Vrije markt bestaat uit 23 sprookjes - Rijnland

advertisement
VRIJE MARKT BESTAAT UIT 23 SPROOKJES
30/11/2010 / Marcia Luyten, Pieter Hilhorst
Ha-Joon Chang / Foto: Martijn Beekman
De vrije markt werkt niet zoals aanhangers beweren. De Zuid-Koreaanse econoom Ha-Joon Chang
ontmaskert de mythen.
De meeste mensen lezen, als ze medicijnen moeten innemen, de bijsluiter niet. Pas als ze ergens last van
krijgen, kijken ze naar de bijsluiter. De Zuid-Koreaanse econoom Ha-Joon Chang (1963) heeft een bijsluiter
geschreven voor het kapitalisme: 23 dingen die ze je niet hebben verteld over het kapitalisme. Hij stelt dat we
inmiddels zoveel last hebben van de bijwerkingen dat we er goed aan doen de bijsluiter uitgebreid te bestuderen.
In die bijsluiter staat dat veel van wat de aanhangers van de vrije markt ons doen geloven, niet waar is. Zo zijn
alle verwijten over toenemende ongelijkheid weggewuifd omdat de vrije markt tot meer economische groei zou
leiden, waardoor ook armen erop vooruit zouden gaan.
Vertraagd
Daar klopt niets van, volgens Chang. De vrije markt belemmert juist de economische groei. Sinds er in de jaren
tachtig en negentig een beleid wordt gevoerd om de markt de vrije hand te geven, is de economische groei
vertraagd. En de groei die er was, hebben de rijken zich toegeëigend. In de Verenigde Staten hebben tussen
1989 en 2006 de 10 procent rijkste Amerikanen 91 procent van de economische groei gekregen.
Het idee dat de armen van de vrije markt profiteren, is niet de enige mythe die Chang ontmaskert. Zo gelooft hij
ook niet dat we leven in een postindustriële samenleving. Dat er steeds meer mensen in de dienstensector
werken, komt niet doordat tegenwoordig alles in China wordt gemaakt, maar doordat de productiviteit in de
industrie veel sneller is gegroeid dan in de dienstensector. Voor dezelfde hoeveelheid producten zijn steeds
minder mensen nodig.
Groei
Het is dan ook een blunder van formaat te denken dat de economische groei uit de financiële of de
dienstensector kan komen. De kracht van Zweden en Finland is bijvoorbeeld dat het landen zijn met de hoogste
industriële productie per hoofd van de bevolking.
Ook het economische belang van academisch onderwijs wordt door Chang onderuit gehaald. Er is geen directe
samenhang tussen het aantal mensen dat naar de universiteit gaat en economische groei. Kijk naar de Zwitserse
paradox. Zwitserland is een van de rijkste landen ter wereld, maar het percentage leerlingen dat naar de
universiteit gaat, is er in vergelijking met andere ontwikkelde landen extreem laag.
Mythes
In zijn boek weet Chang 23 mythes te ontmaskeren. Zo is de wasmachine volgens hem voor de economie een
belangrijkere uitvinding dan het internet, want door de wasmachine zijn veel meer vrouwen gaan werken en
internet heeft nog niet zo’n structurele verandering veroorzaakt.
Het cruciale probleem van een vrije markt is volgens Chang de kortetermijnoriëntatie. ‘De oorzaak hiervan is de
onbelemmerde bewegingsvrijheid van kapitaal. Het kapitaal zwerft de wereld rond op zoek naar het maximale
rendement. Daardoor worden bedrijven gedwongen hun kortetermijnwinsten te maximaliseren. De makkelijkste
manier om dat te bereiken, is om niet te investeren, maar zoveel mogelijk kosten te besparen door werknemers te
ontslaan. Maar wie niet investeert, gaat op lange termijn ten onder. De aandeelhouders maakt dat niet uit, want zij
stoppen hun geld voor die tijd weer in een ander bedrijf.’
Afschrikwekkend
Deze kortetermijnoriëntatie wordt nog versterkt doordat bedrijven streven naar maximale aandeelhouderswaarde.
Een afschrikwekkend voorbeeld is General Motors. Deze Amerikaanse autogigant heeft in de jaren voor zijn
faillissement 20 miljard dollar besteed aan het opkopen van de eigen aandelen. Dat drijft de koers op, maar
verzwakt het bedrijf, want dat geld kan beter besteed worden aan de ontwikkeling van auto’s.
Voor Chang is het reguleren van de financiële markten niet alleen essentieel om een financiële crisis te
voorkomen, maar ook om de economische groei op lange termijn veilig te stellen. Hij wil dat nieuwe financiële
producten net zo worden behandeld als medicijnen. ‘Je moet van banken die zulke producten uitvinden eisen dat
ze bewijzen dat hun producten veilig zijn en geen schadelijke bijwerkingen hebben. Precies zoals we doen met
medicijnen.’
Ideologie
Of het nu gaat om de misère in Afrika, de baanonzekerheid in Europa of de financiële crisis, steeds wijst Chang
met een beschuldigende vinger naar de ideologen van de vrije markt. Als hun theorieën niet kloppen, hoe komt
het dan toch dat zoveel mensen blijven geloven dat een vrijemarktpolitiek goed is voor de economie? ‘Dat komt
doordat die ideeën mensen met geld en macht goed uitkomen.’
Is het zo simpel? Worden we massaal bedot? ‘Dat is de kracht van de ideologie. Mensen zijn gaan geloven dat
we vroeger leefden in een wereld met hoge inflatie, lage groei en luie werknemers. Maar ze zien niet dat we nu
zijn beland in een wereld waar de inflatie weliswaar laag is, maar de economische groei is verschrompeld, het
aantal financiële crises is toegenomen en de sociaal-economische onzekerheid ongekend groot is.’
23 dingen die ze je niet vertellen over het kapitalisme
Nieuw Amsterdam
ISBN 978 90 668 09310
€ 19,95
Download