Voorbereidende opgaven – Stoomcursus

advertisement
Voorbereidende opgaven – Stoomcursus
Tips:



1
Maak de volgende opgaven het liefst voorin in één van de A4-schriften die je
gaat gebruiken tijdens de cursus.
Als een som niet lukt, werk hem dan uit tot waar je kunt en laat het voor de rest
rusten.
Uiteraard mag je Binas en een rekenmachine gebruiken.
Stofeigenschappen
Vul de tabel in door de volgende opdrachten uit te voeren:
1.
2.
3.
4.
5.
MICRO
Maak een schets van het rooster van de stof.
Geef aan wat voor type bindingen moleculaire stoffen bevatten en geef aan of
deze sterk, matig of zwak zijn.
Geef aan of de stof een hoog of laag kookpunt heeft en waarom.
Geef aan wat de voorwaarden zijn voor stroomgeleiding en geef van elke soort
stof aan of deze stroom geleid.
Geef van elke soort stof aan of en waarin deze oplost.
Metalen (vb Fe0)
Zouten (vb NaCl)
Moleculaire stoffen (vb H2O)
Opgebouwd uit
Rooster
metaal
+ metaalkern
- vrije eleketronen
metaalrooster
metaal + niet-metaal
+ metaalion
- niet-metaalion
ionrooster
niet-metaal
moleculen, die bestaan uit niet
metaal-atomen
molecuulrooster
Bindingen
metaalbinding = sterk ionbinding = sterk
Herkennen
in de moleculen:
tussen de moleculen
1.
2.
3.
MACRO Smelt/kookpunt
Stroomgeleiding
a.
b.
Oplosbaarheid
Scheikunde voorbereidende opgaven
1
© SSL 2017
2
Wat moet de waarde van x zijn in de volgende formules?
Laat steeds zien hoe je aan je antwoord komt, door de formules over te nemen en de
ladingen van de ionen aan te geven. Let op: soms zijn er meerdere mogelijkheden.
3
a.
Na(OH)x
b.
CuxO
c.
Ca(NH4)2(PO4)Fx
d.
FexAl4(SO4)3(OH)12 (2 mogelijkheden)
Deze opgave gaat over de volgende reactie:
2 Na + 3 N2 → 2 NaN3
4
a.
Hoeveel mol N2 kan maximaal reageren met 2,0 mol Na?
b.
Hoeveel gram N2 kan maximaal reageren met 2,0 gram Na?
c.
Hoeveel liter N2 kan maximaal reageren met 2,0 gram Na (298 K, p = p0)?
HCl is een zuur. Als je het oplost in water, reageert HCl met H2O.
a.
Schrijf de reactievergelijking op.
In Binas-tabel 49 kun je vinden dat HCl een sterk zuur is.
Stel, we lossen 0,5 mol HCl op in 2,0 liter water.
5
b.
Wat wordt dan de pH?
c.
Is de pH hetzelfde als je 0,5 mol HF oplost in 2,0 liter water? Zo nee, is deze hoger of
lager? Leg je antwoord uit (zonder extra berekening).
Als chloorgas wordt toegevoegd aan vast natrium treedt er een redoxreactie op. Chloorgas
is hierbij de oxidator en natrium de reductor. Geef de reactievergelijking van de volledige
redoxreactie van chloorgas en vast natrium. Maak voor deze opgave gebruik van Binastabel 48.
Tip: schrijf eerst beide halfreacties op.
6
De stof propaanzuur kan reageren met de stof ethanol.
a.
Geef beide stoffen weer in structuurformules. Schrijf hierbij alle H’tjes helemaal uit.
b.
Als je deze stoffen bij elkaar voegt treedt er een veresteringsreactie op waarbij de
zuurgroep reageert met de alcoholgroep. Geef deze reactie.
Scheikunde voorbereidende opgaven
2
© SSL 2017
Download