Bedrijfseconomie Opdracht 7 A. Terugbetalen van bepaalde tijd. B. De waarde van een product middel, de economische levensduur, restwaarde en het product. Opdracht 8 A. 36.000 – de restwaarde 1000 = 35.000 35.000 : 5 = € 7000,- per jaar. Opdracht 9 A. 14.200 :100 x 20 = 2840 14.200 – 2840 = 13.916 13.916 : 6 = €2326,83 word er per jaar afgeschreven.