Hindoeïsme Het Hindoeïsme is een bekend geloof, zo'n 15% van de wereldbevolking gelooft in het hindoeïsme. Het hindoeïsme kent verschillende goden. Deze goden zijn allemaal gedaantes van één God, Braham. Die gedaantes worden door de Hindoes vereerd. De belangrijkste drie gedaantes zijn: Brahma, Vishnu en Shiva. Brahma is de schepper van het heelal. Hij heeft 4 hoofden die alle vier een windrichting opkijken. Vishnu is, met z'n vier armen, de beschermer van de wereld. Hij is vriendelijk en vertoont zich weer in tien verschillende gedaantes aan de mensen. Krisna is één van de populairste verschijningen van Vishnu. Shiva is de onaardigste van de drie. Hij gaat over iemands dood en bepaalt hoe die weer terug op aarde komt." Het hindoeïsme kent veel heilige boeken die duizenden jaren oud zijn. De oudste zijn de vier Veda's. Veda betekent 'weten'. In de Veda's staan verhalen over de goden en wijze lessen met allerlei regels hoe Hindoes moeten leven. Meestal zijn ze geschreven in de vorm van een gedicht of een lied. Voordat de boeken werden geschreven, vertelden de mensen de verhalen aan elkaar door. Ze deden dat in het Sanskriet, een oude taal uit de buurt van India. Dat is dan ook de taal waar de boeken in zijn geschreven Hindoes kunnen in de tempel bidden of thuis bij het huisaltaar. Op het huisaltaar staan verschillende beeldjes of plaatjes van de goden. Meestal staan er bloemen bij en ligt er fruit. Iedere ochtend gaat moeder als eerste naar deze plaats. Ze steekt dan een olielampje aan of een zoet ruikend staafje wierook. Daarna komen de anderen om te bidden. De tempel van de Hindoes heet een Mandir. In India kun je iedere dag naar de Mandir. Als je de tempel binnenkomt moet je netjes je schoenen uittrekken. Dat is om respect voor hun god te laten zien. Bij de ingang hangt ook een bel. Door deze te luiden, laten de gelovigen aan de goden horen dat ze er zijn. Die dienst duurt ongeveer 3 uur en bestaat uit twee onderdelen; de Puja en de preek. Tijdens de dienst is er veel muziek in de tempel. De Puja is het offerritueel. Er wordt dan eten, bloemen en gras geofferd aan de goden. Tijdens de preek leest de Pandit voor uit de heilige boeken en geeft er uitleg over. Na afloop van de dienst worden alle geofferde etenswaren uitgedeeld. In elke Hindoetempel staan een aantal beelden. In het Hindoeïsme heeft de wereld geen echt begin en ook geen echt einde Een hindoepriester (pandit) fluistert een welkomstwoord in het oor van de baby. Daarna spreekt de vader de ohm-klank uit en wenst de nieuwe hindoe toe: "Je bent geboren onder de mensen, probeer nu als mens te leven." Na 11 dagen krijgt het kind een naam. Hindoes geloven dat elk mens een ziel heeft. Hindoes noemen die ziel het atman. Hindoes geloven, dat het atman na de dood terugkeert op aarde. Het atman wordt herboren in een nieuw lichaam. Soms als mens en soms als dier. Het kan ook een godheid worden. De dood is dus niet het einde, maar een bevrijding, een nieuw begin. Een nieuw leven. In het Hindoeïsme volgen dood en geboorte elkaar steeds op. Dat wordt reïncarnatie genoemd. Kort na het overlijden wordt de dode gewassen door de familie. De pandit (priester) bidt en spreekt mantra's (heilige spreuken) uit. Enkele dagen later volgt de crematie, de verbranding van het lichaam. De ziel gaat zich nu losmaken van het aardse bestaan. Met bloemen wordt de as, liefst over de heilige rivier (de Ganges), uitgestrooid. De nabestaanden bidden voor het atman. Zij bidden vooral voor een beter nieuw leven op aarde. Reïncarnatie gebeurt niet direct na het overlijden. In de tussentijd ben je een geest, die geen rust heeft. Daarom brengen de nabestaanden offers (o.a. eten) aan de doden. Woordverklaring Sanskriet is de taal van de hogere klassen in India. Dit is al erg oud. Christendom Het christendom is het geloof van de Christenen die geloven in God en geloven dat Jezus Christus Zijn zoon was. Christenen komen bij elkaar in een kerk. Vroeger in de middeleeuwen was zo goed als iedereen gelovig, maar tegenwoordig zijn maar heel weinig jongeren dat. Een christen gelooft dat Jezus de zoon van God is en dat hij is gestorven voor onze zonden. (Zonden zijn alle dingen die je doet en die je niet had moeten doen).Hij probeert te leven volgens de regels van de bijbel. Er zijn veel christenen in de wereld. Meer dan één miljard. In Nederland is het christendom het meest voorkomende geloof. De Bijbel is het heilige boek van de christenen De bijbel bestaat uit twee delen: 1. Het Oude Testament, dat werd geschreven over een periode van vele eeuwen. 2. Het Nieuwe Testament, geschreven gedurende de eerste eeuw na Christus. De regels van het christendom die christenen volgen staan in de bijbel in het Oude en in het Nieuwe Testament (eerste & tweede deel). Bij de Christenen en de Joden heten die leefregels de Tien Geboden. Christenen bidden samen in de kerk, maar ook gewoon thuis. Ze vouwen daarbij hun handen en sluiten hun ogen. Meestal doen ze dat voor en na het eten of als ze naar bed gaan. Bidden is praten met God. In een gebed kun je God loven en prijzen, hem ergens voor bedanken, vergeving vragen voor foute dingen die je hebt gedaan, of hulp vragen voor jezelf of voor anderen. Het is één van de belangrijkste activiteiten in het leven van een christen. Er zijn geen vastgestelde regels waaraan men zich moet houden. De woorden zijn dus niet zo van belang als ons hart maar oprecht is naar God. Net als Jezus bidden christenen soms geknield, soms staand en soms met het gezicht naar de grond. Als voorbeeld om ons te leren bidden gaf Jezus het Onze Vader. De dienst in de katholieke kerk wordt ook wel mis genoemd of eucharistieviering. De pastoor leidt de dienst. Er wordt gezongen en gebeden en de pastoor leest voor uit de bijbel. Een belangrijk onderdeel is de dienst van de tafel: brood en wijn roepen de herinnering op aan het Laatste Avondmaal van Jezus. Bij de communie krijgen de gelovigen een stukje brood. Dit staat symbool voor het lichaam van Jezus Christus. Christenen geloven in de opstanding bij de terugkeer van Christus op aarde. De dood is dus niet het einde. Het is slechts het einde van het leven op aarde. De ziel van de mens leeft verder bij God. Daar is geen pijn of verdriet meer. Toch is de dood een droevige gebeurtenis. Familieleden en vrienden troosten daarom de naaste familie. Als een katholiek persoon stervende is, geeft de priester het sacrament der zieken (zalven van handen en voeten als teken van vergeving). In de katholieke kerk is een uitvaartdienst voor de dode. De priester zegt enkele gebeden. Hij spreekt over de kwaliteiten van de overledene. Hierna wordt de kist besprenkeld met heilig water en brandt er wierook bij de kist. De gelovigen bidden, dat God de overledene alles wat hij verkeerd deed, zal vergeven. De priester dankt God voor het leven, dat de overledene geleefd heeft. Ze gaan er dan ook van uit dat je na je dood -als je goed geleefd hebt en spijt hebt van de dingen die je verkeerd deed- verder leeft in een andere wereld. De katholieken noemen dat de hemel. In die hemel is al het slechte dat op aarde was, verdwenen. Daar vind je alleen nog vrede en geluk. Om er voor te zorgen dat je slechte daden, je zonden, worden vergeven, moet je regelmatig biechten. Tegenwoordig worden overleden christenen vaak gecremeerd. Vroeger werden christenen altijd begraven. Je kunt aan het graf vaak zien of iemand rijk of beroemd was. De familie verzorgt het graf meestal goed. Zij brengen bloemen naar het graf. Ze plaatsen een steen op het graf met de naam van de overledene. Vaak staat er ook een tekst op die herinnert aan de overledene. Bijlage afbeeldingen Hindoeïsme Boeddhisme Christendom Jodendom Islam Jainisme