Een moeder laat haar zoon niet vallen. 56 Hij is een mooie prater, hij is een louche dief, Hij zwemt in troebel water en toch heeft zij hem lief. Hij heeft zich waar te maken, hij heeft z’n eigen soort, Hij heeft zijn vuile zaken, maar zij wacht aan de poort. Refrein: Een moeder laat haar zoon niet vallen, Voor moeder blijft hij nummer één. Een moeder laat haar zoon niet vallen, Een moeder laat haar jongen nooit alleen. Hij is een arme stakker, hij is een sluwe vos. Hij is een ruwe rakker, toch laat ze hem niet los. Hij weet ‘t steeds het beste, hij heeft een dikke huid, Hij werkt zich in de nesten en zij helpt hem eruit. Refrein: Een moeder ....... Hij is een mooie prater, hij is een louche dief, Hij zwemt in troebel water en toch heeft zij hem lief. Hij geeft haar vaak geschenken, gestolen of gekocht, Zij moet er niet aan denken dat hij weer wordt gezocht ....... Refrein: (2x) Een moeder ........