastisch chirurg u hierover. Wanneer is een ingreep zinvol? Na een lange periode van overgewicht en door ouder worden verliest de huid zijn elasticiteit. Hierdoor kan aan de bovenarmen een huidoverschot ontstaan waar u last van kunt hebben. Als het huidoverschot bij u ontstaan is na afvallen en u wilt nog meer afvallen, dan adviseren wij u om de operatie uit te stellen en uw gewicht minimaal twaalf maanden stabiel te houden. Welke operaties zijn er mogelijk? De mogelijkheden zijn afhankelijk van uw persoonlijke situatie. Een van de onderstaande situaties kan voor u van toepassing zijn: Plaatselijke vetophoping Als er sprake is van plaatselijke vetophoping aan de bovenarmen, zonder verlies van huidelasticiteit, dan kan liposuctie een contourverbetering geven. Gering huid- vetoverschot Heeft u aan de onderzijde van de bovenarm een gering huidvetoverschot en een gering elasticiteitsverlies? Dan geeft liposuctie in combinatie met het verwijderen van huid en vet in de oksel een contourverbetering. Het verwijderen van de huid gebeurt met een maanvormige snede. Het litteken na de operatie is een rechte streep in uw oksel. Deze operatie heet axillaire brachioplastiek. 3 Uitgebreider huid- vetoverschot Als het huid- vetoverschot uitgebreider is, dan moet ook de omtrek van de bovenarm verkleind worden. Dit kan bereikt worden door een combinatie van: • liposuctie; • verwijderen van huid in de oksel; • verwijderen van huid tussen de oksel en de elleboog. Het uiteindelijke litteken heeft een T-vorm. Hoe lang het litteken van uw oksel richting uw elleboog loopt, is afhankelijk van de hoeveelheid huid dat verwijderd wordt. Deze operatie heet we een T-vormige brachioplastiek. Als u ook veel huid- en vetoverschot op uw borstkast heeft, dan is het mogelijk om dit tegelijk te laten verwijderen. Het litteken wordt dan een streep die van de elleboog tot aan de zijkant van uw borstkas loopt. Deze operatie heet een verlengde L-vormige brachioplastiek. Bij sommige patiënten is het mogelijk om deze operatie te combineren met het liften van de borsten. In dat geval loopt het littekendeel, dat zich aan de zijkant van uw borstkast bevindt, over in het litteken dat onder uw borsten ontstaat. Of deze ingreep bij u gecombineerd kan worden, hangt ook af van de goedkeuring door uw zorgverzekeraar. Zijn er alternatieven voor een operatie? Er is figuurondersteunende kleding te koop dat een kleine bijdrage kan leveren aan contourverbetering. Belangrijke aandachtspunten Roken heeft een zeer negatieve invloed op de wondgenezing. Als u rookt, dan moet u minimaal zes maanden stoppen met roken: drie maanden voor de operatie tot minimaal drie maanden na de operatie. Als u dat niet doet, dan opereren wij u niet. In overleg met de plastisch chirurg moet u een compressiepak (drukpak) bestellen dat u na de operatie draagt. Dit pak geeft u ondersteuning tijdens uw herstel. 4 Voorbereiding op de operatie Pre-operatieve screening U wordt geopereerd en bent daarom doorverwezen naar de polikliniek Pre-operatieve screening. Op deze polikliniek bekijkt de anesthesioloog of de operatie voor u extra gezondheidsrisico's met zich meebrengt. Dit noemen we pre-operatieve screening. Tijdens dit gesprek komen een aantal onderwerpen aan bod. Dit zijn onder ander de soort verdoving (anesthesie) en pijnstilling. Ook bespreekt u waarop u moet letten met eten, drinken en roken op de dagen rondom de operatie. Daarnaast maakt u afspraken over hoe u op die dagen uw medicijnen gebruikt. Dit geldt ook voor bloedverdunners. Bespreek het gebruik van bloedverdunners ook altijd met uw behandelend arts. Als u medicijnen gebruikt, neem dan een actueel medicijoverzicht of medicijnpaspoort mee. Op de polikliniek Pre-operatieve screening kunt u zonder afspraak terecht. U kunt ook een afspraak maken. De polikliniek is telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 08.15 en 16.30 uur via telefoonnummer 040 - 239 85 01. Meer informatie over pre-operatieve screening en verdoving vindt u in de folder 'Anesthesie'. De opname Op de afgesproken dag en tijd meldt u zich op de afdeling die met u is afgesproken. U wordt ontvangen door een verpleegkundige. De verpleegkundige wijst u de weg op uw kamer, bespreekt alle gegevens met u en meet uw temperatuur, polsslag en bloeddruk. U krijgt een injectie om bloedstolsels in de bloedbaan (trombose) te voorkomen. Soms is het nodig om bloed af te nemen, bijvoorbeeld als u bloedverdunners gebruikt. De verpleegkundige geeft u een operatiehemd en een polsbandje met uw naam en geboortedatum. Als u aan de beurt bent, rijdt de verpleegkundige u in uw bed naar de voorbereidingskamer van de operatiekamers. Hier neemt een operatiekamermedewerker de zorg voor u over. 5 Hoe verloopt de operatie? Vlak voor de operatie kan het zijn dat de plastisch chirurg op uw lichaam een tekening maakt (het operatieplan). Deze tekening geeft aan hoe de operatie gaat verlopen. Dit is nodig om een zo goed mogelijk resultaat van de ingreep te kunnen krijgen. Als de tekening klaar is, wordt die gefotografeerd. De foto van de tekening op uw lichaam wordt uiteindelijk opgeslagen in uw medisch dossier en valt dan ook onder het medisch geheim. De operatie vindt plaats onder narcose. Voordat u geopereerd wordt tekent de arts het teveel aan huid en vet af. Als het nodig is wordt het operatiegebied geschoren. De operatie duurt ongeveer twee uur. Als de borsten ook gelift worden, dan duurt de operatie langer. Als u wakker wordt, heeft u een drukkend verband om de armen. Dit zorgt ervoor dat wondvocht zich niet ophoopt. Soms wordt er een drain (een dun slangetje) in de wond achtergelaten om overtollig wondvocht af te voeren. Op de tweede dag controleert uw arts de wond en wordt het verband verschoond. Na één week mag dit verband worden vervangen door een drukpak of ander drukkend materiaal. De plastisch chirurg bespreekt met u welk drukkend materiaal voor u het meest geschikt is. Als er geen complicaties zijn, dan kunt u na twee dagen naar huis. Als u naar huis gaat krijgt u een afspraak voor een controlebezoek bij de plastisch chirurg. Deze controle is na twee weken. Bij vragen kunt u vanzelfsprekend ook eerder contact opnemen. Pijn Tegen de pijn heeft de anesthesioloog pijnstillers voorgeschreven. De pijn en het strakke gevoel bij de wond nemen meestal binnen enkele dagen af. 6 Risico’s en complicaties Bloeding Tijdens of na de operatie kan er een er bloeding of nabloeding ontstaan. Het drukverband helpt dit te voorkomen. Bij een forse nabloeding wordt u opnieuw geopereerd om de bloeding te stelpen. Zelden is het nodig daarvoor een bloedtransfusie te geven. Gevoelsstoornissen In het geopereerde gebied kunnen gevoelsstoornissen ontstaan. Deze verdwijnen meestal binnen enkele maanden. Beschadiging van de lymfevaten Soms raken de grote lymfevaten beschadigd. Als dit gebeurt, dan kan dit tot een langdurige zwelling van het geopereerde gebied leiden en wordt de afscheiding van wondvocht versterkt. Infecties Een infectie merkt u aan: • toename van pijn; • koorts boven 38°C; • zwelling. De wond moet dan altijd door een arts bekeken worden. Verstoorde wondgenezing Wondgenezingsstoornissen kunnen tot een trager herstel en bredere littekens leiden. Contouronregelmatigheden en asymmetrie Na de operatie kunnen kleine contouronregelmatigheden en asymmetrie optreden. Als het nodig is dan kan dit op een later tijdstip met een kleine operatie verbeterd worden. Trombose Bij operaties waarbij u tijdelijk veel rust moet houden, kan er een bloedstolsel (trombose) in de benen ontstaan en in zeldzame gevallen 7 kan er een longembolie optreden. Om dit te voorkomen krijgt u voor en na de operatie injecties tegen trombose. Leefregels na ontslag • Gedurende de eerste twee tot drie weken na de operatie moet u rust houden. Dit betekent dat u zo min mogelijk met uw armen doet. • U doet geen boodschappen en u kunt niet werken. • Bezigheden als wassen, aankleden en iets te eten maken kunnen wel. • De compressiekleding draagt u gedurende zes tot acht weken. • Gaat u zonnebaden? Bescherm uw litteken dan de eerste zes maanden met een sunblokker. • Als de genezing voorspoedig verloopt dan mag u na acht weken weer sporten. Bespreek met uw arts wanneer u weer kunt gaan werken. Wanneer neemt u direct contact op • Bij snel toenemende pijn; • als de wond gaat bloeden; • als u een acute zwelling krijgt; • bij koorts boven 38,5°C; • als u het benauwd krijgt; • bij plotselinge pijn in de onderbenen. In deze gevallen belt u tijdens kantooruren met de polikliniek Plastische chirurgie. Buiten kantooruren belt u met de Spoedeisende Hulp (SEH). Verhinderd Kunt u niet naar een afspraak komen? Meld dit dan zo snel mogelijk bij de polikliniek Plastische chirurgie. Er kan dan een andere patiënt in uw plaats komen. Vragen Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de polikliniek Plastische chirurgie. 8 Contactgegevens Catharina Ziekenhuis Telefoon 040 - 239 91 11 www.catharinaziekenhuis.nl Spoedeisende Hulp 040 - 239 96 00 Polikliniek Plastische chirurgie 040 - 239 71 20 Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Plastische chirurgie kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/plastische-chirurgie 9 10 11 Altijd als eerste op de hoogte? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief: www.catharinaziekenhuis.nl/nieuwsbrief Michelangelolaan 2 – 5623 EJ Eindhoven Postbus 1350 – 5602 ZA Eindhoven