Taak 3: Relatieve dichtheid Naam: Paraaf: Opdracht 1 Reken uit: a. 150 ml vloeistof weegt 180 gram. Wat is de relatieve dichtheid? b. Wat is de relatieve dichtheid van 2 liter vloeistof met een gewicht van 950 gram? c. Wat is het volume van 600 g van een stof met een relatieve dichtheid van 2 ? d. Wat is het gewicht van 150 ml stroop met een relatieve dichtheid van 1,3 ? e. Je hebt 35 ml arachideolie. De relatieve dichtheid is 0,96. Wat is het gewicht? f. Een vloeistof heeft een gewicht van 360 g en een volume van 300ml. Wat is de relatieve dichtheid? g. Een voorwerp heeft een gewicht van 2,6 kg en een volume van 0,65 l. Wat is de relatieve dichtheid? h. Je hebt 31 g oplossing; de relatieve dichtheid is 0,9. Wat is het volume? i. Een staaf ijzer weegt 0,63 kg en heeft een volume van 90ml. Wat is de relatieve dichtheid van ijzer? j. Bereken de relatieve dichtheid van 350 ml olie (dit weegt 0,3158 kg). Opdracht 2 Reken uit: a. 20 ml van vloeistof A weegt 30 gram. Wat is de relatieve van vloeistof A? b. De RD van vloeistof B is 4,3. Hoeveel weegt 12 ml van deze vloeistof? c. De RD van vloeistof C is 0,9. Wat is het volume van 60 gram van deze vloeistof? d. Het volume van 90 gram alcohol is 60 ml. Wat de relatieve dichtheid van alcohol? e. Wat is het gewicht van 200 ml suikerstroop als we weten dat de dichtheid van suikerstroop 1,25 is? f. Je hebt 75 gram paraffine. Deze vloeistof heeft een dichtheid van 0,8. Wat is het volume van de paraffine? g. 2,3 ml sinaasappelessence weegt 1800 mg. Wat is de relatieve dichtheid? (rond af op 2 dec.) h. De relatieve dichtheid van vloeistof D is 1,1. Hoeveel dl komt overeen met 150 gram van deze vloeistof? i. Je hebt 0,15 l van vloeistof E. De relatieve dichtheid van deze vloeistof is 1,5. Wat is het gewicht van deze 0,15 l? j. De relatieve dichtheid van Cetiol V is 0,95. Hoeveel van deze vloeistof weeg je af als je 7,5 cl van deze vloeistof nodig hebt?