Workshop MLV voor de gebiedspilot Dordrecht Groep Groepsleider Datum Plaats Inhoud Code Aanwezig : : : : : : : C Hans Waals 14 mei 2010 WSHD, Handelsweg, Ridderkerk Nieuw binnendijks / Bestaand buitendijks MARE260RP Hans Waals, WSHD Ellen Kelder, Gemeente Dordrecht Wim van Leussen, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, DG Water Karin Stone, Deltares Berry Gersonisos, UNESCO-IHE Huib Dane, bewoner Dordrecht Leo Pols, Planbureau voor de Leefomgeving Michiel Roesink, Veiligheidsregio ZHZ Rick Passenier, B&W Leeswijzer / status document Dit document bevat het verslag van een groepsdiscussie tijdens de workshop meerlaagsveiligheid gehouden op 14 april 2010, te Ridderkerk. Op uitnodiging van Waterschap Hollandse Delta en gemeente Dordrecht deelden meer dan 40 mensen hun visie en kennis over preventie, ruimtelijke ordening en (hoogwater)veiligheid om tot maatregelpakketten te komen voor het eiland van Dordrecht. Deze workshop was een eerste, vruchtbare stap. De resultaten worden verder gebracht in de Gebiedspilot waterveiligheid dijkring 22 en het onderzoeksproject MARE. Dit document is een werkdocument, waarin zoveel mogelijk de breedte en diepte van ideeën zijn opgesomd. De deelnemers kunnen dit hier teruglezen. Dit document is openbaar, maar is niet opgesteld voor verdere verspreiding. Er zal een algemene samenvatting van de workshop gepubliceerd worden voor verdere verspreiding. Sessie 1: Nieuw binnendijks Introductie In de ochtend wordt Nieuw binnendijks besproken. Allereerst wordt een kort voorstelrondje gedaan. Laag 1 Preventie Dijken kunnen overstroombaar gemaakt worden. Door dit op strategische plekken toe te passen kunnen zwakkere of belangrijkere delen ontlast worden. Het is echter niet duidelijk of dit plaatselijk kan of dat de gehele dijk overstroombaar moet zijn. Terpen kunnen binnen de ruimtelijke ordening helpen bij veiligheid, maar ook binnen laag 1 kunnen terpen gebruikt worden. Zodra alle faciliteiten op de genoemde ´preventieve terpen´ gebouwd worden is er geen risico meer. Bijkomende gevolgen zijn een goed uitzicht over het landschap en de creatie van kleine geconcentreerde gebieden binnen een mooi gestrekt gebied. De dijken kunnen verhoogd worden, volgens de traditionele manier, of er kunnen superdijken aangelegd worden. Ook wordt de mogelijkheid genoemd om het dijktracé te verleggen. Meer water langs andere gebieden af voeren, bijvoorbeeld langs de zuidkant. Het gebied dat onder de Wieldrechtse Zeedijk ligt kan gebruikt worden als noodopvang bassin, of overloopgebied. Binnen deze oplossingsrichting zou ook de Nieuwe Merwede uitgediept of verbreed kunnen worden. Deze oplossingen vallen meer binnen een rivierafvoering herverdeling en kunnen slim gebruikt worden in de preventie tegen hoogwater. Zo zou de capaciteit van de Merwede vergroot kunnen worden als de Zeedijk versterkt wordt. Het is immers makkelijker deze dijk te versterken dan aan de noordkant iets te doen. Laag 2 Ruimtelijke ordening De eerste optie is om niet te bouwen op risicovolle plekken (zoals Zuidpolder). Het is vreemd om in een gebied te gaan bouwen, kopen en wonen waarvan je weet dat er een reële kans is op overstroming. Bouwen op plekken als deze kan beleidsmatig tegen gehouden worden, net als dat er niet gebouwd mag worden in natuurgebieden. In het kader van leven met water kan er zo gebouwd worden (eventueel met terpen) dat water eens in de zoveel tijd langs komt en dat er een dynamische omgeving ontstaat. Het gebruik van terpen hier, zorgt ervoor dat er grote stukken lang open en groen gehouden kunnen worden. Een andere optie zijn de zogenaamde 'amfibische woningen'. Woonboten neerleggen in de polder is weliswaar een optie, maar terecht wordt door Ellen naar voren gebracht: ´De oplossing moet wel een probleem ontmoeten´, er moet dus wel interactie met water zijn. Een overstromingsstrategie kan gemaakt worden, waar water van de ´kostbare´ gebieden naar de ´overvloeiingsgebieden´ kan stromen, eventueel zelfs door huidige straten daarvoor te gebruiken. Door kale straten te gebruiken, kan bv één straat gebruikt worden als doorvoer kanaal. Er kunnen groene gebieden gecreëerd worden op basis van de rivierstructuren in het gebied Zuidpolder. Het teruggeven van stukken land aan de Biesbosch. Dit creëert ruimte voor water. Laag 3 Organisatorische voorbereiding Belangrijk daarbij is om de awareness nadrukkelijk in beeld te brengen. Awareness bij de bevolking dat ze in een waterrijk gebied leven en dat ze zelf verantwoordelijkheden hebben in crisis situaties. (zelfredzaamheid) Zelfredzaamheid moet ook gestimuleerd worden, zodat mensen zelf de eerste stappen al kunnen zetten. Een billboard met de huidige en toekomstige waterstand is een eerder gehoorde oplossing. Binnen het gebied van awareness en zelfredzaamheid liggen enorme kansen in deze veiligheidslaag. Michiel geeft aan: ´je kunt 100 ambulances regelen, maar je kunt ook de weg naar het ziekenhuis beter maken´. Integratie publieke gebouwen met safe haven mogelijkheden. Scholen etc. identificeren als safe haven en voor elk subgebied dergelijke oplossingen al vooraf meenemen. Vervolgens moet de bevolking worden ingelicht over ´zijn´ safe haven. Dit zullen tijdelijke save havens zijn voor het in veiligheid brengen van mensen. Op deze manier kan de toevoer van nutsvoorzieningen etc. centraal en gemakkelijk geregeld worden. Mbt tot de commandovoering bij evacuatie kan het te laat zijn. Daarom is een mogelijkheid tot lokale evacuatievoorzieningen in de stad noodzakelijk. Rollen/Taken Laag 2 Ruimtelijke ordening Beleidsmatig kan de gemeente richtlijnen stellen voor architecten, hoe om te gaan met klimaatverandering en stedelijke ontwikkeling. De gemeente moet een sturende functie innemen bij ruimtelijke ontwikkeling en richtlijnen opstellen. Laag 3 Organisatorische voorbereiding Het nieuw te bouwen gebied zal als voorbeeld moeten dienen voor sociale cohesie en zelfredzaamheid toegepast in crisis situaties. In deze gebieden kunnen gebieden binnen wijken samenwerken en hierdoor als voorbeeld dienen voor (op dit moment) bestaande gebieden. Ten aanzien van het besluitvormingsproces bij evacuatie zijn nog vele vragen. Belangrijk is dat er een duidelijke structuur is voor dit proces, waarbij de kans op een verkeerd besluit (m.n. onnodig evacueren) ook meegewogen dient te worden. Sessie 2: Bestaand buitendijks Introductie In de middag wordt bestaand buitendijks besproken en ligt de focus voornamelijk op het oude centrum tot aan de Voorstraat. In het oude centrum was vroeger alle handels activiteit gevestigd, tegenwoordig zijn dit kostbare woonhuizen. Op het moment dat binnendijks overstroomt, zal buitendijks ook al overstroomd zijn. Dit levert voor de veiligheidregio meteen een afwegingsvraagstuk op voor de inzet van de (beperkt) beschikbare resources. Waarschijnlijk zal een bepaald deel van de resources aan het buitendijks gebied besteed worden terwijl binnendijks waarschijnlijk meer resources nodig heeft. Dit kan zorgen voor een capaciteitsprobleem. Daarnaast is het zo dat als Dordrecht een probleem heeft, de omringende gebieden dat ook hebben en hier niet snel van ´geleend´ kan worden. Laag 1 Preventie Waterstromen afbuigen zodat de stroming niet langs de noordelijke rivier hoeft te stromen en zo de oude stedelijke gebieden bedreigt. Dijkring 14 volledig maken door Dordrecht, Hoeksche Waard, IJsselmonde en Voorne-Putten erbij te trekken. Het zou hier gaan om het afsluiten van de drie grootste aanvoerenstromen van water. Een andere optie voor preventie is het oude centrum isoleren met een soort super muur of een opblaasbare muur. Ook wordt een balgstuw geopperd. Woningen in het oude centrum moeten van tijd tot tijd gerenoveerd worden. In de bestemmingsplannen zou de gemeente oplossingen moeten meenemen mbt hoogwater risico´s. Zo kan een stimulatie aan de bewoners gegeven kunnen worden om vloeren op te hogen (deze huizen hebben vaak hoge plafonds), elektra te verhogen etc. tijdens de renovatie projecten. Bijvoorbeeld in de vorm van actief advies of subsidie. Mensen zouden stenen vloeren op de begane grond aan kunnen leggen, zodat daar geen schade ontstaat. Door deze stimulatie kan bijvoorbeeld 70% van de huizen aangepakt worden, is dit zover dan kan daarna de straat en opgehoogd worden en de andere 30% van de huizen extra gestimuleerd worden. Stimulans opnemen in bestemmingsplannen. De onderkanten van huizen zouden een permanent waterschot kunnen vormen (Voorstraat achtig) door in waterweerhoudend beton uit te voeren. Met een tweezijdig trapje kan dan naar binnen gegaan worden. Algemeen kan gezegd worden dat de verantwoordelijkheid voor een groot deel bij de bewoners ligt, maar dat de overheid wel de verplichting heeft om te stimuleren en consulteren. Zo wordt vanuit de bewoners gevraagd om een actieve betrokken benadering (bij verbouwing: "heeft u daar en daar aan gedacht?") Zo kun je de burger niet verplichten om iets te doen, maar wel verplichten er over na te denken. Ook kun je kaders stellen bij vergunning aanvragen. Waterschap en gemeente kunnen een boekje ontwikkelen waarin gestructureerd oplossing geformuleerd worden die bewoners zelf kunnen toepassen. Laag 2 Ruimtelijke ordening Parkeerplaatsen kunnen ´eigen risico´ parkeerplaatsen worden en tegelijkertijd als overvloeiingsgebied functioneren. Hiernaast is het positief als het oude centrum autoluw is. Het parkeerprobleem kan vervolgens opgelost worden door ´achter´ de Voorstraat extra parkeervoorzieningen te installeren. Op de Voorstraat kan een tijdelijke kering geplaatst worden voor noodgevallen, het probleem is echter dat het dan de doorstroom van verkeer op de Voorstraat niet mag blokkeren. Laag 3 Organisatorische voorbereiding Eens in de zoveel tijd zal het gebied overstromen. Om bijvoorbeeld te zorgen voor geparkeerde auto zal een communicatie strategie nodig zijn. Op deze wijze is het mogelijk om ze allemaal op een bepaalde plek te parkeren bij een dreigende overstroming. Omdat er een capaciteitsprobleem kan ontstaan als eerste buitendijks overstroomt voor het binnendijkse gebied, is het prettig als in zo een scenario buitendijks al helemaal is opgelost en niet meer naar gekeken hoeft te worden. Het preventief evacueren van alleen buitendijks is een optie. Daarbij is het belangrijk rekening te houden met de leeftijd van de mensen, veel mensen zijn op leeftijd in dit gebied. Dit moet worden meegenomen in de communicatie met de bewoners buitendijks. Mensen kunnen ook op de 1e verdieping van een pand wonen. Conclusie Er zijn veel verschillende mogelijkheden. Zeker voor de historische binnenstad zal daarbij afgestemd moeten worden tussen de verschillende lagen, zodat daarmee voorkomen wordt dat het (te vaak) tot een (te groot) probleem leidt