Aantekening Activum en Passivum Algemeen In het Nederlands kennen wij het onderscheid tussen de bedrijvende en lijdende vorm van het werkwoord. In het Latijn (en Grieks) noemen wij dit actief en passief. Deze woorden laten direct zien wat er wordt bedoeld: - actief: het subject van de zin doet iets Vb. de jongen zoekt - passief: het subject van de zin ondergaat iets Vb. de jongen wordt gezocht Bij een lijdende of passieve vorm: - staat altijd een vorm van ‘worden’, óf (als het er niet staat): - kun je altijd een vorm van ‘worden’ bij denken. Oefening A Geef van de volgende zinnen aan of ze actief of passief zijn: 1. de jongen geeft het boek - ……………………………… 2. het boek wordt gegeven - ……………………………… 3. het meisje heeft de fiets gezien - ……………………………… 4. het meisje is gezien - ……………………………… 5. de fiets werd gisteren opgehaald - ……………………………… 6. de jongens zijn al geroepen - ……………………………… Overzicht werkwoord Latijn Praesens Actief voco Praesen Passief ‘ik roep’ ‘ik word geroepen’ vocas vocat vocamus vocatis vocant Imperfectum Actief vocabam Imperfectum Passief ‘ik riep’ ‘ik werd geroepen’ vocabas vocabat vocabamus vocabatis vocabant Perfectum Actief vocavi ‘ik heb geroepen’ Perfectum Passief vocatus sum vocavisti vocatus es vocavit vocatus est vocavimus vocati sumus vocavistis vocati estis vocaverunt vocati sunt ‘ik ben geroepen (geworden)’